Columns uit Thailand V

Voorgaande columns
25 november 2012-3 januari 2014
4 januari 2014-30 december 2014
31 december 2014-31 december 2015
1 januari 2016-31 december 2016

Thailand, 31 juli – Ik zou wel eens een verpleegstersroman willen schrijven, een niemendalletje, of beter gezegd een doktersroman. Ik heb geen last van bescheidenheid, dus voer ik mezelf op als hoofdpersoon. Even voorstellen: Dokter Dick, chirurg. Een slanke man die door de meeste verpleegsters aanbeden wordt en waarschijnlijk ook door verplegers – Ik wil niet discrimineren. Maar niet allemaal. Eén zet hem een hak (ik zal niet verklappen de linker- of rechter hak), hij wordt naar een inactieve post overgeplaatst, zoals in Thailand bij dit soort akkefietjes gebruik is. Raakt aan lagerwal, wordt dakloos. Hoe het verder gaat? Daar moet ik nog eens over nadenken.

Thailand, 30 juli – Natuurlijk is het niet beleefd om iemand aan te staren, maar ik kon mijn ogen amper afhouden van de man met de tic oftewel de Slang. Zijn mond ging voortdurend open en dicht, waardoor hij leek op een vis in een vissenkom die naar zuurstof hapt. Zijn tong schoot telkens uit zijn mond, waardoor hij op een giftig slangetje leek. Hij had iets in zijn hand die hij ook al niet stil kon houden. Gelukkig stapte hij na een paar metrohaltes uit, dus had ik weer rust. Zou hij zich bewust zijn van zijn tic? Ik heb het hem niet gevraagd.

Thailand, 29 juli – Ik schreef eerder mensen graag bijnamen te geven. Zo noemde ik Charlie, de notaris en de man met het apengezicht. Een merkwaardig figuur is de Zwabber, een man met elastieken benen. De kok van Dick’s café is de Snelwandelaar. Een transgender die in gogobar X-Size werkt, noem ik het Spook. Want o, wat is die lelijk. Zelfs Photoshop zou het niet lukken iets behoorlijks van haar gezicht te maken. Meerdere mensen komen in aanmerking voor de bijnaam Molenwieken vanwege hun zwaaiende armen. En ten slotte heb je de Slenteraar. Wie zou dat toch zijn?

Thailand, 28 juli – Om 17 uur arriveerde ik voor de avondmaaltijd bij Dick’s café. De twee koks, gekleed in smetteloos wit koksjasje, vertrokken tegelijkertijd naar Foodland om boodschappen te doen, wat ze elke dag op dit tijdstip doen. 17:35: Ze komen terug. 17:55: Mijn eten wordt op tafel gezet: Pork stew, omschreven als Home made pork stew served with butter noodles (lijkt op tagliatelle). 18:00 uur: Een jeugdige kakkerlak loopt over de vloer. Nooit eerder gezien in DC. 18:10: Bordje leeg, het was weer smullen. 18:15: Koffie op het (overdekte) terras. 18:30 Afrekenen, kosten 290 baht. 18.45: Naar de Ocean bar ernaast, de bar met de lege flessen. Ik was weer de enige klant.

Thailand, 27 juli – Omdat de uitdrukking luidt: na regen komt zonneschijn, krijgt mijn Groot Regenboek (zie voorgaande posts op FB) een vervolg met het Groot Zonneschijnboek. Dat moet gemakkelijker te maken zijn dan het regenboek, want de zon schijnt vaker in Thailand dan dat het er regent. Het wordt een feel-good boek, behalve voor degenen die te lang onbeschermd in de zon zitten en er als een kreeft uitkomen. Ik ben geen zonaanbidder; mijn bruine huid is het resultaat van (korte) wandelingen in de zon. Als ik naar het strand ga, zit ik onder parasols met een enkele onderbreking in de zee, maar dan draag ik wel een T-shirt.

Thailand, 26 juli – Een van de wonderlijkste kerels die ik ken, althans van gezicht, is de man met het apengezicht. Als ik zit te eten in Sarica, komt hij meestal voorbij lopen, met flinke pas. Niet dat hij behaard is, hij heeft millimeterhaar, maar de vorm en stand van zijn hoofd doen me denken aan apen. Hij werkt in een gogobar tegenover Dick’s café, daar zie ik hem wel eens de trap opklimmen, een plastic zakje met eten in zijn hand. In die bar kost een drankje 480 baht. Dat staat op een bord bij de ingang. Als er Japanners komen, wordt de sticker vervangen door een met een hogere prijs. Hoe uitgekookt.

Thailand, 25 juli – Ik ben een taalfreak. Als iemand tegen mij zegt ‘Wij zijn zwanger’, denk ik: Hoezo? We is meervoud, kunnen mannen ook zwanger worden? Maar ik zeg het niet, want ik wil het plezier van de toekomstige vader niet bederven. Ik denk trouwens dat maar weinig mannen zwangerschap ambiëren. Zo’n lolletje is het niet altijd. Ik was getuige van de geboorte van mijn dochter. De weeën duurden erg lang, want de ontsluiting bleef uit. Mijn toenmalige echtgenote kreeg een ruggenprik en met een tangbevalling kwam de kleine ter wereld. De pijn was snel vergeten en nu is ze zelf moeder.

Thailand, 24 juli – Ik vind het leuk om mensen bijnamen te geven. Gisteren noemde ik al Charlie, die hetzelfde loopje heeft als Charlie Chaplin. Eerder schreef ik over de notaris, een van de vaste klanten van Dick’s café. Hij komt er om te eten en bestelt meestal all day breakfast. Dat bestaat uit twee eitjes naar keuze (spiegelei, scrambled egg, omelet), twee dunne sneetjes brood, diagonaal doorgesneden, worstjes, ham, bacon, jus d’orange en naar keuze koffie of thee. Het gebrek aan variatie lijkt me typisch des notaris of beledig ik nu een beroepsgroep?

Thailand, 23 juli – Charlie is weer terug. Hij dook na maanden afwezigheid vorige week ineens weer op. Charlie is niet zijn echte naam – die weet ik niet – maar zo noem ik hem omdat hij net zo loopt als Charlie Chaplin. Dat is een koddig gezicht. Charlie is een echte scharrelaar. Om het deftig te zeggen: hij is ambulante straatverkoper in de informele handel. Elke keer verkoopt hij wat anders, vaak producten voor lichaamsverzorging. Voor zover ik weet, is hij dakloos. Hij gebruikte ooit een nis in mijn uitgaansstraatje om zijn spullen op te slaan. Ik ben jaloers op hem. Hij is een echte overlever en hij lacht. Dat kun je van mij niet zeggen.

Thailand, 22 juli – Het mysterie bleke peen (zie FB van 18 juli) is opgelost. Een lezer suggereerde dat het ramenas (doorgaans gespeld met dubbel m) kon zijn, een groente die veel in de Thaise keuken wordt gebruikt. Ik ging op zoek naar de Engelse vertaling, die de ober mij als radish had gegeven, en vond winter radish en Spanish radish. Dus het vertaalprogramma op zijn mobieltje zat er niet ver naast. Ik hoop dat de rammenas een blijvend ingrediënt wordt van de pork stew die ik graag eet in Dick’s café. Het ras met de witte schil wordt in Nederland als rettich verkocht.

Thailand, 21 juli – Er was iemand boos, heel erg boos in Soi Pratoochai, mijn uitgaansstraatje. Het was een gezette man, die niet erg stevig op zijn benen stond. Hij zwaaide met zijn armen, wees naar een eetcafé, anderen probeerden hem te kalmeren, praatten op hem in en trokken hem aan zijn armen, omstanders keken toe, een politieagent arriveerde. Ik vroeg een ober was er aan de hand was, die mompelde iets over een oud conflict. Na zo’n tien minuten ging hij zitten, uitgeraasd. Een week geleden is in Krabi een familie van zeven uitgemoord. Ging ook om een oud conflict. Conflicten kunnen uit de hand lopen.

Thailand, 20 juli – (Vervolg van gisteren) Ik blijf nog even op het verjaardagsfeestje van mijn tienerjaren. Sterke drank zal er wel niet gedronken zijn, roken deed ik nog niet. We speelden spelletjes, zoals ‘We gaan op vakantie en nemen mee..’ Het spelletje deed een sterk beroep op je geheugen want telkens moest je ook de spullen van de vorige ‘vakantiegangers’ noemen. Wie een fout maakte, viel af. Bij een ander spelletje stonden we naast elkaar, hielden elkaars hand vast en aan één kant stuurde een apparaatje een zwakstroom door de rij, die langzaam kon worden opgevoerd. Gaf een tintelend gevoel. Later nooit meer gezien. Misschien toch te gevaarlijk?

Thailand, 19 juli – ‘Toen ik tegen de zestig liep, begon ik een curieus verschijnsel te ervaren – het spontaan, ongevraagd naar boven komen van vroegere herinneringen, herinneringen die langer dan 50 jaar hadden gesluimerd’, vertelt neuroloog Oliver Sacks in een interview. Ook ik (10 jaar ouder) heb die ervaringen. Zo stond ik ineens in de kamer waarin mijn verjaardag werd gevierd. We zongen ‘Ik ben met mijn Catootje naar de botermarkt gegaan.’ Om de beurt zongen we een coupletje over een van boter gemaakt persoon, zoals een dominee, wafelvrouw, toverheks, kastelijn, barones, lichtmatroos, waarbij in elk couplet de voorgaande personen werden herhaald, een versvorm ook bekend van Old McDonald had a farm. (Wordt vervolgd)

Thailand, 18 juli – De pork stew in Dick’s Café smaakte gisteren voortreffelijk, maar mijn spelletje poolbiljart was een ramp. De koks hadden twee nieuwe ingrediënten toegevoegd: tomaat en een groente die ik niet thuis kon brengen. Het mobieltje van de ober vertaalde radish (radijs), maar dat was het niet. Het was een bleek stukje peen, maar het smaakte niet naar peen en was ook zachter. [Wie helpt?] Het spelletje pool verloor ik jammerlijk, alhoewel ik de tegenstander een moyenne van 1 bal per beurt had gegeven. Uiteindelijk lukte het één bal in een pocket te spelen, maar dat moet toeval zijn geweest.

Thailand, 17 juli – Ik schreef het gisteren al: de Ocean bar die ik frequenteer, is de meest merkwaardige horecagelegenheid die ik ken. Achter de bar staat een indrukwekkende rij van achttien flessen met sterke drank die op één na leeg zijn. Ik ben doorgaans de enige klant, maar van mij zal hij niet rijk worden, want ik drink water (50 baht) en een enkele keer Baileys (100 baht). Elke keer als ik wat bestel, tikt hij op de bar en de schappen wat geluk moet brengen dat nooit komt. De man zegt boe noch ba; tegen mij dan want met Thai ratelt hij aan één stuk door.

Thailand, 16 juli – Dat was niet afgesproken, Meteorological Department of Thailand. Je voorspelde bewolking, geen regen. Maar toch ging het regenen. Gelukkig zat ik droog in mijn stamcafé, eigenlijk een bar, waar – ik heb ze eens geteld – 18 lege flesen alcoholische dranken staan. Dat komt: de uitbater maakt te weinig omzet om ze te vervangen door volle. Door de regen viel mijn plannetje in het water om teksten op T-shirts te noteren. Er passeerde geen kip. Met moeite zag ik er twee: Kiss the boys and make them die [op een vrouw] en Against enemy [op een man]. Gelukkig was het droog toen ik naar huis terugging.

Thailand, 15 juli – Er is een uitdrukking: de rok van een vrouw moet kort zijn en het haar lang. Heb ik niet bedacht, heb hem wel eens gehoord. In Thailand zie je veel korte rokken, en omdat overdaad schaadt, kan ik er nauwelijks opgewonden van raken. [Misschien heeft de leeftijd er ook iets mee te maken] Ik vind de lange plissérok veel opwindender, veel eleganter ook, vooral als de persoon loopt. Zag er laatst één, en nog zwart ook. Wow! Was onderdeel van een schooluniform. De eis van lang haar bestrijd ik niet, alhoewel ik een pagekapsel ook kan waarderen. Dat zie je veel bij tomboys, meisjes die zich kleden als jongens.

Thailand, 14 juli – Mijn Groot Regenboek stagneert. Dat komt: het gaat ’s avonds pas regenen als ik terug ben op mijn pied à terre. Onderweg blijft mijn paraplu dicht, dus borrelen er geen ideeën op. Daarvoor moet ik in de regen lopen. Een van de onderwerpen die ik nog moet behandelen, is de weersverwachting c.q. -voorspelling. In Nederland is de verwachting ‘Hier en daar een bui’ fameus. Het is natuurlijk altijd ‘hier’ en nooit ‘daar’. Wat is betrouwbaarder: het KNMi of de Enkhuizer Almanak? Hier waarschuwt Facebook me dat er regen wordt verwacht in Bangkok. Maar BKK is een grote stad, dus komt het ook neer op de KNMI-uitdrukking.

Thailand, 13 juli – Ik heb drie witte T-shirts. Als mensen mochten denken dat ik nooit mijn kleren was, hebben ze het mis. Maar ik laat ze in de waan. De meeste T-shirts die ik zie, bevatten reclame, een aforisme, een (quasi) levenswijsheid of een Engelse spelfout. Stel dat ik ook iets zou willen communiceren via mijn T-shirt, waar geen haar op mijn hoofd aan denkt, maar stel: wat zou ik er dan op zetten? En in welke taal: Engels, Nederlands, desnoods Esperanto (wie spreekt dat nog?). Misschien een plaatje? Van de toren van Babel, waarmee alle spraakverwarring is begonnen. Dat heet in de communicatieleer ruis.

Thailand, 12 juli – Toen ik laatst in Big C Extra was, viel mijn oog op Cup-a-Soup van Bachelors, een mij onbekend merk. Twee smaken: Cream of mushroom with croutons en Cream of Vegetable, eveneens met croutons. Er zaten vier zakjes in een doosje. Teruggekeerd op mijn kamer aangevallen op de champignonsoep, mijn meest favoriete soep, met erwten- en (Surinaamse) pindasoep op een gedeelde tweede plaats. Het was lekker, dus toegevoegd aan mijn menu. Een andere, al wat oudere uitbreiding is gepasteuriseerde melk van Dutch Mill. Voor mij nooit meer Lactasoy, die ik altijd al te zoet vond. De kaasbolletjes heb ik al een tijd niet gezien bij Big C. Da’s wel jammer.

Thailand, 11 juli – Om 1:16 uur klonk een gigantisch harde donderslag, waarop een hond reageerde door te blaffen. Het was om 0:30 uur gaan regenen en ik lag comfortabel in mijn bedje. Voor regenhaters zoals ik is de nacht het beste tijdstip voor regenbuien. Om 1:18 volgde weer een donderslag, nu iets langer aangehouden. Tussendoor bliksemschichten, die mijn kamer even in het licht zetten. Het natuurgeweld bewijst: Koning, keizer, admiraal, nat worden we allemaal. Zonder aanzien des persoons. Jupiter, de god van regen, bliksem en storm moet net als Vrouwe Justitia geblinddoekt zijn. (Bron: Groot Regenboek)

Thailand, 10 juli – Twee belangrijke hulpmiddelen om niet nat te worden, wanneer het regent, zijn de paraplu en het regenpak of de regenjas. Hoe groter de paraplu, hoe beter. Sommige hebben hier het formaat van een parasol. Een belangrijke tip in mijn Groot Regenboek (zie de voorgaande FB-columns) is: vergeet je paraplu niet. In elke zaak kom ik ze wel tegen, wat handig is als je hem zelf bent vergeten. Als het niet alleen regent, maar ook waait, heb je er niet veel aan. Een groot deel van je lijf wordt dan toch nat en je paraplu klapt snel om. Daarvoor bestaat een oplossing: de stormparaplu, maar waar koop je die?

Thailand, 9 juli – Een van de onderwerpen die ik in mijn Groot Regenboek (zie FB van 7 en 8 juli) ga behandelen is de keuze van het schoeisel. Automobilisten kunnen dit hoofdstuk overslaan, tenzij ze in een cabriolet rijden, maar die zie ik zelden in Thailand. Omdat ik zelf een beperkte ervaring heb, zal ik hiervoor andere ervaringsdeskundigen moeten raadplegen. Ik heb de keuze tussen slippers en suède schoenen. Slippers hebben het voordeel dat je door plassen kunt waden, maar zoals de naam al zegt, voordat je het weet lig je op je snufferd. Ik ben een keer lelijk gevallen, en het regende toen niet eens.

Thailand, 8 juli – Mijn Groot Regenboek (zie FB van gisteren) krijgt als motto ‘Van de regen smelt  je niet’. Dat zei mijn moeder als ik bedenkingen had om naar buiten te gaan, vooral op de fiets naar school. [Voor de Vlaardingers onder u: het Groen van Prinstererlyceum aan de Rotterdamseweg] Een regenbroek en poncho zorgden voor enige bescherming, maar een lolletje was het niet, die rit van 20 minuten. Hier in Thailand heb ik de indruk dat Thai menen wel te smelten. Er hoeven maar een paar druppeltjes te vallen of ze lopen ter bescherming met een hand, krant of iets anders boven hun hoofd of wachten in het metrostation tot het kurkdroog is.

Thailand, 7 juli – Ik ga een meesterwerk schrijven: Het Groot Regenboek oftewel Hoe overleef je het regenseizoen in Thailand? De eerste opzet heb ik gisteren al gemaakt toen Bangkok werd gegeseld door een stortbui. Die bracht me in de juiste stemming. Het wordt echt een bestseller, zeker in de hoofdstad, want wat zo’n stortbui in korte tijd teweeg kan brengen is niet mis. Surawong Road veranderde in een woeste, kolkende stroom en op Rama IV stond het verkeer in een lange file muurvast. Het belangrijkste probleem voor mij was: Waar steek ik over want langs de trottoirband hadden zich grote plassen gevormd. Te zijner tijd leest u het allemaal in mijn boek.

Thailand, 6 juli – Wat er in de hersenpannen van de Thaise regering zit, weet ik niet. Zaagsel? Water? Want al enkele malen heeft ze maatregelen genomen of aangekondigd die ijlings zijn ingetrokken. Voorbeeld: Het verbod op personenvervoer in de laadbak van een pickup truck. Op het platteland, waar een fijnmazig openbaar vervoer ontbreekt, is dat een gebruikelijke manier om van A naar B te reizen en in de grote stad voeren bedrijven materialen en personeel in de laadbak naar de werkplaats aan. De laatste faux pas is een verordening op gastarbeid met extreem hoge straffen. Gevolg: Een ware exodus van gastarbeiders. Morgen meer.

Thailand, 5 juli – Om half vijf begon het te druppelen. Net op tijd kon ik metrostation Huai Khwang induiken. Op Sukhumvit maakte ik een tussenstop. Inmiddels goot het, maar ik hoefde slechts tweemaal een korte afstand te overbruggen, want door het gebouw Interchange loopt een passage. In Love Scene bestelde ik, of eigenlijk bestelde ik niet, want de serveerster kent mijn voorkeur. Op de terugweg naar het metrostation kreeg ik weer tweemaal hulp van mijn paraplu. In Sam Yan regende het een klein beetje. In Dick’s Café bestelde ik een koffie. Om 8 uur gaven de regengoden het op. Terug in Huai Khwang zorgde een tuktuk voor bescherming tegen een lichte regen.

Thailand, 4 juli – De vier eetgelegenheden die ik gisteren vergeleek, verschillen in nog meer opzichten. In Sarica en Dick’s Café klinkt alleen westerse muziek op een in Thailand ongebruikelijk beschaafd niveau. Nog opvallender is dat het allemaal jaren vijftig en latere muziek is uit de vorige eeuw, waarvan ik vaak de tekst kan dromen. Van variatie is geen sprake, maar dat valt alleen vaste gasten op zoals ik. In Love Scene staat de tv aan op Thaise zenders en Kashmir toont mierzoete Indiase films met veel dans en smachtende blikken. Ik kijk er graag naar, want jonge Indiase deernen zijn verpletterend aantrekkelijk.

Thailand, 3 juli – De vier door mij gefrequenteerde eethuisjes/restaurants zijn Sarica (vaak), Dick’s Café (vaak), Kashmir (soms) en Lovescene (soms). Qua locatie is Sarica de aardigste plaats, vooral op het terras. Er lopen voortdurend mensen langs en mensen kijken is een van mijn hobby’s. De andere drie zijn binnenruimtes. Lovescene is het meest bedompt, maar ik neem dat voor lief want de gebakken rijst met zoute vis is heerlijk en de zaak is ook de goedkoopste eetplek van de vier. De meeste keus in gerechten biedt Dick’s Café, maar ik varieer niet veel. Alle vier kennen geen tot weinig verloop in personeel en dat is altijd een goed teken.

Thailand, 2 juli – De volgende vraag kan weinig foute antwoorden opleveren. Wat komt er tevoorschijn als een Thai in de metro of een eethuisje zijn hand in zijn zak of tas steekt? Ik durf te stellen: bijna altijd een mobieltje, want het mobieltje is de amulet van deze eeuw. De tweede vraag is moeilijker, vermoed ik. Wat komt er niet tevoorschijn als ik in mijn broekzak tast? Dit zijn de opties: mobieltje, zakdoek, sigaretten, geld, kassabon met op de achterkant ideetjes voor columns. Mag wel niet vergeten: Silly walk, want ik zag een jongen met zwabberende benen. Antwoord op de tweede vraag: een mobieltje, want dat blijft thuis.

Thailand, 1 juli – Op het truitje van een jonge vrouw stond het woord MEOW met daaronder de snorharen van een poes (getekend, geen echte). Nooit eerder op een truitje een tekst gezien, alleen op T-shirts. De tekst riep twee vragen op. 1 Als ik op haar knopjes druk, gaat ze dan miauwen en 2 Heeft ze een snor? Dat kon ik niet zien want ze droeg een pet met grote klep en ze keek omlaag – jawel, naar een mobieltje op haar schoot. Pas toen ze omhoog keek, zag ik: geen snor. Eigenlijk roept de tekst nog een vraag op: Weet de draagster wat ze ermee wil zeggen? Misschien: Pas op, ik heb scherpe nagels.

Thailand, 30 juni – Toen ik gisteren in het eethuisje om de hoek de te dikke dochter van de baas, nog gekleed in haar padvindstersuniform, zag eten, moest ik denken aan de tafelmanieren die ik in mijn jeugd heb geleerd. Van mijn moeder, want pa bemoeide zich nooit veel met de opvoeding. Dus leerde ik: niet met volle mond praten, geen ellebogen op tafel, niet opstaan voordat iedereen is uitgegeten, niet je mes aflikken, bordje leeg eten, niet boeren. Handen wassen voor het eten hoefden we niet; afwassen deden mijn ouders samen dan waren er geen kleine potjes met grote oren bij. Strenge opvoeding? Nee hoor, helemaal niet.

Thailand, 29 juni – Ik werd op straat aangesproken door een man, een vijftiger schat ik. Sprak redelijk Engels. Hij zei dat hij uit Pattaya was gekomen en al vier uur rondliep op zoek naar onderdak. Hij had honger. Ik begon te vermoeden waar hij op uit was. Of ik een massage wilde. Ik antwoordde No. Hij hield aan: ik ben er heel goed in, ik kan je gelukkig maken, doelend op de Happy Ending. I don’t like massage, zei ik, massages doen me pijn. What do you like?, vroeg hij. Ik: ‘Reading a good book and not listen to you.’ Toen droop hij af.

Thailand, 28 juni – De gevleugelde uitdrukking ‘Zij zijn groot en ik is klein, en da’s niet eerlijk, o nee’ van het kuikentje Calimero, voor het eerst te horen in 1972 bij de TROS lijkt me wel van toepassing op de 34 meter hoge Piramide van Austerlitz. Maar toen ik hem als kind beklom, was hij helemaal niet klein. Bangkok krijgt ook een uitkijktoren. Die wordt 459 meter hoog. Tot nu toe is Thailand’s hoogste wolkenkrabber 314,2 meter hoog, zijn voorganger de bekende Bayoke Tower (304 meter) stond 20 jaar aan kop. Het hoogste gebouw ter wereld is de Burj Khalifa (828 meter), het hoogste gebouw van Rotterdam de Maastoren (164 meter). Het duizelt me.

Thailand, 27 juni – De vraag als ik uitga, is elke dag: paraplu mee of niet? Mijn vriendin geeft desgevraagd advies. Meestal klopt haar voorspelling wel en dat kun je niet zeggen van de weersverwachting voor Bangkok op de website van Bangkok Post. Gisteren vond ze het niet nodig, maar ik nam hem toch maar mee. In de metro kan hij altijd dienst doen als wandelstok en de indruk wekken dat ik moeilijk ter been ben. Dan wil er wel eens iemand voor me opstaan. Het kost me niet veel moeite dat te simuleren, want het bewegingsapparaat begint te roesten. Onderweg kwam ik niemand met een paraplu tegen. Ze hadden gelijk: het bleef droog.

Thailand, 26 juni – Snel klaar, eenvoudig te bereiden, veelzijdig én betaalbaar. Oftewel, de ideale basis voor een doordeweekse maaltijd: zo noemt Allerhande van Albert Heijn noedels. Een bekend merk in Thailand is Mama. Ik eet zo nu en dan [misschien te vaak?] instant noodles met minced pork flavor. Inderdaad eenvoudig te bereiden. Zakje met ingrediënten, saus en chilli open knippen, warm water in het bekertje doen – klaar is Kees. Erg gezond kan het gerecht niet zijn, want het bevat te [?] veel zout. Een maaltijd zou ik het niet willen noemen, eerder een tussendoortje. Maar betaalbaar is het zeker: 14 baht. Handig aan het eind van de maand.

Thailand, 25 juni – Bangkok Post, de belangrijkste nieuwsbron van de rubriek Nieuws uit Thailand op mijn website, telt elke dag tien strips. Ze beslaan een halve pagina in het Life-katern, en op zondag hebben ze een eigen katern met daarin ook andere cartoons en een fraaie, vaak absurdistische tekening als extraatje. Andy Capp, Blondie, The Born Loser en Peanuts zijn mijn favorieten. Blondie gaat voornamelijk over haar man, die twee hobby’s heeft: eten en slapen achter zijn kantoorbureau. Hij ligt vaak in de clinch met zijn autoritaire baas. Snoopy, de beagle uit Peanuts, is aandoenlijk eigenwijs en een tikje zelfingenomen. De verhaaltjes zijn doorgaans entertaining maar ze doen me zelden in schaterlachen uitbarsten.

Thailand, 24 juni – Het zou niet mogen, maar sommige nieuwsonderwerpen beginnen me danig de keel uit te hangen. Ze slepen zich maar voort en elke keer herkauwt Bangkok Post, mijn belangrijkste bron, de voorgeschiedenis. En dan zijn daar altijd de tegenstanders, mierenneukers met voor mij soms (vaak?) onbegrijpelijke bezwaren. En dan heb je ook nog de betweters: commentatoren die het beter menen te weten. Want ook in Thailand staan de beste stuurlui aan wal. Dat het me nog steeds lukt een begrijpelijke tekst te brouwen, mag een godswonder heten. Dat ik elke keer over het geneuzel schrijf, ook. Soms gooi ik er een cynisch commentaartje tegenaan. Dat houdt me op de been.

Thailand, 23 juni – Als ik ooit een ongeluk krijg in Thailand (even afkloppen, waar is hier blank hout?) zal dat veroorzaakt zijn door een motortaxibestuurder, want dat zijn me toch cowboys op de weg (met excuses aan de vakbond van cowboys). Ze hebben geen respect voor verkeersregels, kennen alleen maar één snelheid en dat is zo hard mogelijk. Laatst tijdens de ochtendspits stond ik aan de kop van een zijstraatje van soi 7 te wachten totdat er een gaatje viel. Nadat drie mij op veilige afstand hadden gepasseerd, werd ik bijna geschept door een vierde. Ik wenste dat hij tegen een betonnen muur zou botsen en deed een schietgebedje. Maar er gebeurde niets.

Thailand, 22 juni – Majesteitsschennis is een van de ergste vergrijpen in Thailand. Daarop staat een gevangenisstraf van 3 tot 15 jaar, die kan oplopen in combinatie met de Computer Crime Act. Politieke bijeenkomsten en samenscholingen zijn verboden, kritiek op de junta wordt niet getolereerd. Maar er bestaat geen wet die mij verbiedt naar niet-Thaise muziek te luisteren. Gelukkig maar, want ik luister naar wereldmuziek. De laatste tijd ben ik in de ban van Sona Jobarteh uit Gambia. De Kora-muziek snijdt door mijn ziel, die is puur, brengt mij in een trance. Thai vinden mij een vreemde snuiter, een barbaar die naar ‘entartete’ muziek luistert.

Thailand, 21 juni – Hoeveel Thaise mensen zijn er niet van gediend dat zelfs het kleinste boodschapje bij 7-Eleven in een plastic zakje wordt gedaan? Ik denk weinig tot geen. Gisteren kocht ik vacuüm verpakte worst, de caissière deed al een greep in de lade met de zakjes. Ik maakte een afwerend gebaar. Ze vroeg of de worst verwarmd moest worden in de magnetron. Dat vragen ze altijd. Bereid eten dat op straat te koop is, gaat in een zakje en dat gaat weer in een ander zakje. Thailand moet een van de grootste bouwers zijn van de plastic eilanden in de oceaan. Goed dat die in de tijd van Robinson Crusoe nog niet bestonden.

Thailand, 20 juni – In Sarica, een van mijn twee vaste eetstekken als ik in de stad eet, klinkt regelmatig een muziekje met wat ik noem de line-dance dreun. Ik ken die dreun omdat ik ooit een truckersbeurs bezocht die in een veilinghal in het Westland werd gehouden. Ik moet daar een groep dansers hebben gezien. Ik herinner me één vrouw, verkleed als cowgirl. Tijdens het dansen staken haar duimen achter haar riem. Erg moeilijk is die dans niet en muzikaal stelt de muziek niets voor. Nou ja, ieder zijn meug. Geef mij maar de zinnelijke Argentijnse tango, maar die heb ik nog nooit gehoord in Sarica.

Thailand, 19 juni – Als ik boodschappen doe in Big C Extra, het warenhuis met de trottoirs roulants, maak ik de heenreis per motosai (20 baht) en de terugreis per tuktuk (40 baht). Ik zou ook kunnen lopen, maar dan kom ik doorweekt aan. In de parkeergarage van Big C staat altijd een rij tuktuks klaar. De bestuurders kennen me, ik hoef mijn bestemming niet op te geven. Net buiten de garage passeren we twee bestelwagens van Kerry Express. Onlangs schreef ik over het bedrijf. Er waren pakketjes met wapens ontdekt. Dat vind ik leuk. Eerst heeft het nieuwsitem een naam, nu een gezicht.

Thailand, 18 juni – Ze waren de uitgang nog niet uit of ze stonden al weer in de rij voor de ingang. We waren op bezoek in de Efteling, mijn dochter, een vriendinnetje en ik. Tientallen malen gingen ze naar binnen en maakten een ritje onder begeleiding van het smurfenlied. Als ik ‘t me goed herinner, waren  er ook bewegende smurfen. Grof gevormd in tegenstelling tot de andere sprookjesfiguren.  Hoe kom ik hierop in Thailand? Ik zag twee Thai met rode sneakers en moest denken aan de dansende rode schoentjes. Ik weet nu al wat ik ga doen als ik in Nederland op vakantie ben.

Thailand, 17 juni – U kent vast wel het lome gevoel van een zwoele zomeravond. De hele dag warm, de zon trekt zich langzaam terug, de aarde ademt nog warme lucht uit. Dat gevoel overviel me gisteren toen ik op een harde betonnen rand voor het pension-hotel  zat te wachten op de bezorger van cateraar HK. Een strak blauwe lucht, geen wolkje te bekennen, windstil. Zo nu en dan passeerden bromfietsers. Enkelen parkeerden hun bromfiets, eigenlijk een lichte motorfiets, voor de dependance tegenover het hoofdgebouw. Kindjes holden achter elkaar aan. Een man met baby drentelde heen en weer. Een eenzame duif landde op het parkeerterrein voor het hotel. Dolce far niente.

Thailand, 16 juni – Ik kon wel jubelen gisteren. In de metro zag ik twee passagiers die een BOEK lazen. Tegenover me stond een jonge vrouw een boekje te lezen dat zijn beste tijd had gehad. Het deed me denken aan de tweedehands boeken die ik als jongeman bij De Slegte op de kop tikte. De pagina’s waren wat vergeeld, de hardcover versleten. Ze las ‘The Old man and the sea’. Ik had haar een compliment willen maken voor haar keuze. ‘That’s a classic you are reading’, maar misschien zou ze me opdringerig vinden, dus niet gedaan. De ander las een Thais boek, vers uit de boekwinkel. Ook zij krijgt een pluimpje van me.

Thailand, 15 juni – In Big C Extra, op 20 baht (motortaxi) afstand van mijn pied à terre, voeren vier trottoirs roulants naar en van het warenhuis op de eerste verdieping. Ze liggen niet horizontaal, zoals op Schiphol en Suvarnabhumi, maar onder een hoek van ik schat 60 graden. Twee gaan naar rechts, twee naar links. Op een trottoir word je geacht te lopen, anders kom je niet vooruit. Het rare is: op deze trottoirs blijf ik staan. Waarom eigenlijk? Het is niet verplicht, maar ik doe het en de meeste klanten doen het. Is de techniek dermate dwingend dat we ons als makke schapen naar boven laten voeren?

Thailand, 14 juni – KLM, Eva Air, China Airlines, Etihad, Singapore Airlines, Emirates, Malaysia Airlines. Met deze maatschappijen heb ik inmiddels gevlogen. In de beginjaren non-stop, maar de laatste jaren met een tussenstop in Abu Dhabi, Singapore, Dubai en Kuala Lumpur. Zo’n tussenstop breekt de lange vlucht van 11 uur. Even de benen strekken, mij vergapen aan dure merkartikelen die ik nooit zal kopen, als er voldoende tijd is koffie en natuurlijk op zoek naar een rookplek. De rooksalon in Dubai, ingericht door Winston, is de beste. Ruim, goed geventileerd. In het begin mocht er nog in het vliegtuig gerookt worden. Het rare is: tijdens de vlucht taal ik niet naar een sigaretje.

Thailand, 13 juni – Ik had mij een paar dagen niet geschoren en er had zich een artistiek ringbaardje gevormd. Als tiener heb ik ook wel eens geprobeerd iets te kweken, maar dat zag er niet uit. Meer dan een pluizig sikje was het niet. Maar dat zeg ik nu, destijds vond ik het mooi. Het achterwege blijven van scheren heeft alles te maken met de hitte. Als mijn huid vochtig is, is scheren een crime en laten de baardhaartjes zich slecht verjagen. Gistermiddag trok ik de stoute schoenen aan, hoewel ik op blote voeten stond. De temperatuur was gezakt en Philips maakte een eind aan mijn kortstondig kunstenaarsbestaan. Voel mij herboren.

Thailand, 12 juni – (Vervolg van gisteren) Maar koken jullie dan nooit, wilt u misschien weten. Nee, wij niet en niemand in het pension-hotel. Het zou kunnen op een inductieplaatje, want gas is verboden. Dat deed ik in mijn vorige behuizing in Rangsit. Mijn macaroni à la Dick mocht er zijn, mijn scrambled eggs ook. Maar zelf koken is duurder dan op straat eten kopen, legde een buurman mij destijds uit. Elke avond zie ik medebewoners terugkeren van hun werk met plastic zakjes eten, gekocht voor 40 à 50 baht. Het is niet het soort voer dat ik lekker vind.

Thailand, 11 juni – Daar eten een populair onderwerp is op Facebook, meestal in de vorm van foto’s, zal ik me ook maar eens aan het onderwerp wagen, met een foto uit de folder. Gisteren at ik de Salmon Bento set en mijn vriendin (haar favoriete) curry rice, gebracht door een koerier van Oishi. De set streelt het oog, daar begint het culinaire avontuur al mee. De gerechtjes zijn smakelijk. Koffie en en sigaretje vormen een goede afsluiting. Een ander gerecht dat ik wel eens laat komen is Egg boiled soup with fresh crab meats en shrimp dumplings van HKN. Heb bij S&P ook wel eens spaghetti bolognese besteld, maar die viel tegen. (Wordt vervolgd)

Thailand, 10 juni – Wat zou een goeie reclameslogan zijn voor restaurant Sarica, waar ik gisteren weer genoot van een voortreffelijke krapao moo (roergebakken gehakt van varkensvlees en basilicum) plus witte rijst? Ik kan me niet herinneren dat het gerecht elders lekkerder was, dus bedacht ik: Beter heeft u ’t nooit gegeten, want je moet je licht niet onder de korenmaat zetten. Best wel lekker eten, vond ik ook wel aardig, hoewel de understatement misschien zijn doel voorbij schiet. Nog een paar: Voor Sarica maak je een omweg; Sarica: sterrenrestaurant zonder ster; Sarica: ’t glaasje water is gratis. En ten slotte: Sarica, aanbevolen door Dick van der Lugt.

Thailand, 9 juni – Nog anderhalf uur te gaan tot de door mijzelf gestelde gestelde deadline voor mijn dagelijkse column op Facebook en ik heb nog geen idee waarover ik het wil hebben. Ik zou me er met een jantje-van-leiden kunnen afmaken door een oude te herhalen. Niemand die het merkt. Maar dat is mijn eer te na. Ik zou iets kunnen fantaseren, ook hiervoor geldt: niemand die het merkt. Ik zou niets kunnen schrijven. Beter niets dan geleuter, want leuteren kan iedereen, Facebook is het bewijs. En ineens was daar het onderwerp: een kakkerlak bij de lift, die het niet lang meer leek te maken. Maar helaas, ik heb nu mijn 100 woorden opgebruikt.

Thailand, 8 juni – Je kon de klok er weer op gelijk zetten. Alleen deed ik het niet, maar ’t zal rond half acht zijn geweest. Ook de afgelopen avonden begon het om die tijd. Ik had gegeten bij Dick’s Café, gebakken rijst met ananas (ook krenten en andere ingrediënten). Een fris gerecht dat een van mijn favorieten is. Daarna bestelde ik koffie, voegde suiker en melk toe, en verhuisde naar de ernaast gelegen Ocean Bar. Daar bestelde ik er water bij. Nog steeds was niet gebeurd waarop ik me in tegenstelling tot een avond eerder had voorbereid. En toen brak onverwacht de hemel open. Met de kracht van een mokerhamer. Mijn paraplu lag klaar.

Thailand, 7 juni – Bij metrostation Huai Khwang stond gistermiddag een rijtje leerlingen, uiteraard gekleed in schooluniform. Ze vormden een spreekkoor, droegen stukken karton met foto’s en een collectedoos. Ik kom die groepjes vaker tegen. Ze staan ook wel eens bij het volgende metrostation Thailand Cultureel Centrum. Altijd collecteren ze voor een goed doel: zielige hondjes, zielige bergstamkinderen, gewonde olifanten, bedreigde tijgers. In Nederland doen we dat anders. Scholen organiseren een sponsorloop of houden tijdens de jaarlijkse schoolavond een tombola. De padvinderij kende vanaf 1952 naar het Engelse voorbeeld Bob-A-Job Heitje voor een Karweitje, maar de opbrengst was niet voor een goed doel, die ging naar de clubkas.

Thailand, 6 juni – Ik rook Marlboro rood. Als ik een pakje koop, zeg ik er altijd bij ‘khaeng’ (hard), zodat ik een hardbox krijg en niet een zacht pakje dat een ongeschonden verblijf in mijn broekzak niet overleeft. Een pakje kost 125 baht, vanaf volgende maand wordt het duurder want dan gaat de accijns omhoog. De overheid hoopt daarmee het roken te ontmoedigen en met name jongeren ervan te weerhouden om te beginnen met roken. Of die fraaie doelstelling wordt gehaald, betwijfel ik; anti-rook campagnes hebben zelden succes. In veel restaurants en cafés mag niet gerookt worden, tabaksreclames zijn verboden. Ik vind het prima.

Thailand, 5 juni – Houd ik van Bangkok? Ik heb me dat al vaak afgevraagd want elke keer als ik in Sarica eet, heb ik uitzicht op een rek met T-shirts, waarvan een zegt: I [rood hartje] Bangkok. Andere belijden hun liefde voor Starbucks, olifanten, Chang bier enzovoort. Wie zo’n shirt aanschaft, krijgt niet betaald voor de reclame. Integendeel: je moet dokken, hetgeen mij de omgekeerde wereld lijkt. Zult u mij ooit zien in zo’n shirt? Nee! Mijn T-shirts zijn wit en maagdelijk blank. Ze verraden niets van mijn voorkeuren. Dat wil ik zo houden, want eigenlijk houd ik helemaal niet van Bangkok. Maar mondje dicht, want ik wil hier wel blijven komen.

Thailand, 4 juni – De Engelse taal kent woorden waar de Nederlandse taal jaloers op kan zijn. Neem het woord flabbergasted. Elke poging om het adequaat te vertalen met dezelfde gevoelswaarde mislukt. Mijn (papieren) woordenboek noemt: verbijsterend, uit ’t veld geslagen, overdonderd. Misschien dat het woord dat eronder staat, er iets mee te maken heeft: flabby, oftewel pafferig. Gisteren werd mijn oog getrokken door het woord bamboozle boven een commentaar in Bangkok Post over de politiehervormingen. Volgens mijn woordenboek slang voor verlakken, beetnemen. Nou weten we gelijk wat de krant ervan vindt. Een bladzijde terug kwam ik ballyhoo tegen, Amerikaans voor reclamebluf. Soms zou ik een Engelsman willen zijn.

Thailand, 3 juni – Ik luister naar Sona Jobarteh uit Gambia (https://youtu.be/PtmmlOQnTXM). Ik ben nooit in Gambia geweest. Heb wel van mijn 23e tot mijn 25e twee jaar in Kameroen gewoond en gewerkt in een alfabetiseringsprogramma voor volwassenen. Die jaren staan in het fotoalbum van mijn ziel gegrift. Als ik deze muziek hoor, ben ik even terug. Rijd in de VW van de stichting Nederlandse Vrijwilligers met mijn collega mrs Ndenge over de dirt roads naar een Popular Education Centre. Zij houdt een peptalk, ik word geacht didactische adviezen te geven, maar het komt er zelden van. Onderwijzers geven les zoals ze zelf les hebben gehad.

Thailand, 2 juni – Thailand is momenteel in de ban van een gruwelijke moord, waarna het lijk in tweeën is gezaagd. Het is niet de eerste keer dat daders op deze manier bewijsmateriaal proberen te verbergen. Want zonder lijk is er geen zaak, alhoewel ik ooit een boekje heb gelezen waarin iemand werd veroordeeld voor een lijkloze moord. Maar dat was fictie. Zo’n zaak roept de vraag op: waartoe ben ik in staat? Tot nu toe heb ik alleen enkele kakkerlakken gedood, vliegen en muskieten dood meppen lukt me niet eens. Ik heb eenmaal de nek van een kip doorgesneden. Dat was na de geboorte van mijn dochter. De traditie vereiste dat van me.

Thailand, 1 juni – Kinderen zijn hinderen, dichtte Jacob Cats (1577-1660). Een andere uitspraak die me te binnen schiet, luidt: Kinderen zijn het leukst als ze slapen en naar school zijn. Nu schuin tegenover mijn kamer een gezin met twee kindje is neergestreken die zich manifesteren door vaak te gillen en te huilen, blijken ze maar al te waar. Ik hoop dat ze snel vertrokken zijn voordat ik moordneigingen krijg of de ouders ‘dringend’ verzoek hun kindjes te disciplineren. Dat heet opvoeden, maar daarvan hebben ze in Thailand nog nooit gehoord. Kinderen worden verwend en zelden tot de orde geroepen. Als het wel gebeurt, komt het neer op mishandeling.

Thailand, 31 mei – Ik heb zin om een potje te schelden. Op de metroreizigers die geen eerbied hebben voor mijn grijze haren als ik steunend op mijn paraplu het metrovoertuig betreed. Op de chick die gisteren voorpiepte toen ik naar een lege stoel liep. Arrogante smoel trouwens en niet eens mooi. Op de telefoonzombies, verdiept in een activiteit die nul, komma nul intelligentie vereist. Beste mensen, wil ik roepen: Lees eens een goed boek, bijvoorbeeld ‘Honderd  jaar eenzaamheid’. Houellebecq hoeft niet, lees ik ook niet. Verleg je horizon, de wereld houdt niet op bij de landsgrens. Er is meer dan lao khao (rijstlikeur) of whisky-soda, die je hersencellen aantast.

Thailand, 30 mei – Het was niet druk in Sarica toen ik er gisteren at. Aan de tafel naast mij zaten vier Japanse meiden. Ze kwetterden dat het een lieve lust was. Regelmatig barstte ook een lachsalvo los. Het ergerde mij niet, want het was een vrolijk gezelschap en mobieltjes ontbraken – dat pleitte voor ze. De meiden waren op de zuinige toer, want ze deelden één flesje bier en hadden één gerecht besteld. Daar namen ze steeds kleine hapjes van, alsof ze van Lilliput kwamen, en drapeerden het eten zorgvuldig op hun lepel. Alle vier droegen een ultrakort broekje van spijkergoed en ze hadden alle vier verrukkelijke sexy benen. Meer vertel ik niet.

Thailand, 29 mei – Tegenover me in de metro ging een man van een jaar of vijftig zitten. Naast hem zat al een oude vrouw die keek alsof ze oud zijn niet leuk vond. De man had een grote lichtgroene plastic tas bij zich van warenhuis Robinson. Hoe weet ik dat? Omdat het erop stond. Zou het ook herkend hebben aan het logo, een sierlijke hoofdletter R. Hij rommelde wat in de tas, bekeek iets dat hij gekocht zal hebben, zette zijn bril af en stopte die in zijn borstzakje, waar al een balpen zat. Daarna pakte hij een tweede bril uit de tas, een mobieltje en een powerbank. Meer vertel ik niet.

Thailand, 28 mei – Toen ik in 2000 voor het eerst in Thailand kwam, dacht ik een onderontwikkeld land aan te treffen. Zo mochten die landen destijds nog heten. Ik had twee jaar in Kameroen gewoond en verwachtte een tweede Kameroen. Ik dacht dat Rotterdam een grote stad was, maar ook die gedachte sneuvelde al snel. Tijdens de rit van luchthaven Don Mueang naar hotel Nasa Vegas schrompelde mijn geboortestad ineen tot een dorp, vergeleken met de metropool Bangkok. En toen ik later een echo zag van de zwangere zus van mijn toenmalige vriendin, met wie ik in Nederland samenwoonde, dacht ik: Dit wordt een vakantie van verrassingen en dat werd het ook.

Thailand, 27 mei – Woensdagavond en -nacht heeft het 7 uur achtereen geregend in Bangkok. Er viel gemiddeld 100 mm per uur, in éen district 169 mm, veel te veel voor het riool dat 60 mm aan kan. De volgende ochtend leidde dat tot een enorme verkeerschaos. Vooral automobilisten klagen, want hun heilige koetje houdt niet zo van natte poten. Bij een soortgelijke zondvloed adviseerde de vorige gouverneur van de hoofdstad de klagers op een berg te gaan wonen als ze er niet tegen kunnen. Ik vond dat wel grappig, maar zijn stadsgenoten waren in alle staten. Wat zou hij zeggen als ze klaagden over de hitte: Dan ga je toch op de Noordpool wonen?

Thailand, 26 mei – In het pandje om de hoek dat lange tijd leegstond na het vertrek van Sure Delivery, is een nieuw eethuisje neergestreken. Een nette zaak met een koude en warme keuken. Ik zal het niet hebben over de houten stoelen want die deren mij niet wanneer het eten top is. Ik bestelde roergebakken varkensgehakt met basilicum en witte rijst, een gerecht dat restaurant Sarica voortreffelijk weet te bereiden. Maar deze gehakt was hard en leek al verschillende keren te zijn opgebakken in de wok. Mijn vriendin gaf haar gerecht ook een onvoldoende, dus daar komen we niet meer. Laat niemand zeggen dat je ‘overal in Thailand lekker kunt eten’.

Thailand, 25 mei – Vraag 1 Wat is irritanter: een leeg metrovoertuig dat voorbij rijdt (wat rond half tien gebeurt op metrostation Sam Yan) of een metrovoertuig dat voor je neus weg rijdt? Vraag 2 Wat is irritanter: je vaste stoel vlakbij de deur die bezet is of geplet worden in een overvol voertuig? Vraag 3 Wat is irritanter: naast iemand zitten die een knoflookwalm verspreidt of naast een Dikke Dame c.q. Heer? Vraag 4 Wat is irritanter: je paraplu meenemen maar het gaat het niet regenen of het gaat pas regenen als je thuis bent (zoals gisteravond). Dat vroeg ik me gisteren allemaal af.

Thailand, 24 mei – In de goeie ouwe tijd (Ja, die heeft echt bestaan) kregen schoolkinderen ijsvrij wanneer het vroor. Of we ook vrij kregen wanneer de temperatuur tropische hoogtes bereikte, weet ik niet meer. IJsvrij mag niet meer, en wanneer het kwik stijgt wordt overgestapt op een tropenrooster. Arme kinderen van tegenwoordig. Scholen zijn gevangenissen (geworden), geen lesminuutje mag verloren gaan. Nu de temperatuur in mijn kamer rond de 40 graden schommelt en een tropenrooster geen soelaas meer biedt, ga ik mezelf columnvrij geven. Want mijn gedachten zijn als stroop. Het enige wat ik wil is onder de koude douche staan. Maar zelfs de koudwater kraan laat me in de steek.

Thailand, 23 mei – Er zijn van die vragen, die regelmatig opduiken, maar tegen de tijd dat je het antwoord wil opzoeken, ben je de vraag alweer vergeten. Zo’n vraag is: Hebben kikkers billen? Ik heb me dat vaak afgevraagd. Ik vermoed van wel, want waarom zouden sommige restaurants anders cuisses de grenouille serveren? Wat – maar dit terzijde – smakelijker klinkt dan kikkerbilletjes. Gisteren toch maar eens het internet opgegaan. Ik weet nu dat de kikkerbil een stuk vlees is van het bovenbeen, vergelijkbaar met de drumstick van een kip, maar nog steeds weet ik niet of een kikker billen heeft. Frustrerend.

Thailand, 22 mei – Als je wil weten wat het werkwoord raggen betekent, moet je in Bangkok een tuk-tuk nemen. Gisteren zat ik er in zo een. Hij reed alsof de duivel hem op de hielen zat. De tuk-tuk zag er dan ook behoorlijk afgeragd uit. Als een motortaxibestuurder dezelfde rijstijl heeft, stap ik af, betaal voor de hele rit – besteld is besteld – en loop naar mijn bestemming. Ik heb het idee dat een tuk-tuk betere overlevingskansen biedt, maar dat kan een illusie zijn. Taxibestuurders krijgen vaak geen kans om te raggen. Heeft de verkeerscongestie in de hoofdstad toch nog een voordeel.

Thailand, 21 mei – Het was 5 uur ’s middags. Ik liep op de Rama IV weg. De zon  brandde op mijn hoofd. Ik neuriede: ‘Moriaantje zo zwart als roet ging eens wandelen zonder hoed. Maar de zon scheen op zijn bolletje, daarom droeg hij een parasolletje.’ Mag dit liedje nog of is het net zo politiek incorrect als Zwarte Piet? [NB Zwarte Piet moet blijven] Ik had een paraplu bij me, want het zou gaan regenen. Maar ik durfde hem niet uit te klappen uit angst hem te kwetsen. Als ik paraplu was, zou ik het gebruik als parasol niet leuk vinden. Een paraplu heeft ook eergevoel.

Thailand, 20 mei – Het regenseizoen is aangebroken. Elke dag is de vraag als ik uitga: paraplu meenemen of niet? Je kunt er bijna vergif op innemen: Als ik hem meeneem, blijft het droog, als ik hem achterlaat, gaat het regenen. In Bangkok leidt de regen tot ondergelopen straten, want het riool kan de watermassa’s die uit de hemel vallen, niet tijdig verwerken. Het verkeer raakt verstopt, auto’s lopen op sommige plaatsen vast. De krant meldt het in tekst en beeld. Ik zou een standaardbericht kunnen maken met plaats en tijdstip als invuloefening. Mijn ‘dorpsstraatje’ heb ik nog nooit zien veranderen in een kolkend watertje. Een paar straten verder zou ik kunnen pootjebaden.

Thailand, 19 mei – Paniek! Grote paniek in Huize Van der Lugt. Had flappen getapt (wordt die uitdrukking nog gebruikt?), maar het pasje bleef steken. Gelukkig is er een bijkantoortje van de bank om de hoek en daar sprak het personeel net voldoende Engels om te begrijpen wat er gebeurd was. Ik liep terug naar de geldautomaat. Pasje helemaal verdwenen. Weer paniek. Had iemand het uit de gleuf kunnen wurmen? De bankmedewerkster vroeg me 2 uur later terug te komen. Ze had de sleutel van de flappentapper niet. Paspoort meenemen. Toen ik kwam, lag het pasje er al. Diepe zucht van verlichting. Het was me het dagje wel.

Thailand, 18 mei – Tot nu toe stond onder mijn columns de regel: reacties met te veel tik- en spelfouten worden verwijderd. Ik eis van mezelf onberispelijk taalgebruik en verwacht het daarom ook van degenen die reageren. Maar het valt mee, ik heb zelden de regel hoeven toe te passen. Vanaf vandaag hanteer ik een nieuwe regel: reacties waarvan ik moet gapen worden verwijderd. Dus gezeur, open deuren, clichés, overbodige reacties, saaie reacties, wijsneuzerij – het  verdwijnt allemaal onder de delete-knop. Zonder aanzien des persoons. Geen vriendjespolitiek, geen hand over mijn hart meer. Mijn kaken beginnen pijn te doen van al dat gegaap.

Thailand, 17 mei – De wapens staan klaar: een bak, mop met lange steel, handveger, borstel en een ontstopper. Tweemaal wist hij al te ontsnappen. Want hij is slim, hij mijdt het open veld waarop hij geen schijn van kans tegen me heeft. Hij kiest een vluchtroute dicht tegen de muur aan. Ik por hier en daar, maar hij vertoont zich niet. Hij moet ergens in de buurt van het balkon zijn, ver van mijn bed. Ik heb de balkondeur open gedaan om hem ‘Peace with honor’ te gunnen, een eervolle aftocht naar veiliger oorden. Ik heb al verschillende overwinningen op kakkerlakken op mijn naam staan. Maar dit is een taaie tegenstander.

Thailand, 16 mei – Mijn vriend, die nog eigenwijzer is dan ik, corrigeert mijn uitspraak als ik iets in het Thais zeg. Daar schept hij een zeker genoegen in. Thais is een subtiele (toon)taal. Eén verkeerde toon en je maakt iemand uit voor gefermenteerde vis, een eufemisme voor rotte vis. Toen ik het dan ook had over Asok, een district in Bangkok, zei hij: Nee Dick, het is Asòòk. De lange ò dus, maar niet de Nederlandse oo-klank. Ik mag graag de spot drijven met zijn correcties. Ik draag sokken, geen sòòkken, zeg ik dan. Of: Wie A-sok zegt, moet ook B-sok zeggen. Maar hij laat zich niet van de wijs brengen.

Thailand, 15 mei – Ik hanteer in Thailand vier criteria om te bepalen of ik een restaurant in mijn armen sluit: 1 Zitcomfort. Als ik van die slappe plastic krukjes zie, keiharde houten krukken, houten stoelen of nog erger metalen rooster rugleuningen loop ik door. 2 De toestand van de toiletten en urinoirs. 3 Het personeelsbestand. Zaken waar het personeel snel wisselt, zijn verdacht. 4 De kwaliteit van het eten. Is dat alles? En het menu dan, de bediening (o.a. snelheid,) tafelschikking, prijs en het interieur en de locatie? Niet onbelangrijk, maar niet doorslaggevend. Soms overtreed ik mijn regels. Consequent gedrag is zóóó saai.

Thailand, 14 mei – Toen ik gisteren schreef over Jack and Jill, moest ik denken aan andere versjes en verhalen die ik in Engeland heb geleerd toen ik in een kindertehuis werkte. The runaway pancake bijvoorbeeld over een dikke vette pannenkoek die de benen neemt. Onderweg komt hij allerlei dieren tegen die hem willen verorberen. Wie het verhaaltje voorleest, dient de bijbehorende dierengeluiden te maken. Als laatste komt hij drie kleine meisjes tegen die honger hebben. Ze vragen vriendelijk of ze een hapje mogen nemen. De pannenkoek strijkt met zijn hand over zijn hart en offert zich helemaal op. Soms zijn pannenkoeken aardiger dan mensen. (De illustratie toont een andere versie)

Thailand, 13 mei – Nursery Rhymes hebben vaak een nonsens inhoud. Neem Jack en Jill. Die liepen een heuvel op om een emmer met water te vullen. O Ja? Dan tart het water de zwaartekracht. Jack breekt zijn kruin. Hoe flikt hij dat? En Jill komt achter hem aan tuimelen. Wikipedia leert me dat er 15 coupletten zijn, maar die ken ik niet. In een ander couplet behandelt moeder de onfortuinlijke Jack met azijn en bruin papier en legt ze Jill over haar knie omdat die Jack uitlacht. Elke keer als ik wafeltjes koop van het merk Jack ’n Jill, declameer ik in stilte het versje.

Thailand, 12 mei – Om van A naar B te geraken, vereist op hete dagen (35-40 graden) zoveel inspanning dat ik er maar vanaf zie. In mijn hotelkamer draag ik een pendek. Uitgaan betekent verkleden in korte broek, T-shirt en schoenen. Daarna naar beneden (trap of lift), linksaf hotel uit naar de standplaats van de motortaxibestuurders. Als die er niet zijn, doorlopen naar soi 7 om een tuk-tuk of taxi aan te houden (beide 40 baht). In metrostation Huai Khwang met roltrap en trap naar beneden. In het metrovoertuig zitten of hangen aan een lus. In Sam Yan met twee roltrappen naar straatniveau. Tien minuten lopen. Na zo’n wereldreis ben ik uitgeput. Maar ik klaag niet.

Thailand, 11 mei – De wereld gaat aan vlijt ten onder. Als ik het Business-katern van Bangkok Post lees, moet ik altijd denken aan deze titel van het bekendste boek van Max Dendermonde (1954). Vooral wanneer het gaat over economische groei. De percentages van de waarzeggers tuimelen over elkaar heen. Dat de groei doorgaans het milieu schaadt, deert de overheid niet. Kolencentrales, dammen, industrieterreinen: het gaat maar door. Ik word er moe van door er alleen al over te lezen. En ik meld het allemaal braaf in mijn Nieuws uit Thailand met een enkele keer een cynische voetnoot. De milieubeweging in dit land verzet zich. Zal ze ooit winnen?

Thailand, 10 mei – Ik zat gisteren in een tuk-tuk waarvan de bestuurder in training leek voor de Formule-1 races. Als er maar even een gaatje viel, trapte hij het gaspedaal in. Nog een wonder dat het pedaal zich niet door de vloer boorde. Had zomaar gekund, want roest had al toegeslagen. Gelukkig had hij wel oog voor de verkeersdrempels, anders was ik met de tuk-tuk elke keer zoals Abeltje de lucht in geschoten. De lift van Abeltje landde in een Zuid-Amerikaans land, ik ga voor Vlaardingen, midden in de stad op het Veerplein. Dus rol de rode loper maar alvast uit, waarde stadsgenoten. Here I come.

Thailand, 9 mei – Wilt u een dessert?, lijkt een vrij onschuldige vraag als je zit te tafelen. Maar in Mae Hong Son, een provincie in het hoge Noorden aan de grens met Myanmar, betekende de vraag: Wilt u een escort? De provincie is de laatste tijd bijna elke dag in het nieuws omdat jonge meisjes van 15 tot 18 jaar er seksuele diensten verleenden aan voornamelijk politieagenten en ambtenaren en mogelijk zelfs de gouverneur van de provincie. De bemiddelaars [lees: pooiers] waren hoge politieofficieren. Ik ben benieuwd of ze ooit veroordeeld worden. Ik vrees dat alleen Barbertje moet hangen, de hoge heren zullen wel weer de dans ontspringen.

Thailand, 8 mei – In restaurant Sarica, waar ik vaak eet, kregen alle klanten een glas water. Gratis en voor niets, en wanneer het opraakte, werd het glas bijgevuld. Ik vond dat een leuke service. Ook bij Dick’s café krijg je een glas water, maar alleen bij de maaltijd. Niet bij de andere consumpties, zoals Sarica deed. Maar die is ermee gestopt. Je moet er nu om vragen en dan wordt zelfs een flesje aangeboden, ook gratis. Ik snap het wel: te veel glazen water bleven onaangeroerd. Maar ik mis het wel, zo’n kleine attentie. In Nederland krijg je een flesje mineraalwater als je om water vraagt. Maar daarvoor moet je wel betalen.

Thailand, 7 mei – Het Nederlandse nieuws interesseert me maar matig of eigenlijk helemaal niet. Nieuws- en krantensites volg ik niet. Wat ik weet, heb ik gelezen op Facebook. Maar dat vormt geen aansporing om terug te willen keren naar mijn roots, want die roots zijn er allang niet meer. Gisteren las ik over Geen Stijl en Dumpert. Van Dumpert had ik nog nooit gehoord, Geen Stijl volg ik niet. Niet uit fatsoensoverwegingen, maar gewoon omdat die puberale oprispingen van knapen die last hebben van acne, niet interessant zijn. En bovendien ook zóóó cliché. Ik kan veel origineler beledigingen bedenken. Let wel: dit is geen sollicitatie.

Thailand, 6 mei – Zag op een taxi de tekst Wifi on car. Wat krijgen we nou? Dus zelfs als Thai een taxirit maken, moeten ze kunnen internetten. Dat wijst op een ernstige verslaving. Nog even en we maken het mee dat in elk openbaar toilet een bordje Free Wifi hangt. Mag ik als niet-telefoonzombie ook eens voor mijn rechten opkomen? Ik eis Wifi-vrije horeca, in hotels Wifi-vrije kamers, in treinen Wifi-vrije coupés. Ik eis dat de geschiedenis herschreven wordt in een pre- en post Wifi-tijdperk. Naast mijn voordeur ga ik een bordje ophangen: ‘Wifi-vrije woning. Wie hier chattend of gamend binnen huppelt, wordt er 1-2-3 weer uit geknuppeld.’

Thailand, 5 mei – Las op een T-shirt de prikkelende vraag Who am I? Ik stelde hem aan mezelf. Ben ik Dick de journalist, Dick de docent, Dick de zoon van, Dick de vader van, of Dick de vriend van? Dat zijn allemaal rollen die ik speel en het zijn ze niet eens allemaal. Ze kunnen misschien ook per dag verschillen. De ene dag is Dick de journalist een gemene etter, de andere dag een empathische toehoorder. Op deze plaats ben ik Dick de columnist, de reïncarnatie van de hofnar, maar ook soms de chroniqueur van ’t gewone leven. Vandaag stap ik even uit mijn rol: de columnist neemt een vrije dag.

Thailand, 4 mei – Soms beroert het Thaise nieuws me. Neem het echtpaar Udom Sirisorn (54) en zijn vrouw Daeng (51) uit de provincie Kalasin. Gewone mensjes die hard moeten sappelen om het hoofd boven water te houden. Ze wilden paddenstoelen toevoegen aan hun dagelijks hap. Lekker toch?  Dus trokken ze het bos in om wilde paddenstoelen te plukken. Maar ze hadden de pech op het verkeerde moment op de verkeerde plaats te zijn. Ze werden aangezien voor illegale houtkappers waarop boswachters jacht maakten. En nu zitten ze gevangen: al 20 maanden, nog 40 maanden te gaan. Hoe onrechtvaardig.

Thailand, 3 mei – De geboortegrond van de column is de verwondering, de verbazing, het onverwachte. Ontbreekt dat element dan is de column krachteloos. Ik moest daar gisteren aan denken toen ik bij restaurant Sarica spaghetti vongole at. Het gerecht eet ik vaak, maar het verraste niet. De achtergrondmuziek, die op een beschaafd volume staat, kan ik zo langzamerhand dromen. Van Spottify hebben ze vast nog nooit gehoord. Bij de 7-Eleven kocht ik Khao Shong cappuccino mix, koffie met een hazelnoot smaakje. Ook vertrouwd, niet verrassend. Daarna naar de Ocean bar, waar ik zoals meestal de enige klant was. Terug met de metro. Mijn voorkeursplaats was bezet. Is dit nu een column?

Thailand, 2 mei – De Thaise premier generaal Prayut mag in zijn handjes knijpen dat hij niet de premier van het Verenigd Koninkrijk is. In Thailand ergert hij zich al aan de ‘brutale’ verslaggevers, die hem vragen durven te stellen, in Engeland zou hij constant in de stress schieten. Maar die Thaise verslaggevers zijn helemaal niet brutaal, het zijn watjes. Ze noteren braaf de onzin die de autoriteiten uitkramen, ze controleren zelden of die de waarheid spreken en ze stellen de meest voor de hand liggende vragen niet. De Thaise overheid wil ze nu aan banden leggen middels een omstreden mediawet. Lees erover op Dick’s blog.

Thailand, 1 mei – Er zijn twee mogelijkheden: 1 De mouwen van merkoverhemden zijn te lang, 2 De armen van Thaise mannen zijn te kort. Ik heb het niet over het textiel dat op de markt te koop is, want dat overleeft weinig wasbeurten, vooral omdat het nogal ruw gewassen wordt. Ik zie het mijn vriendin met haar wasgoed doen. Ze gaat tekeer alsof ze een roestige ijzeren boot aan het bikken is. Ik heb het over merkoverhemden die te koop zijn in warenhuizen als Robinson. De maatvoering is gebaseerd op westerse armlengtes, waardoor de mouwen vaak te lang zijn voor Thai. Er is behoefte aan een Thaise Polyphemon met een speciaal Procrustes bed voor armen.

Thailand, 30 april – 2:21 uur ’t Regent, ’t regent, de straten worden nat, maar ik niet. 2:21 uur? Jawel, het is nacht, het is stil, een ideaal tijdstip om te werken. Vroeger, toen ik nog tot Neerlands arbeidsleger behoorde, had dat niet gekund; een leraar die voor de klas in slaap valt, is geen gezicht. ’t Is me wel eens overkomen in een derde klas lagere school. De kinderen hadden er begrip voor: Sstt, de meester slaapt. 2:28 uur De regen neemt in hevigheid toe. Gunstig bijeffect: de temperatuur zakt, overdag 39 graden, ’s nachts niet veel minder. Ik zou eigenlijk wel naar buiten willen. Waarom doe ik dat niet?

Thailand, 29 april – Elke vrijdagavond na het acht uur journaal, waarin plichtsgetrouw beelden van koninklijke (ook buitenlandse) bezoeken, houdt premier Prayut een ellenlange toespraak over het regeringsbeleid. Zijn praatje wordt in het Engels ondertiteld (zonder de gebruikelijke spelfouten die je elders ziet) en geïllustreerd met beelden van de onderwerpen die hij bespreekt. Die beelden – dat is het aardige voor mij – kleuren vaak het nieuws in waarover ik heb geschreven. Maar wat hij zegt, kan mij gestolen worden. Het is veel blabla en borstklopperij, in gewoon Nederlands gelul of om Martin Simek te citeren ‘geloel’. Prayut’s wenkbrauwen gaan op en neer als hij praat. Zou dat iets betekenen?

Thailand, 28 april – De route Sam Yan-Huai Khwang kan ik dromen. Als ik samen met mijn vriendin ben uitgeweest, nemen we altijd een taxi, want de taxirit is slechts een fractie duurder dan het vervoer per metro en tuktuk. Er zijn twee routes: via de Thanon Si Ayutthaya en de Thanon Witthayu. Op Witthayu passeren we de Nederlandse ambassade en het restaurant van voormalig sterrenkok Henk Savelberg. Heb er nooit gegeten en zal er nooit eten om mijn bankroet te voorkomen. We vertrekken altijd na 21 uur, want dan is de meeste drukte voorbij. Maar soms ook niet. Het ergert me niet meer. Ik heb geduld geleerd in Thailand.

Thailand, 27 april – Paris n’est pas la France, luidt de uitdrukking en hetzelfde zou je kunnen zeggen over Bangkok: Bangkok is niet Thailand. Wie het nieuwskatern van BP leest, krijgt vaak de indruk dat Thailand ophoudt bij de stadsgrenzen van de hoofdstad. Niets bijzonders, want ook de Nederlandse landelijk kranten lijden aan bewustzijnsvernauwing. Veel nieuws speelt zich af in de Randstad, de rest van Nederland komt er bekaaid vanaf. Als ik Nieuws uit Thailand maak, vergeet ik regelmatig de stad te vermelden. Het gaat dan altijd om Bangkok. Sommige expats menen dat de Isaan, het Noordoosten van Thailand, het échte Thailand is. Als inwoner van Bangkok zeg ik: De Isaan n’est pas Thailand.

Thailand, 26 april – Tijdens een uitstapje vertelde de gids dat Thailand drie seizoenen kent: hot, very hot en verry, verry hot. Vond ik wel grappig. De rest van het gezelschap in het minibusje heb ik niet zien lachen. Misschien verstonden ze haar niet. Vorige maand begon het very hot seizoen, deze maand is het very, very hot seizoen. Boodschappen doen in de 7-Eleven is een feest, want daar kun je even ontsnappen aan de zinderende hitte. Het is er koud, maar hoe koud? De thermometer die er hing, wees 24 graden aan. Thermometers liegen niet, maar mijn lichaam zei iets anders. Wie moet ik geloven?

Thailand, 25 april – ‘Onze Vader die in de hemelen zijt. Geef ons heden ons dagelijks portie mobielgebruik en verlos ons van de zonde wanneer we ons mobieltje verwaarlozen.’ Maak ik me nu schuldig aan godslastering? Strenge gelovigen van de zwarte-kousenkerk zullen me een hiernamaals in de hel voorspellen. Maar ik heb een ander beeld van God de Vader. Hij is niet de strenge God die toeziet of je met je handen boven de dekens slaapt en die zelfs weet wat je denkt. Hij veranderde in de gedaante van zijn Zoon water in wijn, voedde honderden monden met vis en brood en bracht Lazarus tot leven. Hij kan wel glimlachen om mijn ‘gebed’.

Thailand, 24 april – Wat, alweer een column over de telefoonzombie, Dick? Nou laat dat ‘alweer’ maar weg, want ik schreef er lange tijd niet over. Ja, ik heb de zombie verwaarloosd, geen aandacht besteed aan deze uitwas van het menselijk gedrag. Gisteren in mijn eethuisje aan de tafel naast mij zat er één. Op de (vijfpunts) Schaal van Zombie een 4. Hij was volledig in de ban van het heilige mobieltje, ook nadat het eten voor hem neergezet was. Pas je wel op, had ik willen zeggen. Hij: Hoe bedoel-u? Ik: Dat je niet per ongeluk een hap van je mobieltje neemt.

Thailand, 23 april – Sinds ik de gepasteuriseerde melk van Dutch Mill, 0 procent vet, heb ontdekt, drink ik geen soyamelk meer want die is te zoet. Inmiddels ben ik gewend aan de melk en denk niet meer bij elke slok: de halfvolle melk van Albert Heijn is toch lekkerder. De fles kost 24,5 baht, wat bij het afrekenen soms wordt afgerond, maar ik krijg ook wel eens een muntje van een halve baht. Daar kan ik niets mee. Dus stort die in de collectebus van een liefdadig doel. In het metrostation Sam Yan staat een doorzichtige plastic bak, goed gevuld met 20 baht bankbiljetten. Hij is niet geborgd. Dat is in Nederland ondenkbaar.

Thailand, 22 april – Men zegt: de liefde van de man gaat door de maag. Ik zeg: de liefde voor een land gaat door de maag. Denkend aan Holland zie ik niet brede rivieren [Nou ja, misschien wel de Nieuwe Maas bij ‘t Platje in Vlaardingen] maar ik zie haring, lekkerbekkie, zoete aardbeien, (Rotterdamse) bitterballen, rundvleeskroketten van Kwekkeboom, Zeeuwse mosselen, patat van Bram Ladage, halfvolle melk en een stevige andijviestamppot met een balletje gehakt. Het water loopt me al in de mond door erover te schrijven. Laat ik nu maar verder zwijgen, anders krijg ik nog heimwee naar de Lage Landen en dat vindt mijn gastland vast niet leuk.

Thailand, 21 april – Naar sommige muziek kan ik eindeloos luisteren, van sommige gerechten kan ik intens genieten en sommige films kan ik niet vaak genoeg zien. Nou, denkt u misschien: nogal logisch als je in Thailand resideert,  het land dat pretendeert de Kitchen of the World te zijn, en het land [beter gezegd cineast Apichatpong] dat met de film ‘Uncle Boonmee who can recall his past lives’ in 2010 op het filmfestival van Cannes de Gouden Palm won. Maar ik doel niet op Thaise muziek, ik doel op deze muziek: https://youtu.be/8CnhcGpmH9Y. En ik doel op films als ‘Ghandi’ en ‘Passage to India’. Is dat niet raar?

Thailand, 20 april – (Vervolg van gisteren) Worden er eigenlijk nog wel lachfilms gemaakt? Zijn er nog komieken, zoals Norman Wisdom, Louis de Funès, de Trois Charlots, Bud Spencer en Terence Hill, Fernandel  en als ik nog verder terugga in de geschiedenis Charlie Chaplin, Buster Keaton, Stan Laurel en Oliver Hardy? Ieder zijn meug, maar Rowan Atkinson en Leslie Nielsen vind ik niet te pruimen. Hier in Thailand kom ik helemaal niet aan mijn trekken. Op de tv in mijn kamer zit het motion nonstop kanaal MONO29. Ik heb de keus uit geweld, misdaad en rampen. Not my cup of tea.

Thailand, 19 april – Toen ik voor het eerst The Party zag – dat was op een oudejaarsavond – met Peter Sellers in de hoofdrol, kwam ik niet meer bij van het lachen. Zal wel vooraf naar de wc zijn gegaan, anders had ik het in mijn broek gedaan. Ook de keren dat ik de film terugzag, bleef hij hilarisch, alhoewel iets minder verrassend. De Pink Panther films, ik denk dat ik ze allemaal gezien heb. Van Being There, ik kende het boek al, heb ik genoten. Een venijniger film over politici ken ik niet. In Almere heb je een Peter Sellershof. Foute stad. (Wordt vervolgd)

Thailand, 18 april – Ik vind het Thaise journaal vaak een Muppet Show. Er wordt ongelooflijk veel (en opvallend snel) in geluld door mannen, ja voornamelijk mannen, met heel hoge borsten. Ze lijken te zeggen: kijk eens hoe belangrijk ik ben. En dat is misschien ook zo in de ogen van Thai, maar niet in de mijne. Oké, ik kan ze niet verstaan, maar weet wel vaak uit de krant wat voor soms onzinnige voornemens ze hebben. Geen zee is te hoog. Hogesnelheidslijn? Moet kunnen. Onderzeeërs? Moet kunnen. Formule-1 races? Moet kunnen. Ondertussen wordt de kloof tussen rijk en arm alleen maar groter, is het onderwijs een ramp… moet ik doorgaan?

Thailand, 17 april – Als ik via Silom Road naar Sarica of Dick’s Café loop, waar ik vaak eet, passeer ik een café met de tekst ‘All you need is cat and coffee’. Ik ben er nooit binnen geweest, want ik heb geen kat nodig en drink geen koffie voor de maaltijd. Thailand telt sinds enkele jaren dierencafés, las ik in Bangkok Post. Je kunt er spelen met katten, honden, konijnen, cavia’s en exotische dieren zoals wasberen, uilen, vossen, meerkatten enzovoort. De trend is in 1998 begonnen in Taiwan en heeft zich vanuit Japan over de wereld verspreid. Voor één dier kun je hier in veel zaken terecht: de kakkerlak.

Thailand, 16 april – Vandaag mag ik weer buiten spelen. De afgelopen drie dagen had ik mezelf huisarrest opgelegd vanwege Songkran, dat ook bij mij in de buurt niets meer te maken heeft met waarvoor het feest ooit bedoeld is geweest. Het is ook hier verworden tot een vrijbrief om het op een zuipen te zetten en anderen te bespuiten, begieten en met talkpoeder te bewerken. ’Alcohol maakt meer kapot dan je lief is’, geldt ook in Thailand. De verkeersongevallencijfers van de zogeheten seven dangerous days spreken weer boekdelen. Wanneer staat er eens een Bob op? Of is iedereen alcoholist hier?

Thailand, 15 april – Ooit sprak een vrouw me plompverloren op straat aan, in Nakhon Nayok, waar ik een tijd heb gewoond. Na enkele voor de hand liggende vragen, zoals waar ik vandaan kwam, vroeg ze: Wat vindt u van Thaise mensen? De vraag overviel me. Had er nog nooit over nagedacht. Ik antwoordde: There are many. Dat leek me een zinnig antwoord. Wat anders kun je zeggen over 67 miljoen Thai van wie ik er een klein aantal ken? De ironie ontging haar, dus lulde ik daarna maar wat over goeie en slechte Thai. De volgende keer vraag ik: Waarom wilt u dat weten, bent u een geheim agent?

Thailand, 14 april – Wat merkte ik gisteren van de eerste dag van Songkran? Toen ik om zeven uur naar de 7-Eleven liep helemaal niets. Het enige water lekte uit koelboxen, maar dat zie ik elke dag. Om 12 uur in de hal van het hotel kwam de eerste kennismaking. Er stond een grote goudkleurige bak met water waarin bloemblaadjes dreven. De receptioniste goot met een vingerkommetje wat water over mijn handen, zoals de traditie vereist. Ik was aangenaam verrast, want had dit voorgaande jaren nooit meegemaakt. De karaoke-installatie met megaboxen van de buren ontbrak dit jaar, daar was ik niet rouwig om.

Thailand, 13 april – Geen mini-mini miertje te zien. Niet in mijn kamer, niet in mijn badkamer. Zelfs een restje jam achtergebleven op mijn ontbijtbordje blijft onaangeroerd. Zijn mijn lieve vriendjes en vriendinnetjes bevangen door de hitte? Want het is dezer dagen zinderend heet en in mijn pied à terre nog een paar graadjes warmer. Ik zeur niet, ik klaag niet, want alles is beter dan het te frequente kille en natte weer in Nederland. Vandaag barst het Songkran-‘geweld’ los. Met een beetje geluk houd ik het, althans op straat, drie dagen droog. Een koude douche daarentegen valt niet te versmaden. Nog beter: twee koude douches.

Thailand, 12 april – Sarica, Surawong Road. Terwijl ik genoot van een verfrissende, doch zoals altijd te zoete milkshake, was ik getuige van de verwoede pogingen die een farang (niet-Aziatische buitenlander), niet meer de jongste, deed om een taxi te bemachtigen. Hij zag er wat sjofel uit en leek me aangeschoten. Vier taxibestuurders lieten hem staan, nadat hij via het door de chauffeur open gedraaide raampje zijn bestemming had opgegeven. Een vijfde taxi stopte niet eens. Hij stak zijn middelvinger op en stak daarna de straat over met enigszins onvaste pas. Daar verloor ik hem uit het oog. Taxibestuurders mogen geen klanten weigeren, maar ze doen het toch. Waarom hoef ik toch niet meer uit te leggen?

Thailand, 11 april – Ik zag een jonge vrouw. Daarvan zijn er velen in Bangkok. Ze had een crèmekleurig speelpakje aan, sportief en een tikje ondeugend: korte broek en blouse waarvan het bovenste knoopje wel erg laag zat, maar er viel niets te onthullen. Haar ogen had ze verborgen achter een bril, die ontworpen leek door een lasser en een fijnmetaal arbeider. Het haar droeg ze opgebonden in een eigenwijze knoet. De vrouw viel op omdat ze een papieren tas van Zara droeg, een prijzig kledingmerk. Maar die had zijn beste tijd gehad. Twee mogelijkheden: ze is een milieufreak of een snob. Ik gok op het laatste.

Thailand, 10 april – Never a dull moment in Thailand, althans in het papieren Thailand waarin ik leef. Milieuprotesten hebben mijn bijzondere belangstelling, zoals de recente protesten tegen de aanleg van een diepzeehaven met een betonnen brug van een kilometer naar het vasteland. De al even controversiële kolencentrales zullen binnenkort wel weer opduiken in het nieuws. De Mekong is een zorgenkind. Laos bouwt twee dammen, Thailand is medeplichtig want neemt de elektriciteit af. De drijvende kracht achter al die milieuaanslagen is de preoccupatie met de economische groei. De procentjes regeren. Gelukkig is er verzet, zelfs nu het leger aan de macht is. Maar uiteindelijk wint de overheid, vrees ik.

Thailand, 9 april – Op 13, 14 en 15 april heb ik zelfgekozen huisarrest. Dan wordt Songkran ‘gevierd’, het Thaise Nieuwjaar soms foutief aangeduid als boeddhistisch nieuwjaar. Wie wil weten hoe ik over Songkran denk, leze mijn artikel ‘Het dubbele gezicht van Songkran’. De overheid heeft om minder uitbundigheid gevraagd, want na het overlijden van Bhumibol is een rouwperiode van een jaar afgekondigd. De journaallezers zijn nog steeds in het zwart gekleed evenals fervente royalisten. Supersoakers, nu al volop te koop, zijn verboden. Het verbod zal weinig verschil maken, want TIT (This Is Thailand), hetgeen vrij vertaald betekent LAR (Lak Aan Regels).

Thailand, 8 april – Wat doe je als je een vreemde taal onvoldoende machtig bent om de weg te vragen? Ik was op zoek naar een postagentschap, maar dat bleek er niet meer te zijn. Dus aan een inboorling de envelop getoond die ik (aangetekend) wilde versturen. De inboorling verwees me naar een gebouw waarvan ik de naam wist. Daar verwees een inboorling me naar weer een ander gebouw. Een passant wees me de weg. Daar werd ik de verkeerde kant opgestuurd, maar iemand die er werkte, liep met me mee naar mijn bestemming. Er werkte een vrouw die behoorlijk Engels sprak. Dat viel weer mee.

Thailand, 7 april – De avond was lang want had vroeg gegeten. De televisie bood weinig variatie. Veel quizzen, veel gepraat, dus bleef hangen bij The Perfect Storm, een bekroonde rampenfilm uit 2000, die zich afspeelt in de beruchte Bermuda driehoek. Spectaculair, dat wel, maar niet in staat mijn aandacht lang vast te houden. Want veel van hetzelfde: torenhoge golven, een vissersboot en zeiljacht die heen en weer geslingerd werden, watermassa’s die op de boten beukten, een reddingsoperatie met helikopter. De film was in het Thais nagesynchroniseerd, wat de begrijpelijkheid ook al niet ten goede kwam. Ik miste een verhaal waarin je als kijker meegezogen wordt. Heb hem wel uitgekeken.

Thailand, 6 april – Je hebt vredesduiven, tortelduiven, duiven op de Dam en ze lijken allemaal onschuldig, maar vergis je niet. Duiven kunnen ziektes overbrengen, daarom worden ze ook wel vliegende ratten genoemd. En poepen dat die beesten kunnen, ze produceren 14 kilo mest per jaar. Dat is bijna het gewicht van de koffer die ik meezeul als ik naar Nederland v.v. ga. Bangkok, zo lijkt het, maakt momenteel een invasie van duiven mee. Laatst zag ik er tientallen op een veldje waar ik ze nooit eerder heb gezien. En ook bij mij in de buurt scharrelen die brutale beesten sinds kort rond. Het wordt tijd voor een tegenaanval.

Thailand, 5 april – Het boeddhisme is een vredelievende levensbeschouwing (ik schrijf niet godsdienst, want de Boeddha is geen god). Maar wie de krant leest (misschien kun je dat beter niet doen) krijgt een ander beeld. Ik meld het allemaal trouw in het dagelijks nieuwsoverzicht op mijn website: moorden, verkrachtingen, vechtpartijen, mishandelingen, martelingen en dan heb je ook nog schrijnende gevallen van oplichting, fraude en corruptie. In Nederland is wel eens een poging gedaan een goed-nieuwskrant te maken. Het experiment is snel afgeblazen bij gebrek aan clientèle. Van goed nieuws val je in slaap, van slecht nieuws gaat je hart sneller kloppen.

Thailand, 4 april – Red Bull geeft je vleugels, zegt de reclame. Bestuurders van minibusjes schijnen te denken dat dit betekent: gaspedaal indrukken. Dat leidt soms tot tragische ongevallen met vele doden, want er zitten soms ook meer passagiers in een busje dan is toegestaan. De overheid heeft een oplossing bedacht: de midibus met plaats voor 20 passagiers. Die is véél veiliger. Dus worden de vervoerders gedwongen hun mini’s te vervangen door midi’s. Of dat gaat gebeuren, moet ik nog zien, want This Is Thailand, hetgeen betekent: lak aan regels. Maar goed, het plan is er. Thailand is heel goed in plannen maken, alleen worden ze nooit uitgevoerd.

Thailand, 3 april – Terwijl ik nature’s call beantwoordde, werd mijn oog getrokken door een mini-mini miertje dat moederziel alleen langs de zijkant van het bad omhoog klom. Ik hoorde in mijn hoofd een liedje uit mijn jeugd: ‘Een vreemde, arme snuiter was moe-de, moe-de van het wand’len. Hij had zijn fluit verloren uit zijnen mantel-zak, zak … Metrisch leent het lied zich heel goed om een wandelmars van 15 km te ondersteunen, waarvan ik er ettelijke als padvinder heb gelopen. Het lied plus notenbalk moet in de liedjesbundel Jan Pierewiet staan. Als ik in Nederland op vakantie ben, ga ik dat controleren. O, heerlijk jeugdsentiment!

Thailand, 2 april – (Vervolg van gisteren) Onlangs kwam in de buurt een tweekamer appartement vrij. Mijn vriendin was enthousiast: grote kamer en er zat een keuken bij. Ik ben wezen kijken, maar was niet enthousiast. Uitzicht ontbrak en hij leek me erg warm. In mijn huidige kamer, hoewel het uitzicht ook niet groots is, heeft de wind aan drie kanten vrij spel. De huur was ook hoger en meubilair ontbrak grotendeels. Internet was beschikbaar, maar die had ik eerst wel eens willen testen. Het gebrek aan ventilatie zou uiterst onaangenaam zijn voor mijn vriendin, die sinds haar ziekte helemaal niet meer tegen warmte kan. Dat gaf de doorslag.

Thailand, 1 april – Ik heb een kamer in wat een pension-hotel wordt genoemd. De locatie bevalt me: het hotel staat aan een rustig straatje en vanaf een metrostation in de buurt ben ik snel in hartje Bangkok. Ideaal zouden twee kamers zijn: een slaapkamer en een werkkamer. Dan kan mijn vriendin ongestoord slapen, wanneer ik aan het werk ben – vaak ’s nachts met het licht aan. Maar dat schijnt haar toch te lukken. De badkamer is voorzien van een toilet, bad, douche en wastafel (warm en koud water). Inclusief elektra, water, afvalheffing, internet plus krant kost de kamer me een kleine 10.000 baht per maand. De airco gebruik ik niet: te koud, ziek makend en vreet stroom. (Wordt vervolgd)

Thailand, 31 maart – Ik kreeg een uitnodiging voor het Festival van het vrije woord op 3 mei bij Beeld en Geluid  Hilversum. 3 mei is de Internationale Dag van de Persvrijheid. Dan worden ook het jaarverslag van Freedom House en de Persmonitor gepresenteerd. Formeel kent Thailand persvrijheid, maar in de praktijk komt dat neer op zelfcensuur. Ongetwijfeld weten Thaise journalisten veel, maar ze schrijven het niet op. Gelukkig is er één medium, waarop de autoriteiten geen vat hebben: de radio trottoir of zoals dat in Suriname heet de mofo koranti. Die brengt het nieuws van horen zeggen. Betrouwbaar? Zoals we in de journalistiek zeggen: If your mother says she loves you, check it out.

Thailand, 30 maart – Een bekende auteur van marketingboeken heeft me eens uitgelegd wat marketing is. Een klant stapt een kledingwinkel binnen om een zwart pak te kopen. Twee mogelijkheden. A De verkoper zegt: Hebben we niet, maar ik heb wel een mooi donkerblauw pak voor u. B Hebben we niet maar mijn buurman heeft ze wel. Marketing, betoogde hij, is niet het verkopen van producten maar het oplossen van consumentenproblemen en daarom is B beter. Onlangs at ik in het naamloze eethuisje dat ik eerder beschreef. Mijn portie was kleiner dan dat van mijn tafelgenoten, dus ik at mijn bordje leeg. En ik had er pas twee keer eerder gegeten. Die mensen begrijpen wat marketing is.

Thailand, 29 maart – Zou er één plek in Bangkok zijn, die stil is? Waar je geen auto- en motorfietsverkeer hoort, de ijscoman niet komt met zijn irritante getingel, geen pickup truck staat met een luidspreker op het dak, zodat iedereen in de verre omtrek kan horen welk fruit hij vanuit de laadbak verkoopt, geen bars met megagrote speakerkasten zijn, schreeuwende jonge vrouwen geen reclame  maken, tuktuks niet komen, geen vliegtuigen overheen vliegen – moet ik doorgaan? Een vriend van mij met astronomie als hobby moet helemaal naar Frankrijk om een donkere plek te vinden. Waar moet ik naartoe om een stille plek te vinden?

Thailand, 28 maart – Toen ik voor mijn nieuwsrubriek op internet zocht naar de uitdrukking ‘Het is ook nooit goed’, bleek het ook de titel van een boekje te zijn. De auteur, ene Michelle, geeft adviezen hoe te reageren op voortdurende kritiek van je partner. Ze adviseert: probeer te begrijpen waar die kritiek vandaan komt. Wat een softie! Mijn advies luidt: zet die vent of dat wijf het huis uit. Ik wil helemaal niet weten waar die kritiek vandaan komt. Ben je bedonderd, dat is het probleem van de ander, niet van mij. Dus bek houden of oprotten. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. De beuk erin!

Thailand, 27 maart – Ik heb vandaag mijn portie ellende wel gehad. En ik keek niet eens naar het journaal, ik keek naar Thaise soaps. Tegen wil en dank, want de tv stond aan. Het begon met een man die zich opdrong aan een vrouw, zijn colbert uittrok en zijn overhemd losknoopte. Maar reclame onderbrak de potentiële verkrachtingsscène en daarna sjokte hij in de branding, keek heel zorgelijk en liep de zee in. Vervolgens belandde ik in een villa, wansmakelijk met dure spullen ingericht. De oudste vrouw (moeder?) stond te kijven en enkele andere vrouwen probeerden de haren uit elkaars hoofd te trekken. O, wat mis ik Dappere Dodo.

Thailand, 26 maart – Mijn vriendin zet de tv aan. Op een strand vecht een gemaskerde man met een vrouw. Hij schopt haar in haar maagstreek. Dan richt hij een pistool op haar. Wanneer hij de trekker wil overhalen, wordt hij van achteren door een andere man beschoten. De vrouw valt. De twee mannen raken in gevecht, de gemaskerde man gaat er vandoor in een speedboot. De reddende engel vuurt nog enkele schoten af. Zijn polo vertoont geen enkel spoor van het gevecht waarbij ze rollend in het zand lagen, zijn kapsel zit nog perfect in model. De gevechten in Thaise soaps overtuigen niet, Chinese vechtfilms zijn veel beter. Beter acteerwerk, betere cameravoering, betere montage.

Thailand, 25 maart – Kouwe thee, daar word je mooi van. Ik hoor het mijn moeder nog zeggen. Of, wanneer het regende: Van de regen smelt je niet. De uitdrukking ‘Stel je niet aan’ lag in haar mond bestorven. Geen koorts? Dan ben je niet ziek. Laatst schreef ik iemand: Mijn moeder zou zeggen, je praat naar je verstand hebt, en da’s niet veel. Het zijn levenswijsheden verworven in de harde crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog. Nooit, maar dan ook nooit, werd eten weggegooid, dat leerde de hongerwinter haar. Ik ben haar dankbaar voor die lessen. Waarom houd ik mij er niet aan?

Thailand, 24 maart – Ben naar de kapper geweest. Was dat nodig? Ja, dat was nodig. Is het nodig dat op Facebook te melden? Nee, dat is niet nodig. Als u mij tegenkomt, kunt u wel zien dat ik van de trap ben gevallen, zoals de uitdrukking luidt. Waarschijnlijk zegt u: Zo, naar de kapper geweest? Waarop ik zal reageren met : Ke-je dat sien dan? Als u vervolgens ad rem zegt: Nee, ik kan het ruiken, mag u die eerste volstrekt overbodige opmerking maken. Ook toegestaan: En ik heb niet eens mijn bril op. Opmerkingen in de trant van ‘Ziet er goed uit’ beschouw ik als geslijm.

Thailand, 23 maart – Het nieuwe genootschap van en voor kleurloze mensen nodigt mij op Facebook uit om lid te worden. Het genootschap telt 341 leden, van wie twee FB-vrienden. Ja, zo heet dat nu eenmaal; het neutralere ‘contacten’ zou een betere benaming zijn. Ik probeer te bedenken wie ik zou willen voordragen als ik lid was. In ieder geval de premier van Thailand, die de vrijdag televisieavond elke week tot een crime maakt met een ellenlange en saaie preek op alle tv-kanalen. Hij is het ideale slaapmiddel als je de slaap niet kunt vatten. Wat een spreker is die man…

Thailand, 22 maart – Ik was er al vaak langs gelopen, maar nooit op het idee gekomen dat het een goed alternatief zou zijn voor Sure Delivery, het eethuisje waar ik voorheen wel eens at en dat gesloten is. Mijn vriendin, teruggekeerd van een lange periode als ziekenverzorgster, maakte me erop attent. Ik heb er nu tweemaal gegeten, gebakken rijst met kip, beide keren smaakte het goed tot zeer goed. De naamloze eetgelegenheid is gevestigd in een pandje dat bestaat uit een vide (bij soortgelijke huizen in gebruik als garage) en een entresol. Kale ruimte, proper, snelle bediening, goedkope gerechten. Mijn liefje, wat wil je nog meer? Comfortabele stoelen.

Thailand, 21 maart – Deze column begint met ‘Thailand, 21 maart’. Wat betekent dat? Dat de tekst over Thailand moet gaan of dat de tekst in Thailand is bedacht en geschreven? Betekent de datum dat de tekst alleen op die dag gelezen mag worden? Of duidt de datum op de dag waarop de column is geschreven? En nog zoiets: Alle tekstjes worden op één hoop gegooid, terwijl sommige eigenlijk een cursiefje zijn (zoals Carmiggelt ze schreef) en sommige een rubriek (bijvoorbeeld een restaurantrecensie) . U zegt: wat maakt het naampje nu uit? En daar heeft u weer gelijk in. A rose by any other name [zelf afmaken].

Thailand, 20 maart – Kan iemand mij uitleggen waarom basketballers zelfs vanaf grote afstand feilloos kunnen mikken maar voetballers moeite hebben met richten. En da’s toch merkwaardig want een doel is aanzienlijk groter dan een basket. Voetbal wordt door meer spelers gespeeld dan basketbal, wat ook de kans op scoren zou moeten vergroten. Maar de scores blijven laag in tegenstelling tot de scores bij basketbal waar ze in tientallen worden geschreven. Dat voetballers gemiddeld kleiner zijn dan basketballers lijkt me niet van invloed bij een gelijke afstand. Ik zie tegenwoordig veel voetbal hier. Spelers worden aan de lopende band onderuit getrapt. Misschien verklaart dat het verschil.

Thailand, 19 maart – Ooit bedacht ik een bedrijf, waarvan één afdeling kuilen graaft en een tweede de kuilen daarna dichtgooit, voordat iemand er in valt. Mooi project om de werkloosheid te bestrijden. Ik moest hieraan denken toen ik, genietend van een gerecht dat ik niet eerder had gegeten in restaurant Sarica, een vrouw bezig zag met een soortgelijk werkje. Ze haalde polo’s en shirts uit plastic zakken, vouwde ze op met een stuk karton ertussen en stopte ze in nieuwe plastic zakken. Zo slonk de ene stapel en groeide de andere stapel. Mij zul je nooit in zo’n shirt zien want ik ben geen wandelende reclamezuil voor Starbucks, Heineken, Singha of Calvin Klein.

Thailand, 18 maart – Elke vrijdag kijk ik reikhalzend uit naar het magazine dat bij de krant zit. Guru wordt door een stel creatieve geesten gemaakt, die week in, week uit een omslagartikel weten af te scheiden met een originele invalshoek. Dat is geen geringe opgave: 52 maal per jaar moet er een vers onderwerp worden bedacht. Of het blad wel eens in herhaling vervalt, weet ik niet maar daar heb ik het nog nooit op betrapt. Gisteren lanceerde Guru het idee van Eco-cars Anonymous en gaf negen tips aan de bestuurders van deze dwergauto’s. In een mini-serie licht ik er drie uit op mijn blog. Lezen, beste mensen. Het is ironie van de bovenste plank.

Thailand, 17 maart – Het voor- en nadeel van de column is dat ze een eendagsvlieg is. Leuk om je te amuseren, irritant om je aan te ergeren, maar het is hap-slik-klaar-weg. Ik heb in mijn bibliotheek enkele boeken met gebundelde columns. Weggegooid geld. Je leest er een paar en denkt: nou weet ik het wel. De mooiste columns zijn kort. Ze prikken even, maar de nawerking gaat altijd snel voorbij. Vraag een uur later: waar ging de column over die je vandaag hebt gelezen en tien tegen één is de lezer het allang vergeten. Dat geldt ook voor de auteur. Ik ben nu al vergeten waar deze column over ging.

Thailand, 16 maart – Het Thaise KNMI voorspelt voor volgende week temperaturen van boven de 40 graden, maar die mogen geen hittegolf worden genoemd. De temperatuur stijgt vanwege de zonnewende (equinox) die van 20 tot 23 maart duurt. Dat is een periode waarin de dag en nacht even lang zijn. Dezer dagen is het al erg warm in Bangkok. Buiten staat het kwik op 36 graden, in mijn kamer moet het minstens 40 graden zijn. De zomer begint dit jaar wel erg vroeg. Maar u hoort mij daarover niet klagen. Ik ben in Thailand vanwege de warmte die heilzaam is voor spieren en gewrichten. Andere pluspunten kan ik niet bedenken.

Thailand, 15 maart – Vraagje aan mijn dierenvrienden: Kent u de platrat? Nee, zegt u waarschijnlijk, ik ken wel de platvis, maar niet de platrat. De platrat zag ik onlangs toen ik op weg was naar de 7-Eleven waar ik altijd mijn verse croissantjes voor het ontbijt haal. Het was een onsmakelijk gezicht. Je bent nog niet zo lang uit je bed, je verheugt je op het banket dat een redelijke imitatie is van de Franse oer-croissant en dan zie je dit. Het was mijn eerste kennismaking met de platrat, kende alleen de snelrat, die zo nu en dan over de weg schiet. Ook geen beauty, maar die verdwijnt tenminste snel uit het zicht.

Thailand, 14 maart – Denken telefoonzombies dat de wereld van hen is? Ja, dat denken ze; dat durf ik wel te stellen. Wanneer ze, verdiept in hun mobieltje, op straat lopen moet iedereen voor hen wijken. Er zouden voorrangsregels moeten komen voor zombies en niet-zombies. Ik wacht trouwens met spanning op een bericht over een zombie die tegen een boom of lantaarnpaal is opgelopen. Dat hoeft wat mij betreft geen dodelijke botsing te zijn, maar een flinke buil is toch het minste dat de zombie eraan mag overhouden. Wanneer komt aan deze rage een eind? Over de walkman en Pokémon lees ik niets meer. Of is de zombie definitief gemuteerd?

Thailand, 13 maart – Nimmer heb ik op deze plaats geklaagd over de keuken van Dick’s Café. In tegendeel, de gerechten die ik er eet, zijn smakelijk en van goede kwaliteit. Omdat het gezegde luidt ‘Verandering van spijs doet eten’ bestelde ik onlangs een hamburger. Wat de kok gedaan heeft, weet ik niet want er was nauwelijks met een mes doorheen te komen, zo hard was dat ding. Het (verwarmde) broodje leek wel zeepsop en de anorexia patatjes vond ik ook al geen succes. Ter controle een hamburger gegeten in Sarica. Daar kreeg ik een hamburger zoals een hamburger behoort te zijn met een mooie saus. Die heb ik wel helemaal opgegeten.

Thailand, 12 maart – Twee vrouwen staan in de metro tegen elkaar op te rijen. Die indruk wekken ze althans, maar ze raken elkaar niet aan. Dat kan ook niet, want tussen hen in staat een paal. Uitingen van genegenheid in het openbaar zijn uiterst zeldzaam in Thailand. Kussen? No way! Omhelzen? No way. Tegen elkaar aan schurken? Alleen als het niet te opvallend is. Hand in hand mag, arm om de schouder van de ander is op het randje. In de gogo bars gelden andere regels. Daar gaan alle remmen los. Maar er hangt wel een prijskaartje aan.

Thailand, 11 maart – Ik heb nooit een wonderlijker deur gezien dan de deur van de dameskapsalon in mijn uitgaansstraatje. Het is sowieso al een vreemde eend in de bijt omdat alle etablissementen zich op mannen richten. De glazen deur bevat een aantal merkwaardige opschriften. Ik noem: In this house we do hugs. We do fun. We do love. We do family. We do really loud. We do mistakes. We do forgiveness. Ik heb zo’n vermoeden dat ze gecomponeerd zijn met behulp van Google Translate, want correct Engels kun je ze nauwelijks noemen. Dat er fouten worden gemaakt lijkt me overigens geen aanbeveling voor de zaak. Daar zal die vergeving wel voor bedoeld zijn.

Thailand, 10 maart – De buurt waarin ik woon, wordt de laatste tijd overspoeld met zware motoren. Dat valt op, want ze zijn aanzienlijker luidruchtiger dan de motorfietsen van 125 cc. die in het verkeer domineren. De motorfietsen knorren, de grote broer brult, maar Thai zijn tolerant, ze klagen niet over geluidsoverlast . De opmars van de zware motor kan op twee dingen duiden: a) De mensen hebben weer geld, b) De mensen steken zich nog dieper in de schulden. De mooiste motor vind ik de gracieuze Kawasaki Ninja. Ze is de impala van het motorenrijk. De lelijkste is de lompe Harley Davidson. Dat is een dromedaris.

Thailand, 9 maart – Mijn tweede bezoek aan de bioscoop met mijn protegé Mac, de weesjongen (zie FB van 5 maart), verliep aanzienlijk aangenamer dan het eerste. Om de bijna vrieskou in de bios te overleven droeg ik een lange broek en had mijn winterjack meegenomen. Dat scheelde, alhoewel ik na afloop toch stramme benen had van de kou. Ditmaal had ik de film uitgekozen: A Dog’s Purpose, een lichtvoetige B-film over een filosofische hond. Ben niet in slaap gevallen. Had ik geweten dat Oscar winnaar Moonlight er ook draaide, dan had ik daarvoor gekozen. Mac die een voorkeur heeft voor het stoerdere werk en nu naar King Kong wil, vond hem ook leuk.

Thailand, 8 maart – Zie de laatste tijd steeds vaker de Notaris op het terras van Dick’s Café. Of hij notaris is, weet ik niet, maar hij zou het kunnen zijn. Want hij ziet eruit als een notaris, is gekleed als een notaris met een keurig gestrikte stropdas, heeft een notarisbrilletje en – het belangrijkste – hij zit altijd op dezelfde plaats.Dat wijst op een notariële attitude. Zo iemand wil je wel je hypotheekakte of testament toevertrouwen. Hij eet altijd een Europees gerecht. Met mes en vork. Ja, de Notaris heeft goede tafelmanieren. Brengt het eten naar zijn mond in plaats van andersom. Dat doen barbaren.

Thailand, 7 maart – Van de 7-Eleven winkels waar ik regelmatig en soms boodschappen doe, is er één waar bij het afrekenen wordt gevraagd of ik een plastic tasje wil. Bij de andere zijn de hittepetitjes geprogrammeerd om direct naar plastic te grijpen. Ik trek altijd mijn boodschappen snel naar me toe, als het er niet te veel zijn. Dat gebaar begrijpen ze wel. Tegen een enkele hardnekkige dommie zeg ik No plastic. Thailand moet een kampioen plastic verspillen zijn en een belangrijke leverancier van de plastic eilanden in de oceaan. Hypermarkt Big C Extra spant de kroon, daar krijg je flodderige tassen. En ze zijn nog lelijk ook.

Thailand, 6 maart – Geen groter contrast dan tussen Indiase en Thaise soaps. De Indiase soaps zijn zinnelijk, de Thaise doortrokken van geweld en haat. De Indiase soaps zie ik als ik eet in restaurant Kashmir. Ze tonen mannen en vrouwen die over de liefde zingen, elkaar smachtend diep in de ogen kijken en met elkaar dansen met soms achter hen een dansgroep. Ze lopen in arcadische landschappen, soms besneeuwd, zelfs zag ik ze een keer te midden van de bollenvelden in Nederland. Het is een en al romantiek. Kitsch, maar ik geniet ervan. Over de Thaise soaps kan ik kort zijn. Is dit kort genoeg?

Thailand, 5 maart – Mijn protegé, de weesjongen Mac, wilde met mij naar de bioscoop. Hij vond dat ik ontspanning nodig had. Daar had hij gelijk in. Ik zei op basis van mijn vorige bezoek met hem dat het daar te koud is. Hij hield aan: Je hebt toch een jack. Ik: Ga maar alleen, want de films die jij leuk vindt, trekken me niet. Hij: Alleen gaan is niet leuk, waarmee hij bedoelde dat hij dan geen sponsor bij zich had. Er draaien weinig films in Bangkok die me kunnen boeien. En waar draaien ze? Een bioscoopladder ontbreekt, uit de advertenties kan ik geen wijs worden. Daar heb ik Mac voor nodig.

Thailand, 4 maart – Multiple-choice vraag over het gebruik van de mobiele telefonie door Thaise telefoonzombies. Wanneer zijn ze niet verdiept in hun mobieltje?
A Als ze eten.
B Als ze op straat lopen.
C Als ze in de metro zitten.
D Als ze slapen.
E Als ze naar de wc gaan.
F Als ze boodschappen doen.
G Als ze vrijen.
H Als ze een motorfiets besturen.
I Als ze een bad nemen.
J Als ze zich aankleden.
K Als ze met vrienden(innen) uitgaan.
Ik neig ertoe antwoord D goed te rekenen, maar zeker weten doe ik het niet. Want het mobieltje bevindt zich altijd en overal onder handbereik.

Thailand, 3 maart – Aardige jongens zijn het, om Nescio te parafraseren, de Vietnamese jongens die in de zaal tegenover Dick’s Café biljarten voordat hun werktijd begint. Ze werken in go-go bars met namen als X-Size, Fresh Boys, X-Boys. ’t Zijn geen homo’s, een enkele uitgezonderd. De meesten komen uit Ha Tin, sommigen zijn al vader en ze spreken nauwelijks Engels. Als ik ze kwetterend rond de pooltafel bezig zie, krijg ik een familiegevoel dat ik al tijden mis. Sommigen ken ik bij naam, zoals Tommy, die als ober in Fresh Boys werkt. Hij verraste mij vorig jaar op mijn verjaardag met een taart. Dat ontroerde me.

Thailand, 2 maart – Terwijl ik in een tuk-tuk naar metrostation Huai Khwang reed, hoorde ik ineens iemand zingen dat drie kleine kleutertjes op een hek zaten, op een mooie zomerse dag in september. Ze spraken over krekeltjes en blauwe korenbloemen. Die iemand was ik zelf natuurlijk, maar dat had u al begrepen. De bestuurder reed behoorlijk hard, de temperatuur wilde nog niet erg zakken. Ik peinsde over het werk van die dag, maar het lukte me niet iets te reproduceren van wat ik geschreven had. Het kinderliedje had bezit van me genomen. Na de kleutertjes doken twee beren op. Die waren broodjes aan het smeren. Waarmee eigenlijk?

Thailand, 1 maart – Ik had het lepeltje waaraan jam kleefde van het ontbijt in de wasbak gelegd. Zou het later wel afwassen. Na een tijdje: geen mini-mini miertje te zien. Gewacht, weer gekeken: Idem. Maar dat is ongehoord! Wanneer je als mini-mini miertje ter wereld komt, hoor je je te houden aan het bijbelwoord: ‘Ga tot de mier, gij luiaard! zie haar wegen, en word wijs. Hoe lang zult gij, luiaard, nederliggen? Wanneer zult gij van uw slaap opstaan?’ (Spreuken 6: 6-9) Wat is er aan de hand met de mini-mini miertjes: de luiaard geworden die ze ten voorbeeld moeten stellen? Het gaat de verkeerde kant op met deze wereld.

Thailand, 28 februari – Ik had ’t niet moeten doen. Ik betreur het. Waarom deed ik het eigenlijk? Het had niet gehoeven. Nee, ’t was niet goed. O, wat heb ik een spijt. Ik ga boete doen. Scheur mijn kleding aan flarden en strooi as op mijn hoofd. Of word kluizenaar en ga in een ton wonen, net als Diogenes. Ga op een hongerdieet  van brood en water, alles beter dan de smakeloze macaroni ham kaas die ik at. De macaroni was hard, de ham idem want gebakken, geen kaassaus maar sliertjes. Na de andijvie stamppot, zuurkool, bitterballen weer een dikke onvoldoende voor de keuken van The Old Dutch, ooit eigendom van een Nederlander.

Thailand, 27 februari – Dit is Wat Phra Dhammakaya, een tempel ten noorden van Bangkok, die momenteel dagelijks in het nieuws is. Dit fraaie bouwwerk heeft als bijnaam Vliegende Schotel. De Dhammakaya secte heeft merkwaardige opvattingen over het boeddhisme. Hoe meer een gelovige doneert, hoe beter volgend leven zij heeft. Ik schrijf ‘zij’, want de volgelingen zijn voornamelijk vrouwen. Misschien zijn die lichtgeloviger. Tussen de tempel en de regering woedt een machtsstrijd, formeel om de abt te pakken te krijgen die besmet geld heeft aangenomen, maar in werkelijkheid om redenen waarover ik beter kan zwijgen, zoals ook de Thaise pers daarover zwijgt. Dick’s blog volgt het allemaal op de voet. Nou ja, bijna allemaal dus.

Thailand, 26 februari – Hier schrijft een gelukkig mens. Ik heb binnen enkele dagen tweemaal een Rolls-Royce gezien, dezelfde. Niet het klassieke model, waarin ik eenmaal heb gezeten toen ik in Engeland in een kindertehuis werkte, maar een modern model met een strakke stroomlijn (zoiets als op de foto, maar dan zwart). Die klassieke wagen was eigendom van een vroeg-gepensioneerde legerofficier die in een busje de kinderen naar school bracht en hen ophaalde. Van de RR herinner ik me alleen maar dat de motor bijna niet te horen was. Tussen toen en nu is 50 jaar verstreken, maar de fascinatie is gebleven.

Thailand, 25 februari – Ik ben gek op onderzoekjes. Ze vormen in de krant de krenten in de pap tussen al het serieuze nieuws. Ze leiden tot ranglijstjes, waarin landen, steden en wat niet al worden gerangschikt. Berucht is de corruptie-index waarop Thailand goed scoort en het Amerikaanse mensenhandelrapport (idem). Vorige week bleek Bangkok de twaalfde drukste stad ter wereld te zijn, een jaar eerder stond de stad op plaats dertig. Vice-premier Prawit had een glasheldere analyse: Er zijn meer auto’s op de weg. Geen speld tussen te krijgen, toch. Met zulke zwaargewichten aan het hoofd van dit land kunnen de Thaise mensen hunne legersteden rustig opzoeken, om Colijn te citeren.

Thailand, 24 februari – Voor mijn hotel hadden drie Dikkertjes Dap een motorfiets bestegen. Zo noem ik ze, alhoewel Dikkertje Dap van Annie M.G. Schmidt niet eens dik was. Ze vormden een mooie illustratie van de trappen van vergelijking. De jongen (eind lagere school, schat ik) stond tussen stuur en bestuurder, hij was dik (stellende trap), zijn vader die bestuurde, was dikker (vergrotende trap) en achterop had zich de moeder gehesen, die was het dikst  (overtreffende trap). Hoeveel kilo zou de motorfiets moeten torsen? Is een motorfiets wel eens bezweken onder het gewicht van zijn berijders? Wat is het maximale laadvermogen van een motorfiets?

Thailand, 23 februari – In de biljartzaal van mijn uitgaansstraatje wordt aan de pooltafel die de naam Chelsea draagt een wedstrijdje gehouden wie het hardst kan schreeuwen. Zo hard dat de spelers de geluidsinstallatie bijna overstemmen. Ik speel aan de Manchester United tafel. Mijn tegenstander, een knaap uit Cambodja, werkt in Bonny Massage, maar daar ben ik nog nooit geweest. Hij heeft van mij een moyenne gekregen: één stoot per beurt. Als hij al zijn ballen in de pockets heeft gespeeld, liggen er nog drie van mij. Ik geef mijn keu aan een ander en trek me terug. Terug naar een rustiger plek.

Thailand, 22 februari – Op het terras van Dick’s Café zit een man met onwaarschijnlijk witte benen. Hij drinkt thee uit een theepotje waaruit je met gemak drie kopjes kunt halen. Ik drink ook wel eens thee, maar ik heb geen witte benen. Hij draagt een pet met de klep naar voren, witte sokjes en een zwart shirt. Ik draag nooit witte sokken en een pet en ik heb geen zwart shirt. In zijn schoot ligt een heuptasje. Ik heb geen heuptasje, zou niet weten wat ik erin moet doen. De man heeft geen zichtbare tatoeages en geen bierbuik, net als ik. Hij rookt niet, ik wel. Helpen witte benen tegen roken?

Thailand, 21 februari – In de diepste krogten van mijn ziel schuilt een moordenaar. Niet zomaar een moordenaar, maar een SERIEMOORDENAAR. Dat klinkt angstaanjagend en dat is het ook. Maar ik heb een methode gevonden om het beest in mij te temmen. Na mijn ontbijt leg ik het bordje, waaraan restjes banaan en eigeel kleven, en het gebruikte bestek, waaronder een lepeltje met restjes jam, in de wasbak. Een godenmaal voor de mini-mini miertjes, maar het is hun galgenmaal. Kraan op volle kracht open en dáág lieve mini-mini’s. De zeven in één klap van het dappere snijdertje vallen erbij in het niet. Mijn moordenaar geniet.

Thailand, 20 februari – Ik ben gemeen. Mijn sigarettenpakje ligt doorgaans op het terrastafeltje waar ik na de maaltijd koffie drink. Er zijn twee mogelijkheden. 1 Het pakje is leeg. Wanneer iemand om een sigaret bietst en dat ontdekt, zeg ik ad rem ‘mot’ (leeg) en kijk heel onschuldig want een vol pakje zit in mijn broekzak. 2 Het pakje is vol. Ik zeg: Als je het straatje uitloopt en aan het eind rechtsaf slaat, zie je de FamilyMart. Daar kun je sigaretten kopen. Dat doe ik bij notoire bietsers. Maar ze gaan nooit en druipen af. Enkelen hebben een streepje voor. ‘Alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere.’

Thailand, 19 februari – De Gekke Man heeft als werkterrein de biljartzaal met drie aftandse pooltafels. Hij praat veel en snel. Vanaf mijn plaats op het terras van Dick’s Café hoor ik woorden, Thai en Engels, maar ze vormen geen coherent verhaal. Hij praat bijna dwangmatig tegen de jongens en meisjes die er rondhangen. Gesticuleert met brede gebaren en toont hen zijn mobieltje. Ik heb de indruk dat hij niet serieus wordt genomen. Laatst zag ik hem de tegelvloer boenen met water en zeepsop. Een Thaise jongen boende niet hard genoeg naar zijn zin. Hij greep de mop en deed voor hoe ’t moet. ’t Is je moeder niet, zegt men in zo’n geval

Thailand, 18 februari – Richtingaanwijzers hebben tot doel de richting aan te geven waarin een verkeersdeelnemer zich wil bewegen. Er zijn twee mogelijkheden: linksaf en rechtsaf. In Nederland durf ik erop te vertrouwen dat een knipperende richtingaanwijzer een betrouwbare aanwijzing is voor de te kiezen richting. Maar Thailand is een ander verhaal. De vingers van mijn twee handen zijn niet voldoende om het aantal keren te tellen dat een richtingaanwijzer niet is uitgezet. Nog gevaarlijker is het als de bestuurder van richting verandert zonder dat te melden. Wie het Thaise verkeer wil overleven, kan hiermee maar beter rekening houden.

Thailand, 17 februari – Ik houd niet van massage; misschien ben ik wel de enige buitenlander die massagesalons mijdt. Mijn lichaam is niet gebouwd op dat geduw, getrek en gekneed. Zelfs het vooruitzicht van een Happy Ending (tegen extra betaling) trekt me niet over de drempel. Wanneer de omslag is gekomen, weet ik niet meer, want in de beginjaren ben ik vaak genoeg gemasseerd. Ik houd ook niet (meer – ik moet eerlijk zijn) van gogo-go bars waar magere scharminkels en meiden met borsten ter grootte van een voetbal aan palen staan te wiebelen. Waar houd ik dan wel van? De Thaise zon natuurlijk. En die is gratis.

Thailand, 16 februari – Ik ben gek op oude foto’s, zoals deze van de Berlijnse apotheek in Bangkok (nu een museum). Oude foto’s roepen bij mij een gevoel op van harmonie en vredigheid. Het leven verliep traag en had niet het moordend tempo van onze tijd. Hoe graag zou ik, zwaaiend met een wandelstokje en met een modieuze Italiaanse hoed op mijn hoofd, geflaneerd hebben in de straten van Bangkok. Mij laten vervoeren met een riskshaw, de geluidloze voorganger van de luidruchtige en stinkende tut-tuk. Zondags neerstrijken in het koloniale hotel Oriental voor een High Tea met scones en clotted cream. Het zal de romanticus in mij zijn die ontwaakt bij oude foto’s.

Thailand, 15 februari – Een maaltijd dient in alle rust genuttigd te worden. Herrie is slecht voor de spijsvertering, heeft nimmer verricht onderzoek aangetoond. Ik heb in hotel New York (Rotterdam) enkele malen gegeten, maar ik vond het te rumoerig. In Sarica, een van mijn vaste eettenten, zat ik laatst ingeklemd tussen twee herriebronnen. Voor mij een tafel met acht jongelui, van wie drie meiden de slappe lach hadden. De drank vloeide er rijkelijk, ja dan is alles leuk. Achter mij ook een tafel van acht, ook Japanners. Het was geen praten wat ze deden, het was schreeuwen. Kon niet eens de achtergrondmuziek horen.

Thailand, 14 februari – Om een bekende uitspraak van het kuikentje Calimero te parafraseren: Waarom mogen zij wel en ik niet, en da’s niet eerlijk, o nee. Ik doel op de lift van mijn pensionhotel (een term die ik onlangs tegenkwam, ik noemde het altijd appartementenhotel) waarin niet gerookt mag worden. Dat staat in de Intructions [o heerlijke spelfout, waarin Thailand excelleert]. Maar vrouwen mogen wel de lucht bezwangeren met parfum, eau de parfum of eau de toilette. Ik geef toe: niet altijd onaangenaam. Maar het blijft discriminatie. Omdat ik een brave jongen ben, houd ik mij aan het rookverbod en hoop dat de fabriek meer verstand heeft van liften maken.

Thailand, 13 februari – Er zijn van die dagen dat mijn oog steeds wordt getrokken door hetzelfde. Dat verandert per weekdag, dus de ene dag dit en de andere dag dat. Op een dag – het was een zondag – viel mij ineens op dat veel Thaise vrouwen een platte boezem hebben. Ik zag alleen maar platte boezems. Een week later weer. Ik droomde zelfs van platte boezems. Daarom noem ik de zondag voortaan platte-boezemdag. Ook de overige dagen heb ik hernoemd. Maandag is X-benendag, dinsdag gay-dag (de betekenis mag u zelf kiezen), woensdag dikke-kontdag, donderdag gescheurde jeansdag, vrijdag telefoonzombiedag en zaterdag zuipdag. De alternatieve Thaise kalender wordt vast een collector’s item.

Thailand, 12 februari – Eten wat de pot schaft, was het consigne in het gezin, waarin ik opgroeide. Geld voor twee groentes was er niet. Dus at ik met lange tanden spinazie, andijvie en spruitjes. Spruitjes ben ik later gaan waarderen, vooral de kleintjes en geblancheerd, niet dood gekookt zoals toen. Spinazie is lekker à la crème met een eitje en andijvie rauw in een stevige winterstamppot. Tuinbonen hoefden niet. Mijn vader was er gek op, ik vond ze een muffe stank hebben. Ze lijken me heel geschikt als stinkbommetje. Toen een grapjas in een klaslokaal een (echt) stinkbommetje had gegooid, sloot de leraar zonder verder iets te zeggen de ramen. Zo doe je dat.

Thailand, 11 februari – Elke ochtend omstreeks half acht lopen twee mannen in Soi Nathong 1 en Ratchadaphisek Soi 7, de een gekleed in korte broek en T-shirt, de andere in een pij. De een is op weg naar 7-Eleven, de andere maakt zijn bedelronde. De een moet betalen voor de verse croissants, de ander krijgt gratis eten van gelovigen. De monnik is slank. Zijn voorganger was dik, die liet zich in een tuk-tuk vervoeren. In Soi Nathong 1 zet één vrouw op leeftijd elke ochtend een tafel klaar, volgeladen met etenswaren en andere giften. Dat moet een kapitaal kosten, maar voor haar kharma heeft ze dat wel over.

Thailand, 10 februari – Dacht: kom, laat ik weer eens de andijvie stamppot van The Old Dutch proberen. De vorige en enige keer beoordeelde ik die als onvoldoende, maar wie weet, misschien was er een wonder geschied. Dat klopt, de stamppot kreeg van mij een nog lager cijfer: geen 4 maar een 3. De vorige keer noteerde ik: andijvie (te lang) gekookt, gehaktbal te groot, te vet en te grof, alleen de jus was oké. Deze keer had de kok kaas in het prutje verwerkt, waardoor er elke keer een sliertje gesmolten kaas aan mijn vork bleef hangen. De andijvie kwam uit een zakje; ik proefde aardappel, geen andijvie.

Thailand, 9 februari – Op de Rama IV weg liepen ze voor me: drie zwarte kraaien. De middelste droeg een lange japon, die tot haar enkels reikte. De rechter een halflange en de linker een halflange met split. Ze waren niet bij Wat Hua Lamphong naar binnen gegaan, misschien omdat de ‘funeral rites’ met de ‘ritual bathing’ later zouden beginnen. Ze waren doorgelopen en sloegen bij een eetgelegenheid rechtsaf. Daar verloor ik ze uit het oog, want ik liep door. Ik vermoed dat ze er gingen eten, daar is een eetgelegenheid voor. Misschien gaat rouwen om een gestorvene beter met een volle dan met een lege maag.

Thailand, 8 februari – Ging naar het restaurant van Foodland in Patpong om een gerecht te eten met gesauteerde spinazie. Ik eet het wekelijks om het gebrek aan groentes in mijn overige avondmaaltijden te compenseren. Bovendien word je er sterk van, bewijst Popeye. De zaak was leeg, de ober vroeg of ik alleen was, hetgeen ik bevestigde en ik vroeg om de menukaart. Die kwam snel, maar daarna gebeurde er niets. Een tweede personeelslid stond met de keuken te praten, de ober drentelde wat heen en weer en nam positie bij de ingang alsof die plaats klanten zou trekken. Ben weggelopen. Raar volk hoor, die farang. Gaan naar een restaurant en eten niets.

Thailand, 7 februari – Ik zie toeristen en ook expats te pas maar vooral te onpas een wai maken, de traditionele Thaise groet met een handgebaar dat vermoedelijk een lotusbloem symboliseert. Ze groeten horecapersoneel als ze een restaurant binnenstappen met een wai en ook weer bij vertrek, ze groeten bargirls met een wai – Thailand is één en al wailand voor hen. Maar niet voor mij. Thailand is een hiërarchische samenleving, dus ik als ‘vermogende’ buitenlander en man op leeftijd maak zelden een wai. Meer dan een hoofdknikje kan er niet vanaf en ‘dank je wel’ zul mij zelden horen zeggen. Zo zijn onze manieren, volgens het Thais etiquetteboek.

Thailand, 6 februari – In de metro. Ik heb niets tegen lange mensen, maar ze moeten niet overdrijven: deze man was wel erg lang, extreem lang zelfs. De Lange Man raakte met zijn hoofd bijna de schuin aflopende rand van het dak. Hij moet zijn hoofd vaak gestoten hebben: letterlijk wel te verstaan, want figuurlijk weet ik niet. Ik moet met mijn 1,85 meter al op straat oppassen voor luifels. Op zijn schedel viel een cirkelvormige kale plek op met een diameter van 1 decimeter. Haar uitgevallen door alle botsingen, speling van de natuur, foutje van de kapper? Ik heb hem niet zien uitstappen, maar geen pijnkreet gehoord, dus dat moet goed gegaan zijn.

Thailand, 5 februari – BREAKING NEWS 2. Dat was op het nippertje. Liep gisterochtend om half zes bij mij om de hoek langs een groep mannen en vrouwen die voor een van de morsige karaokebars luidruchtig ruzie maakten. Enkele seconden later brak de hel los en begonnen ze te matten. Glaswerk brak, meubilair ging eraan. Eén jongen liep met de hand in zijn zij weg: gestoken met een mes? Toen ik terugkwam, waren de meiden van de bar bezig het glaswerk bij elkaar te vegen. De vechtersbazen waren verdwenen. De nachtwaker in het hotel zei ‘mau’ (dronken), in alle jaren het enige wat hij tegen mij heeft gezegd.

Thailand, 4 februari – BREAKING NEWS. Sure Delivery is niet meer. Het eethuisje in de buurt waar ik wel eens at omdat het eten er goedkoop was, heeft de deuren gesloten. Het verbaast me niet, want er zat zelden een klant en de gemotoriseerde koeriers zaten voornamelijk met hun duimen te draaien. Het alternatief voor goedkoop eten, een naamloze ruimte die op een grote garagebox lijkt, is weinig aantrekkelijk. Keiharde kleine houten krukken, één gerecht dat een genadezesje van me krijgt. Er zijn meer eetgelegenheden in de buurt, maar die serveren gerechten die ik niet lust. Blijft over Love Scene, Kashmir, Sarica en Dick’s Café. Niet naast de deur en duurder.

Thailand, 3 februari – (Vervolg van gisteren) Na de ijsblokjes van gisteren vandaag een ander voorbeeld van een Thais gebruik dat ik nimmer heb vermeld in een column: het rietje. In Nederland is het rietje een kinderding. Dranken voor volwassenen worden geserveerd in een glas, waarin geen rietje steekt. Maar niet in Thailand. Er zijn twee mogelijkheden: het rietje staat al in het glas of het wordt er los bijgeleverd. In dat laatste geval verpakt in papier, dat overigens lastig valt los te peuteren. Waarom wordt dat gedaan? Mijn verklaring: Thai hebben smetvrees. Thai vegen in een restaurant het bestek schoon en in foodcourts dompelen ze het in een bak met heet water.

Thailand, 2 februari – Er zijn van die dingen, die je elke dag ziet en omdat je ze elke dag ziet, vallen ze niet op. Ze hebben het ook nooit tot onderwerp van een column geschopt en dat ga ik vandaag eens goedmaken. In Nederland hebben de meeste horecagelegenheden een ijsmachine, waarmee ze ijsblokjes maken. Maar niet in Thailand, daar komen de blokjes uit de fabriek. Ze zitten in zakken en worden per pickup truck, gemotoriseerde bakfiets en motorfiets rondgebracht. Waar die hebben gereden, kun je volgen op het wegdek. De mannen nemen de zakken op hun schouders en legen die in de gereedstaande koelboxen. Zwaar werk waarbij de dragers niet droog blijven. (Wordt vervolgd)

eierkokerThailand, 1 februari – Geen mini-mini miertje te zien op mijn ontbijtbordje dat al enkele uren onafgewassen in mijn badkamer staat. En toch liggen er twee messen op waarmee ik een banaan en een hardgekookt ei heb doorgesneden. Wat is er met mijn trouwe huisvrienden gebeurd? Zijn ze bezig met een winterslaap of durven ze niet meer? Denken ze: dit moet een valstrik zijn om ons naar de eeuwige jachtvelden te sturen? Of zijn ze verkouden waardoor ze niet meer zo goed kunnen ruiken?
Misschien vraagt u zich af hoe ik aan een hardgekookt ei kom. Gekookt in een elektrische eierkoker van Tomado die ik jaren geleden uit Nederland heb meegenomen. Zo’n stevig model ben ik hier nog niet tegengekomen.

Thailand, 31 januari – Als ik afval op straat zie liggen, heb ik de neiging het op te rapen en in een vuilnisvat of openstaande vuilniszak te gooien. Ik bedoel niet de bergen afval die ik her en der in Bangkok zie, want sommige Thai zijn ongedisciplineerde viezeriken. Ik bedoel klein afval, zoals een plastic beker, plastic zakje, verpakking, enzovoort. Zal wel een afwijking zijn. In het centrum van BKK staat een boete van 2000 baht op het bevuilen van de straat. Soms jaagt de politie op overtreders, vooral op rokers die hun peuk op straat gooien. Ben zelf eenmaal tegen de lamp gelopen.

Thailand, 30 januari – Zag op een T-shirt weer eens de tekst ‘No money, no honey’. Een stevig gebouwde man verkondigde deze n.m.m. agressieve en provocerende boodschap. Je zou hem eerder verwachten bij een vrouw. Maar misschien durven ze niet dat zo klip en klaar te zeggen. Als deze tekst ook geldt voor liefde en huwelijk, zijn alle vrouwen hoeren en alle mannen hoerenlopers. Toch bevat hij wel een kern van waarheid, waar de uitdrukking ‘Als de armoede binnenkomt, vliegt de liefde het venster uit‘ naar verwijst. Overigens ben ik van mening dat de mannentekst moet luiden ‘No honey, no money’. Het moet afgelopen zijn met die hoofdpijn smoes.

Thailand, 29 januari – Silom Road. Ontdekte een nieuw restaurant, pas geopend. Dure design inrichting, maar steriel. Indiase en Libanese keuken. De tafels keurig gedekt, op het bord de naam van het restaurant, groot en zwaar bestek. Vond de lepel onhandig, zo groot is mijn mond niet. Ik bestelde Aloo Goobi, dat ik al ken, en gele rijst. Geen avontuur met onbekende Libanese gerechten. Alleen kebab kwam bekend voor. Ik was de derde klant, later kwamen twee jonge meiden. Het eten (genoeg voor twee personen), een vegetarisch gerecht met stronkjes bloemkool, aardappel en nog wat smaakte goed. En ik ben niet eens vegetariër.

Thailand, 28 januari – Naar het Immigration Bureau. Ik heb een jaarvisum en moet me elke 90 dagen melden. 6.45: vertrek per vooraf gereserveerde, vaste taxi. 7.30: aankomst bij het gebouw waarin Immigration plus andere diensten zijn gevestigd, er is al een rij van tientallen meters, achter aangesloten en plaats gereserveerd met mijn tas. 7.45 uur: sigaret, koffie en een sandwich met krab. 8.30 uur: deur gaat open. 8.41 volgnummer gekregen, ik ben nummer 10, nog nooit zo laag nummer gehad. 9 uur: balie 3 komt erbij, papierwerk duurt enkele minuten. 9.45 uur: terugrit, weer over de tolweg. De volgende keer doe ik het per post: goedkoper en sneller, maar ik zal de sandwich missen.

Thailand, 27 januari – Terras Dick’s Café. De Dikke Man is erg dik, gigantisch dik. Hoeveel kilo moet hij dagelijks meetorsen? Zijn buik steekt een flink eind vooruit. Als hij naar beneden kijkt, kan hij vast zijn voeten niet zien. Zou hij wel eens het genoegen smaken zijn eigen teennagels te knippen of moet hij daarvoor naar de pedicure? Wat doet hij als zijn veters losraken of is hij daarop voorbereid door altijd op instappers te lopen. Mind you, dik zijn heeft voordelen. Met spreekt over een gezellige dikkerd, nooit over een gezellige dunnerd. Ik ben dun; u mag nu zelf uw conclusie trekken.

Thailand, 26 januari – (Vervolg van gisteren) In de metro. De Deftige Dame is een heel oude vrouw met een gerimpelde huid. Ze is eenvoudig gekleed. Echte deftige dames hebben geen deftige kleren nodig om deftig te zijn. Op haar hoofd een zomerhoed, die geeft haar iets frivools. Ik denk dat ze een Engelse is, zo één die thee met melk drinkt en weet dat het water moet koken en dat je de theepot naar de ketel moet brengen en niet andersom. Dat heeft een Deftige Dame mij in Engeland geleerd. Maar die was wel deftig gekleed. Overigens houd ik niet van melk in mijn thee.

Thailand, 25 januari – In de metro. De Boze Man heeft een klein blozend gezicht. Zijn wenkbrauwen staan constant in de frons-stand. Hij heeft een smalle mond met dunne lippen die hij samenperst. Als hij praat, gaat zijn mond nauwelijks open. De Boze Man knoopt een praatje aan met drie studentes, die naast hem zitten. Het lijkt alsof hij ze vermanend toespreekt, maar zo praat de Boze Man nu eenmaal. Hij vraagt waar ze uitstappen. Ik hoor de naam van een bekend station. Hij wil ook weten of ze vandaar naar huis lopen. Aan de andere kant van de Boze Man zit de Deftige Dame. Daarover vertel ik morgen.

Thailand, 24 januari – Op 28 januari begint het Chinese jaar van de Haan. Voor enkele etablissementen in mijn uitgaansstraatje hingen al rode lampionnen, gisteren kreeg ook Dick’s Café een beurt. Niet met lampionnen maar rode doeken in sierlijke boogjes, onderbroken door rosetten, en met slierten papieren staafjes, waarvan ik eerst dacht dat het vuurwerk was. Die gedachte bracht mijn kinderjaren terug. Als kind mocht ik een brandend sterretje vasthouden, rotjes (Oei, dat was nog eens gevaarlijk vuurwerk!) waren er voor de volwassenen die ze met een sigaret aanstaken. Sterretjes waren koud vuur en nog steeds begrijp ik niet hoe vuur koud kan zijn.

Thailand, 23 januari – Ik noem ’t Het Geheim van de Horeca. Waarom zit het ene etablissement stampvol en leidt het andere een kwijnend bestaan? Is het de locatie? Soms: In Vlaardingen profiteert café De Waal daarvan. Marktgangers strijken er tweemaal per week neer, terrasgangers zitten in de zon. Niet onbelangrijk: het personeel werkt hard en het eten is van prima kwaliteit. In mijn uitgaansstraatje in BKK geen locatievoordelen, maar wel grote verschillen. Het terras van Maxis en Dick’s café zit vaak vol, maar in de Ocean Bar naast Dick’s café zit doorgaans geen kip. Verklaring? Ik denk: publiek trekt publiek. Wie gaat er nou in een lege bar zitten? Alleen gekken zoals ik.

Thailand, 22 januari – Naast mij in restaurant Sarica aan de Surawong Road zaten een Japanse man en een Thaise vrouw. De vrouw was niet te dik en niet te dun. Ze had een licht bollend gezicht, niet onsympathiek, en volle lippen, perfect voor hartstochtelijke kussen. Ik kon dat goed zien, want ze zat aan de andere kant van de tafel. De man – ik vermoed haar suikeroompje – zag ik slechts en profile, hij was aanzienlijk ouder. Ze lachten allebei veel, gemiddeld zesmaal per minuut. Waarom ze lachten, weet ik niet, want ik kon niet verstaan wat ze zeiden. Hun vrolijkheid had iets aanstekelijks, maar ik ga niet in mijn eentje zitten lachen.

Thailand, 21 januari – Het commercieel inzicht van Thai werkt als volgt: als mijn buurman een winkel, kapsalon enzovoort heeft die hem een voldoende inkomen verschaft, dan open ik er ook één. Binnen loopafstand van mijn pied à terre bevinden zich vijf (vermoedelijk franchise) vestigingen van 7-Eleven en dan reken ik de kleine kruidenierswinkels niet eens mee. In mijn hotel zijn het eetzaaltje en keuken gesloopt. Er is een nieuwe ruimte gecreëerd, waarin vijf wasmachines staan. In mijn straatje staan 16 identieke wasmachines, verdeeld over drie plaatsen. In twee zijstraatjes staan er ook nog. Ik weet zeker: als ik een dag het aantal gebruikers ga turven, heb ik aan de (vijf) vingers van één hand genoeg.

Thailand, 20 januari – Eén reus in de metro, vele Klein Duimpjes (zie FB van 14 en 15 jan) en hoe zit het met Holle Bolle Gijs? Nou, daar zijn er veel van in dit land; daar zorgen de producenten van soft drinks, snacks, snoep en fast food wel voor. Ik verdenk ze ervan onder één hoedje te spelen met de suikerindustrie. Thailand is ’s werelds tweede grootste suikerexporteur na Brazilië, maar er blijft genoeg over om door de strot van de eigen bevolking te duwen. Een vrouw in mijn stamrestaurant hoorde ik vers geperst ananassap bestellen. Bij de eerste slok trok ze een gezicht alsof iemand haar een onfatsoenlijk voorstel had gedaan. Ze had sap uit een fles gekregen.

Thailand, 19 januari – Op 28 januari begint het nieuwe Chinese jaar: het jaar van de Haan. Het nieuwe jaar werpt zijn schaduw vooruit, want in mijn uitgaansstraatjes hangen al bij enkele zaken grote rode papieren lampionnen. Ze doen mij denken aan de film ‘Raise the red lantern’. De film vertelt het verhaal van een 19-jarige vrouw die een van de concubines van een rijke Chinese heer wordt. Elke dag beslist de man wie met hem mag slapen. Voor haar kamer wordt dan een rode lampion aangestoken. Ik ben geen Chinees, ik heb geen concubines, ik ben niet rijk. Maar ik kan wel mijn fantasie de vrije loop laten als ik die rode lampionnen zie.

Thailand, 18 januari – Op de Ratchadaphisek soi 7, op weg naar de 7-Eleven voor mijn ontbijt van verse croissants (16 baht per stuk), een banaantje (8 baht) en misschien een pakje sigaretten (Marlboro red, hard box, 125 baht) werd ik vergast op een kinderkoor dat in het Thais Auld Lang Syne zong. Het geluid kwam uit twee luidsprekers, die me niet eerder waren opgevallen. Waarschijnlijk hingen ze er nog niet zo lang, want ze waren brandschoon. Ik neuriede het mee wat de korte wandeling wel zo aangenaam maakte. De croissantjes smaakten me best, de banaan was nog niet rijp, en in mijn hoofd werd het lied eindeloos herhaald. Een nieuwe dag was aangebroken.

Thailand, 17 januari – De knie van mijn protegé, Mac de weesjongen, deed vreselijk pijn. Hij was gevallen met zijn motorfiets of zoiets. Ik nam daarom ibuprofen mee naar het etentje dat ik gisteren beschreef. Mijn gezelschap, een longchirurg in ruste, schreef iets sterkers voor: diclofenac. Dat kocht ik voor 30 baht in een nabijgelegen pharmacie. Toen ik hem zondag sprak, had hij er zelf twee andere medicijnen bijgekocht. Voor alle zekerheid. Het is bekend dat Thai bij meerdere dokters winkelen (die van elkaar niet weten wat ze voorschrijven). Medicijnen worden in Thailand als snoepjes geconsumeerd en kuurtjes worden niet afgemaakt. Thailand en andere Aziatische landen zijn de bakermat van medicijnresistentie.

Thailand, 16 januari – Hij kwam een uur te laat, mijn protegé, de weesjongen Mac, die ik een etentje had beloofd vanwege mijn verjaardag. En omdat ik een eetafspraak in een Indiaas restaurant had met een kennis was het wel zo handig hem daarvoor uit te nodigen. In dat uur belde hij enkele malen om te zeggen er ‘over 10 minuten’ te zijn. Intussen vielen mijn kennis en ik aan op de maaltijd, een schotel met van alles en nog wat. Handig om niet een keus te hoeven maken uit de menukaart. Mac vond de hond in de pot, maar dat gaf niet want hij at liever een Thais gerecht. Wat de Thai niet kent, eet hij niet.

Thailand, 15 januari – Een reus in de metro is zeldzaam (zie mijn column van gisteren), maar Klein Duimpjes zijn er des te meer. Het zijn meestal vrouwen, soms zo fragiel gebouwd dat ik ze nooit een hand zou durven geven uit angst hun arm uit de kom te trekken. Ik schrijf ‘vrouwen’ en niet ‘vrouwtjes’ wat in ons taalgebied boven de grote rivieren een denigrerende aanduiding is. Als iemand hem gebruikt, zeg ik: Ja, en ze wonen in een Keulse pot. Maar alleen degenen die de Piggelmee albums van Van Nelle kennen, snappen dat. Als ik naast hen sta, gluur ik in hun decolleté. Meestal zit er weinig.

Thailand, 14 januari – In het metrovoertuig stond een boom van een kerel. Een Chinees, want hij sprak Chinees. Chinees, Thais en Vietnamees kan ik onderscheiden. Frans, Duits en Engels ook. Bij de Scandinavische en Baltische talen wordt het al een stuk moeilijker. Maar ik dwaal af. Een boom van een kerel dus, zo iemand die zijn hoofd moet buigen als hij uitstapt. Een Chinese reus, ik schat 2 meter lang. Hij deed me denken aan de Reus van Rotterdam, die was 2,38 meter. Als kind moet ik hem vaak gezien hebben. Reuzen zijn er niet veel meer, behalve in sprookjes en nu dus in de metro van Bangkok.

Thailand, 13 januari – Op 11 januari schreef mijn Eerste Secretaris namens mij aan de heer A dat de mini-mini miertjes naar mijn indruk definitief waren verslagen en dat nog slechts een enkele waaghals het durfde zich te vertonen. Oei, die brief had nooit verstuurd mogen worden. Want ze waren er gisteren ineens weer. Het ontbijtbordje dat ik naast de wasbak in de badkamer had gelegd, zag zwart van de miertjes. Je kon gewoon over hun hoofden lopen. Heb ik ze wakker geschud, uitgedaagd? Het lijkt er wel op. Waar ze al die tijd zijn gebleven, weet ik niet. Ik beken: ik begon ze al te missen.

Thailand, 12 januari – Soms zou ik willen dat ik stinkend rijk was. Niet dat ik dan gelukkig zou zijn, want het gezegde luidt: geld maakt niet gelukkig. (Of dat waar is, weet ik niet, want ik heb het nooit kunnen controleren) Ik zou heen en weer naar Thailand in de business class reizen, want daar krijg je een glaasje champagne ter begroeting. (Of zou het mousserende witte wijn zijn?) In Bangkok kocht ik een appartement, want ik ben een grote-stadsmens; het platteland is me te saai. Mijn garderobe kreeg een face-lift met zo’n shirt dat ik de eminence grise Prem wel eens zie dragen. Mijn FB-column zou ik blijven schrijven, wees maar niet bang.

Thailand, 11 januari – Geachte heer A,
Naar aanleiding van uw reactie onder de Facebook-column d.d. 8 januari van de heer Van der Lugt bericht ik u het volgende. De heer Van der Lugt heeft kennis genomen van uw opmerking dat u zijn ‘verhaaltjes’ over de mini-mini miertjes mist, waarbij dient te worden opgemerkt dat deze geringschattende kwalificatie van zijn pennevruchten hem onaangenaam in de oren klinkt. Inderdaad heeft mijn patroon al lang niet meer geschreven over deze kwelduivels. Hij vermoedt dat ze nu definitief zijn verslagen, afgezien van een enkele waaghals. Ik hoop u hiermede naar tevredenheid te hebben geïnformeerd.
Met de meeste hoogachting verblijf ik, Eerste secretaris

Thailand, 10 januari – De Oude Man is er elke avond, ik zie hem op weg van mijn uitgaansstraatje naar metrostation Sam Yan. Hj drentelt heen en weer op een smal stoepje langs een rij geparkeerde auto’s, stapt soms de rijweg op, draait zich om, stampt met één voet, alles in een eindeloze herhaling. Alhoewel hij niet stevig op zijn voeten staat, lijkt hij mij niet dronken. Wat is zijn verhaal? De Oude Vrouw zie ik in Huai Khwang . De straat is haar woning, te zien aan de spullen die bij haar liggen. Meestal slaapt ze onder een stuk plastic. Wat is haar verhaal? Maar wil ik dat eigenlijk wel weten?]

Thailand, 9 januari – Geachte heer K,
Naar aanleiding van uw reactie d.d. 7 januari onder de FB-column van de heer Van der Lugt heb ik de eer u het volgende te berichten. De heer Van der Lugt heeft kennis genomen van uw verzoek om zijn columns ‘ietsiepietsie’ langer te maken, maar hij kan daaraan niet voldoen. Zijn precieze formulering zal ik niet vermelden; dat zou niet kies zijn. Mijn patroon wijst erop dat hij al enkele malen heeft uitgelegd zijn columns te maximeren op 100 woorden +/- 10 procent. Een column moet een stomp zijn, geen boksronde van 3 minuten, vindt hij.
Met de meeste hoogachting verblijf ik, Eerste secretaris

Thailand, 8 januari – (Vervolg van gisteren) … ben ik bij aankomst het dichtst bij de roltrap. Die roltrap voert langs een tweede perron, want de tunnelbuizen liggen hier onder elkaar en niet naast elkaar. Ingestapt zoek ik een plaats op. Als er een stoel vrij is, is dat gemakkelijk, tenzij een van de andere instappers me voor is. Moet ik staan, is de vraag: vasthouden aan een lus of een paal? En in welke richting ga ik staan, er zijn vier mogelijkheden. Daarna moet ik mijn kijkrichting bepalen. Laat ik mijn blik rondzwerven of staar ik naar een of meer personen. Ja, beste mensen, onderschat reizen per metro niet.

Thailand, 7 januari – Als u soms mocht denken dat reizen per metro een fluitje van een cent is, dan moet ik u uit de droom helpen. Nee, het is niet eenvoudig, er komt heel wat bij kijken. Dat begint al bij de vraag: staat er genoeg saldo op mijn kaart? Zo ja, dan kan ik gelijk inchecken; zo nee, dan moet ik eerst naar de kassa om het aan te vullen. Op het perron doet het volgende probleem zich voor: waar ga ik staan wachten? Dat hangt af van het station van aankomst. Als ik naar Sam Yan reis, wacht ik op de plaats waar de voorkant van de trein stopt, want dan…. (Wordt vervolgd)

Thailand, 6 januari – Ooit las ik een artikel van een Thai, die schreef dat farangs (niet-Aziatische buitenlanders) altijd een lelijke vrouw uit het Noordoosten als vriendin of echtgenote hebben. Het zijn boerentrienen waarbij zelfs de duurste en beste make-up geen kans ziet er iets behoorlijks van te maken. Farangs zie je nooit met een mooie vrouw, want die motten die buitenlanders niet. Mooie Thaise vrouwen trouwen met mooie Thaise mannen. Ik draai het om: Thaise vrouwen hebben doorgaans een lelijke farang als vriend of echtgenoot: behaard, bierbuik, bedekt met tatoeages, kale kop, te vroeg overdag lurkend aan een pijpje bier. Je ziet ze zelden met een jonge God. Ik vind het best: leven en laten leven.

Thailand, 5 januari – Eigenlijk leek de Kabouterman helemaal niet op een kabouter, zoals getekend door Rien Poortvliet. Goed, hij had een pluizig baardje, maar verder was hij groot en gezet en hij had geen muts op zijn hoofd, dat een beetje kalend was. Wat zouden kaboutermannen trouwens te zoeken hebben op de patio van The Old Dutch, want daar zag ik hem? Op de menukaart staan geen kaboutergerechten, ze eten liever wat hun kaboutervrouw bereidt. Thailand lijkt me ook geen land voor kabouters: te warm en bossen, hun natuurlijke habitat, moeten wijken voor akkerbouw. Nee, ik denk dat ons gematigd klimaat beter bij hen past.

autopletter

Thailand, 4 januari – (Vervolg van gisteren) Wat doet de overheid? Dit: ze haalt voertuigen van dronken bestuurders van de weg, neemt het rijbewijs in en beboet de bestuurder. ‘t Is een druppel op de gloeiende plaat. Ze krijgen trouwens voertuig en rijbewijs na de vakantieperiode weer terug. Ik heb een beter idee. Want rijden onder invloed en scheuren als een dolleman, de twee hoofdoorzaken van de seven dangerous days, kunnen niet streng genoeg worden bestraft. Ik stel voor dat de bestuurders hun voertuig terugkrijgen als geplet pakketje, voor mijn part met een lint er omheen om de pijn te verzachten. Verkeerscampagnes: je hebt er niets aan en controleposten zijn te omzeilen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.

Thailand, 3 januari – Van 29 december tot en met 1 januari zijn 280 personen in het verkeer omgekomen en 2.877 gewond geraakt bij 2.712 ongelukken, 16 procent meer dan vorig jaar. De meesten zijn motorfietsers. Dat belooft weinig goeds voor het totaal aantal slachtoffers van de zogeheten seven dangerous days. Gevaarlijk inderdaad want in het hele jaar 2016 bedroeg het aantal verkeersdoden gemiddeld 26 per dag tegen 70 de eerste vier dagen. Voor de nabestaanden is het een tragedie; voor de gewonden die gehandicapt raken, een nog grotere ramp waaraan ze elke dag weer herinnerd worden. Wat doet de overheid? (Wordt vervolgd)

Thailand, 2 januari – Twintig minuten voor twaalf werd ik wakker. Ik zette de tv aan en zag de herdenkingen op Sanam Luang, het plein bij het Grand Palace, en voor CentralWorld. Dit jaar geen oppervlakkig vertier, maar gebedsdiensten vanwege het overlijden van de koning. Het was er erg druk, het cliché ‘Je kon er over de hoofden lopen’ beschrijft de situatie treffend. Ik houd niet van mensenmassa’s. Ook niet van optochten en parades of volle disco’s (waar de muziek ook nog eens doorgaans oorverdovend is). Ik mijd ze. Ja, ik ben een saai mens. Leve de saaiheid!

Thailand, 1 januari – Kunnen mensen met een wrat op het puntje van hun neus gelukkig zijn? Ik vroeg me dat af bij het zien van een vrouw, die tegenover me in de metro zat. Ze was in druk gesprek met haar buurvrouw, lachte veel waarbij ze een fraaie gebit toonde. Elke keer als ik naar haar keek, werd mijn oog getrokken door de wrat. Die leek steeds groter te worden. Op haar shirt stond #Happy. Zou ze met opzet dit shirt hebben gekocht om de wratloze medemens duidelijk te maken dat je ook met wrat gelukkig kunt zijn? Ik vroeg me af: zou ik van deze vrouw kunnen houden?

  • Geen Trackbacks
  • Reacties (0)
  1. Nog geen reacties