Archief 2
Deze pagina is het vervolg van de pagina Archief en Archief 1a
Inhoudsopgave
Een gevaarlijke weg naar religieus extremisme
Vluchten hoeft niet meer
Verdrinking in grootmoedigheid
Elephants in Motion: fascinerend verhaal over mens en olifant
Het centrum van Yala leeft weer!
Onderstaande 10 artikelen staan op de pagina Vervolg 2 (1)
Afvalverwerking Suvarnabhumi: Zo zijn onze manieren
Water uit de Mekong moet de Isaan redden
Bizarre verhalen (Geen happy ending voor Thaise Assepoester; Een clairvoyant, een arts en vorige levens; Chainarong was 10 jaar dood en is springlevend)
Dit is Kwan Phayao, maar niet zoals ik ‘t ken
Een bakkie duurzaamheid
Een nieuwe generatie boeren
Ontsnapt aan de armoede
Goudmijnbouw: Bewoners worstelen met de gevolgen
Is herbebossing wel dé oplossing?
Ba-ba-ba-ba-banana
Onderstaande 10 artikelen staan op de pagina Vervolg 2 (2)
Waterhyacint: Kans of plaag?
Als er geen bier meer is, drinken we…
’t Mag niet, maar ’t gebeurt toch
Dreigingen, vervolgingen en vernietiging van oogsten
Van zout naar zonnepanelen
Berucht onkruid maakt korte metten met acne
Waterwereld – Dromen over Venetië van het Oosten
De ouwetjes doen ’t nog best
Wie wil er mijn varaan zien?
Abortus pil mag, maar abortus is ‘slecht en immoreel’Wordt vervolgd op de pagina 2a.
Een gevaarlijke weg naar religieus extremisme
Vorige maand ontving de Ma Ba Tha (Association for the Protection of Race and Religion) uit Myanmar van de clerus in Thailand een onderscheiding als ‘outstanding Buddhist peace organsation’. Aan het hoofd van die organisatie staat Ashin Wirathu, bijgenaamd de Bin Laden van het boeddhisme. Time Magazine noemde hem ‘The Face of Buddhist Terror’.
De organisatie is berucht vanwege haar haatcampagnes tegenover moslims, waardoor vele moslim Rohingya zijn gedood. Maar in Thailand werd de rode loper voor haar uitgerold in de (protserige) Dhammakaya tempel en de boeddhistische Mahachulalongkorn Rajavidyalaya universiteit. Dat werd pas bekend door een bericht op Facebook, geplaatst door Somrit Luechai.
Betekent dit nu dat de Thaise clerus militant boeddhisme onderschrijft? Nee, schrijft Sanitsuda Ekachai in haar wekelijkse rubriek Question Marks. Geen Thaise monnik zal dat openlijk toegeven. Maar gedeelde islamfobie en de druk van de clerus om van boeddhisme de officiële staatsgodsdienst te maken wijst op een gevaarlijk precedent.
De Maha Chula universiteit is de drijvende kracht achter de lobby om van het boeddhisme staatsgodsdienst te maken en ze is een warm voorstander van de benoeming van Somdet Chuang (de abt van de antieke Mercedes waarop invoerrechten zijn ontdoken) tot Supreme Patriarch. De banden van Chuang en de universiteit met de Dhammakaya tempel zijn algemeen bekend. Het bericht van Somrit ontketende de nodige verontwaardiging online en leidde tot zorgen dat Dhammakaya het land naar religieus extremisme leidt.
Maha Chula, Dhammakaya en de World Fellowship of Buddhist Youth haastten zich te distantiëren van de controversiële monnik – alhoewel niet overtuigend. Een woordvoerder van Dhammakaya ontkende de uitreiking van de World Buddhist Outstanding Leader Award op 23 februari te hebben georganiseerd.
De tempel ontkende ook de militante monnik te hebben uitgenodigd; hij was op eigen initiatief gekomen om Maka Bucha te vieren. Maar foto’s bij het FB-bericht laten zien dat hij niet als een normale bezoeker is behandeld. Chula beweerde dat Ashin was gekomen om studenten uit Myanmar te ontmoeten. Maar op een foto is een groep monniken te zien met een spandoek ‘We love Wirathu’.
In werkelijkheid was de uitreiking georganiseerd door de World Buddhist Leaders Organisation. Voorzitter Pornchai zegt dat het Ma Ba Tha gelukt is in Myanmar enkele wetten tot stand te laten brengen, zoals een wet die boeddhisten verbiedt met iemand van een ander geloof te trouwen [lees: moslim], wet op monogamie [lees: stop moslim mannen om meer vrouwen te hebben en te veel kinderen] en de wet die [lees: moslim] vrouwen verplicht tussen zwangerschappen drie jaar te laten verlopen.
Sanitsuda noemt de wetten religieuze paranoia en rassenhaat. In Thailand wordt de soep niet zo heet gegeten als in Myanmar. De clerus is zo zwak dat de regering de nominatie van Chuang en de eis van staatsgodsdienst gemakkelijk naast zich neer kan leggen.
Corruptie in tempels, misdragingen van monniken, een luxueuze levensstijl en de totale inefficiëntie van de Sangha Supreme Council hebben geleid tot een afnemende vertrouwen van de bevolking in de clerus, wat verergerd wordt doordat de clerus zich mengt in de verdeelde politiek. (Bron: Dangerous path toward religious extremism, Bangkok Post, 23 maart 2016)
Het artikel heb ik opgeslagen op pdf. Klik hier.
Foto: Bijeenkomst van Ma Ba Tha in Yangon.
Vluchten hoeft niet meer
‘We hoeven niet langer te vluchten voor de politie. Nu hebben we een plaats waar we naartoe kunnen gaan om te laten zien wat onze bikes kunnen doen. Het is officieel, we zijn nou helemaal legaal om op de openbare weg te racen.’
Keng (21) is een vanz boy, de slang term voor jonge motorfietsers die elk weekend straatraces houden. Soms worden ze aangehouden, want straatraces zijn verboden. Sinds vorig jaar zelfs strenger dan voorheen, want de NCPO wil een eind maken aan de populaire vrijetijdsbesteding van de straatracers. Op overtreding staat een boete van 2.000 tot 10.000 baht of een gevangenisstraf van drie maanden, de politie kan wanneer ze een groep motorfietsers ziet, verdachten aanhouden en motorfietsen in beslag nemen, toeschouwers riskeren arrestatie en ouders worden op straffe van 3.000 tot 30.000 baht geprest hun kids twee jaar in toom te houden.
Het optimisme van Keng lijkt echter voorbarig. Ja, de politie in Chon Buri gaf de straatracers toestemming om op een zaterdagavond midden maart van 21 tot 1 uur te racen op een stuk van de Chonlamak Withi Road, een nieuwe brug van 4 kilometer die in de oceaan uitsteekt. De randweg loopt om de stad heen en lijkt een ideale plaats voor het luidruchtig vertier.
De visverkopers waren er niet blij mee
De brug is een populaire plek voor de plaatselijke bevolking voor picnicks aan de waterkant en elke zaterdag wordt er de Plee markt gehouden, een vismarkt waar liefhebbers van het zilte zeebanket hun hart kunnen ophalen – tegen schappelijke prijzen.
En daar wrong die zaterdag de schoen, want de bikers begonnen al vanaf 7 uur toe te stromen, niet alleen uit Chon Buri maar ook van elders. Er verzamelden zich zo’n tienduizend jongeren, van wie enkele honderden aan de races deelnamen na betaling van een inschrijfgeld.
De visverkopers waren er niet blij mee. Klanten konden de markt niet bereiken en maakten rechtsomkeer. Deze keer dan maar geen verse vis op tafel. ‘Als het mogelijk is, wil ik dat de organisator en de politie overwegen de races naar de zondag te verschuiven, want dan hebben we geen markt’, zegt een visverkoper.
Er waren nog meer negatieve geluiden. Zo zegt Thanawit Thaworn, wiens vader een bedrijf van takelwagens heeft – wat betekent dat hij vaak genoeg autowrakken heeft gezien die betrokken waren bij de meest vreselijke ongelukken – dat regelmatige races op de brug alleen maar ellende brengen, zoals luchtvervuiling, geluidsoverlast, ongelukken, gevechten tussen rivaliserende groepen, drugsgebruik, gokken. Ze zouden schadelijk zijn voor het toerisme en de lokale economie. Thanawit heeft de gouverneur een brief geschreven met het verzoek de race te verplaatsen naar een locatie waar niemand er last van heeft.
De politie denkt erover na. ‘Ik denk niet dat ik ze nog eens toesta die plek te gebruiken. Er was meer negatieve feedback dan positieve en wij kregen de schuld dat we toestemming hadden verleend’, zegt Pratchaya Prasansuk, adjunct-commandant van de provinciale politie van Chon Buri. Bekeken wordt nu of de race verplaatst kan worden naar een professionele racebaan in Chon Buri.
Eén vanz boy zal dat nooit meemaken, want na de race botste hij tegen een vrachtwagen en kwam om het leven. (Bron: Spectrum, Bangkok Post, 27 maart 2016)
Meer over straatracers: Straatrace: kick en nachtmerrie en Geen straatracers, want ‘we doen veel goeie dingen’ op de pagina Archief en op de pagina achtergrondartikelen het verhaal De bendes, de meiden, de pistolen – straatraces in Bangkok.
Verdrinking in grootmoedigheid
Van de ene op de andere dag overstroomde de zanderige kust van Kaeng Khut Khu (provincie Loei). De kraampjes werden omringd door water en moesten enkele dagen later ontruimd worden, toen de helft van het ‘eiland’ onder water kwam te staan (foto boven).
Het rijzende water kwam onverwacht, maar het verbaasde de bewoners niet. ‘Het is niet de eerste keer dat de oever in het droge seizoen is overstroomd. Dat gebeurt al de laatste vijf jaar’, zegt Chai Tamuen (42), een van de verkopers die zijn kraam moest weghalen. ‘We kunnen het water niet voorspellen. Sinds de Chinese dammen het water bovenstrooms reguleren, is ons inkomen instabiel.’
Prayun Sean-an (54) zag zijn visvangst de laatste jaren verminderen. De teruglopende inkomsten noopten hem op een kleine plantage en moestuin op de rivieroever te gaan werken. Maar overstromingen van de oever reduceren de groenteoogst.
Ook China kampt met watertekorten
De oorzaak van alle ellende zijn de zes dammen die de afgelopen 20 jaar in het Chinese deel van de Mekong zijn gebouwd: Dachaoshan, Manwan, Jinghong, Xiaowan, Nuozhadu en Gongguoqiao. China zet ze open en dicht zonder rekening te houden met landen benedenstrooms; vooral Vietnam is het kind van de rekening.
Voor het eerst heeft China dit jaar de buurlanden geïnformeerd dat de wateruitstroom uit de Jinghong dam van 15 maart tot 10 april wordt verdubbeld. Premier Prayut dankt China voor dit genereus gebaar. Maar was het wel grootmoedigheid die China dreef? Nee, evenals de andere Mekonglanden kampt China zelf met watertekorten als gevolg van de grote droogte. Het waterpeil in de rivier Lancang bovenstrooms van de Mekong, is dit jaar met 20 procent gedaald . In 90 jaar heeft er niet zo weinig water in gestaan.
Aannemelijker is ook dat China het vrachtvervoer over de rivier niet in gevaar wil brengen. In januari bijvoorbeeld klaagden schippers uit Chiang Saen (Thailand) dat ze hun lading moesten terugbrengen van 400 naar 200 ton om nog China te kunnen bereiken.
De geste van China kan ook gezien worden als een poging om een wit voetje te halen bij de andere Mekonglanden. Vietnam bijvoorbeeld kampt met de ernstigste droogte sinds 1926; het land komt water tekort voor de hoofdrijstoogst en heeft last van verzilting in de Mekongdelta.
Extra water is geval van diplomatie
Voor Vorasakdi Mahatdhanobol, directeur van het Institute of Asian Studies van de Chulalongkorn universiteit, leidt het geen twijfel dat de aankondiging van China een geval van diplomatie was. ’Maar ik denk niet dat de wateruitstroom de Chinese banden met de Mekonglanden zal versterken. Integendeel, de situatie roept de vraag op wat er gaat gebeuren wanneer die landen een conflict met China hebben wanneer het besluit geen water vrij te geven.’
Thailand kan geen vuist maken, want Thaise bedrijven waren betrokken bij de bouw van de Chinese dammen. Ze hebben ook geïnvesteerd in de negen dammen in Laos, met als bekendste de Xayaburi dam die al veel in het nieuws is geweest. De dam wordt gebouwd door een Thaise aannemingsbedrijf en 95 procent van de opgewekte elektriciteit gaat afgenomen worden door Thailand. Bovendien schurkt Thailand sinds de coup tegen China aan, Thailand’s belangrijkste exportmarkt.
China streeft eigen agenda na
Vorige week woonde premier Prayut de eerste top van de Lancang-Mekong Cooperation (LMC) bij, die als thema had Share the River, Share the Future. De regeringsleiders van de zes Mekonglanden praatten op Hainan Island onder andere over het beheer van de rivier. Analisten zien de LMC (in 2014 door China voorgesteld) en China’s recente antwoord op de droogte als een manier voor Beijing om alle landen aan de tafel te krijgen om zijn eigen agenda na te streven.
Thitinan Pongsudhirak (Institute of Security and International Studies, Chulalongkorn universiteit) schreef er in de Nikkei Asian Review onder de titel China’s alarming ‘water diplomacy’ on the Mekong over: ‘Blokkeren van het water voor eigen voordeel en welwillendheid veinzen door aan te bieden om het met de landen benedenstrooms te delen, levert op de korte termijn wisselgeld op.’
Thitinan voorspelt dat China het voorlopig in Zuidoost-Azië voor het zeggen heeft. Maar hij waarschuwt dat China’s kortzichtige benadering om zijn eigen regels te volgen en die van de andere partijen te negeren, een boemerangeffect kan hebben.’ (Bron: Spectrum, Bangkok Post, 27 maart 2016)
Meer lezen? Zie China, het verschrikkelijke watermonster op de pagina Xayaburi dam (18 oktober, jaartal ontbreekt, ik vermoed 2013).
Elephants in Motion: fascinerend verhaal over mens en olifant
Een draaiboek had ze niet. Ze werkte vijf jaar met haar crew aan de film. Volgde mahouts door heel Thailand en filmde wat ze tegenkwam. Het belangrijkste is liefde, zegt ze, je moet passie hebben voor je onderwerp. En zo ontstond Elephants in Motion, een documentaire over de symbiotische relatie tussen mens en olifant.
De film kreeg een onderscheiding voor Best Director en Best Story op het International Independent Documentary Festival in Hollywood en een Platinum Award op het World Documentary Festival in Indonesië. Onlangs is de documentaire gekocht door Al Jazeera, die de film met Arabische tekst gaat uitbrengen.
Wie is die vrouw met een passie voor olifanten? Narumol Sriyanond (62) is een Thais-Amerikaanse documentaire maakster. Als kind raakte ze vertrouwd met het Thaise woud omdat ze haar vader, die werkte bij de Forest Industry Organisation, vergezelde tijdens zijn bezoeken aan verschillende delen van het land. Met de cinema maakte ze kennis doordat vader in het weekend in dorpen films vertoonde in de open lucht, vaak The Blob en War of the Worlds. De boodschap aan de nog onder primitieve omstandigheden levende dorpelingen was: als je geen aandacht besteedt aan hygiëne, word je door alien meegenomen.
Narumol studeerde met een graad in theaterkunsten af aan de Chulalongkorn universiteit, behaalde een master’s graad in theater en regie aan de West Virginia universiteit in de VS en een master’s en PhD aan de Tisch School of the Arts van de New York University.
In New York ontmoette ze Spike Lee, die haar aanmoedigde films te maken die een positieve invloed op mensen hebben. ‘Hij zei: we hebben de middelen, de power en ervaring om dat soort films te maken.’
In 2007 produceerde en regisseerde ze een korte documentaire getiteld Thai Women: Challenging Aids. De film bracht haar erkenning als een opkomende vrouwelijke documentairemaker. Maar haar laatste project bracht haar terug naar het woud, waar haar fascinatie voor filmmaken ontstond.
Haar belangstelling voor Thaise olifanten werd in 2011 gewekt nadat ze had gelezen over een wilde olifant, een wees, die was losgebroken van de kudde en bij een overstroming van een klif was gevallen. Dorpelingen in Loei vonden het dier bij een hut waar ze hun rijst bewaarden. Na verloop van tijd raakte het dier gewend aan mensen. De olifant kreeg de naam Boonlong, wat lost merit betekent.
‘Dat is een magisch verhaal voor me’, zegt Narumol, die daarna in Lampang in contact kwam met het Thai Elephant Conservation Centre. Bestudering van de verschillen tussen Thaise en andere olifanten, leerde haar dat Thaise olifanten, in tegenstelling tot Afrikaanse, veel meer geïntegreerd waren in het dagelijks leven van mensen.
‘Olifanten zijn deel van de boeddhistische bostraditie. Thais leven dicht bij de natuur om wijsheid te verwerven. In het verleden werkten en speelden Thaise mensen en olifanten samen, en ze leefden samen tradities na. Thaise olifanten namen deel aan menselijke rituelen; ze hadden ook pauzes, net als mensen, en op boeddhistische feestdagen hoefden ze niet te werken. Daarom is het belangrijk de mensen te vertellen over het fascinerende leven van deze dieren en de symbiotische relatie tussen mens en olifant.’ (Bron: Spectrum, Bangkok Post, 10 april 2016)
Het centrum van Yala leeft weer!
De veel geciteerde uitspraak van Cruijff dat elk nadeel zijn voordeel heeft, is deze maand in Yala in de praktijk gebracht. Het stadscentrum, doelwit van tal van bomaanslagen, dat de afgelopen jaren door velen gemeden werd, schittert weer. Dat is te danken aan de inzet van ruim honderd vrijwilligers die de grijze betonnen barrières en palen beschilderd hebben met vrolijke beelden.
Gevolg? De klanten komen weer terug, de soldaten die het gebied bewaken, zijn meer ontspannen, er rijden weer fietsers, jongeren maken selfies en plaatsen die op Facebook en het belangrijkste, zegt de lokale fotograaf Winai Madaree: de mensen lachen veel meer.
De anti-bomaanslag muur die beschermt tegen bomscherven en beschadiging van de eigendommen erachter, begon bescheiden. Een gezin zette in 2011 een rij pijpen (hoogte 130 cm, diameter 40 centimeter) voor hun huis neer en vulde die met cement. Het Southern Border Province Administration Centre (SBPAC) haakte aan en financierde de plaatsing van zo’n zevenhonderd palen langs de hele lengte van de Ruam Mit Road. Maar het gebied bleef vermeden worden en de aanwezigheid van zwaar bewapende soldaten hielp ook al niet.
De omslag kwam toen gouverneur Doldej een team aan het werk zette om de palen te gebruiken als schilderslinnen en de SBPAC 300.000 baht ter beschikking stelde voor de aankoop van materialen, verf en de catering van de vrijwilligers.
Ze namen het grijze beton van 21 maart tot 9 april onder handen, en werkten in toerbeurt hele dagen met een korte onderbreking ’s middags vanwege de hitte. Het werk was op tijd klaar voor de deadline van Songkran in de hoop dat het meer toeristen zou aantrekken.
Ratchapol Promthong, hoofd van het Department of Information and Communication Technology, zegt: ‘Nu ziet Yala town er niet langer uit als een oorlogszone. De mensen komen terug en genieten van hun tijd hier. Ik wil officieel aankondigen dat Yala town weer leeft.’ (Bron: Spectrum, Bangkok Post, 24 april 2016)
Nog geen reacties