Vreemde in Vietnam I
Ik ben sinds 2000 twaalf keer in Thailand geweest, variërend van één tot vier maanden. De dertiende keer tel ik niet mee, want dat was maar een verblijf van een weekje. Ik spreek een klein beetje Thais en kan zo nu en dan enkele woorden lezen. Voldoende om niet te verhongeren en sigaretten te kunnen kopen.
Ik ken enigszins de weg in Bangkok en heb dankzij mijn toenmalige Thaise vriendin huwelijken, crematies en diverse religieuze ceremonies meegemaakt, die geen enkele touroperator op zijn reisprogramma heeft staan.
Ik heb het plattelandsleven van de Isan, het armere noordoostelijke deel van Thailand, kunnen observeren. Achterop de motorfiets van mijn vriendin temidden van uitgestrekte rijstvelden gereden. Tempels bezocht en eer bewezen aan de Boeddha.
Kortom: ik voel me thuis in Thailand.
In Vietnam ben ik (nog) een vreemde. Van Thaise schrijvers heb ik een metertje boeken gelezen, in Vietnam heb ik met moeite twee Engelstalige boeken gevonden en dat waren niet eens romans. De taal spreek ik niet, mijn kennis van de Vietnamese cultuur ontleen ik nog aan de Lonely Planet.
Maar evenals in Thailand ben ik op plaatsen geweest waar geen toerist ooit een voet heeft gezet. Tempels bezocht waar ik de enige buitenlander was, in een hotel gebivakkeerd temidden van uitsluitend Vietnamezen, boodschappen gedaan op de markt en achterop de scooter van mijn vriendin door het chaotische verkeer van Ho Ch Minh City gelaveerd.
Nog geen reacties