Archief
Inhoudsopgave
Hoofdpostkantoor (1940): Is het niet een plaatje?
De toekomst van Chatuchak is in gevaar
Facelift voor poppenmuseum
Bangkok verdwijnt onder water
Yoga veranderde haar leven
Lofzang in brons op zeven Thaise koningen
Bangkok: Het trottoir is van de voetganger, niet van straatverkopers
Art Box: Bangkok’s laatste markt sensatie
Kunstmatig regen opwekken: Agiteren, vetmesten, aanvallen
Tea House: 50 jaar Chinese geschiedenis in drie bedrijvenDeze pagina wordt vervolgd op:
Archief Vervolg 1
Archief Vervolg 2
Archief Vervolg 3
Archief Vervolg 4
Archief 1a en Archief 2.
Archief 3
Hoofdpostkantoor (1940): Is het niet een plaatje?
Wie van nostalgie houdt, moet met een lantaarntje zoeken in Bangkok, maar ze zijn er nog wel: gebouwen die meer zijn dan een blokkendoos van beton. Neem het hoofdpostkantoor aan de Charoen Krung Road. Is het niet een plaatje? Gebouwd in 1940 naar een ontwerp van een van Thailands meest geprezen architecten Jitsrsean Apaiwong. In 2004 riep het Fine Arts Department het gebouw uit tot architectuur erfgoed.
Maar niet alle gebouwen uit die tijd zijn aan de sloophamer ontkomen. Delen van het Courts of Justice complex, gebouwd tussen 1939 en 1943, vielen ten prooi aan de slopersbal ondanks het feit dat ze ontworpen waren om de soevereiniteit van de Thaise rechterlijke macht in de periode na het einde van de Bowring Treaty te symboliseren.
De mensen begrijpen het niet
‘De mensen begrijpen niet waarom we oude gebouwen uit die tijd moeten behouden’, zegt Suphawadee Ratanamart, hoofddocent aan de faculteit architectuur van het King Mongkut’s Institute of Technology Ladkrabang. ‘Ze denken dat gebouwen uit die periode niet genoeg historische en esthetische waarde hebben, alhoewel ze symbool staan voor een nieuw hoofdstuk van de beschaving.’
Dat hoofdstuk begon onder het bewind van koning Rama V. Thaise studenten die in Europa hadden gestudeerd, brachten het concept van modernistische architectuur mee terug. Maar de stijl werd pas populair in de jaren dertig toen de absolute monarchie plaatsmaakte voor de constitutionele monarchie.
Thailand begon het gebruik van moderne materialen zoals staal en glas te omarmen, waarbij de Thaise bouwheren ter besparing van de kosten lokale materialen, zoals beton, gebruikten. Daarvan zijn nog voorbeelden te zien: het Dome building van de Thammasat universiteit (1935-1936) en het Supachalasai stadion (1937-1938) om er twee te noemen.
Suphawadee wijst ook op latere gebouwen, zoals het Indra Regent hotel (1970) waarvan de gevel is geïnspireerd op traditionele Prajam Yam motieven en het Suan Amporn Pavilion bij de Ananta Samakhom Throne Hall (1972) met een ruimte van 15 meter zonder pilaren.
Op de bres voor oude gebouwen
Suphawadee is lid van Docomomo Thailand, de Thaise tak van Docomomo, een non-profit organisatie, in 1988 opgericht in Nederland, die zich ten doel stelt gebouwen, terreinen en buurten van de Modern Movement (Nieuwe Zakelijkheid) te documenteren en waar mogelijk te behouden.
Docomomo Thailand heeft inmiddels een eerste inventarisatie gemaakt van de gebouwen die tussen 1932 en 1971 zijn gebouwd en het risico van sloop lopen. De lijst is vorig jaar op een bijeenkomst in Seoul gepresenteerd. De collega’s uit de andere landen waren onder de indruk van het unieke karakter van de Thaise architectuur in die periode, zegt Suphawadee.
De Thaise tak breidt nu haar actieradius uit naar de rest van het land. Ze maakt zich vooral zorgen over de toekomst van Thailands oude spoorwegstations, zoals het station in Chiang Mai dat in 1946 werd herbouwd nadat het drie jaar eerder was gebombardeerd.
Het rechthoekige gebouw heeft een gebogen gevelspits op het dak van de klokkentoren en de eerste verdieping heeft naar westers voorbeeld hardhouten wanden. Gelukkig erkennen de spoorwegen de waarde van het gebouw.
Maar niet alle ouwetjes kunnen gered worden. Voor het gebouw van de Bank of Ayudhya aan de Chidlom Road met zijn typische gele gevel in de traditionele Sala Thai-stijl kwam de Docomomo campagne te laat. Een bouwschutting is alles wat er te zien is.
(Bron: Spectrum, Bangkok Post, 22 februari 2015)
Het gaat niet goed met de bekende weekendmarkt Chatuchak. Hoge huren vertalen zich in leegstand. ‘Over een paar jaar maken we het eind mee van het huidige Chatuchak’, voorspelt een winkeleigenaar.
De toekomst van Chatuchak is in gevaar
Om een lang verhaal kort te maken: de toekomst van Chatuchak weekendmarkt is in gevaar. Spectrum, de zondagbijlage van Bangkok Post, heeft vier pagina’s nodig om dat duidelijk te maken, maar dat is in een notendop het probleem van een van de bekendste markten van Thailand.
Op sommige plaatsen biedt de markt een trieste aanblik met rolluiken voor de winkels die dicht blijven, omdat de (onder)huur niet meer op te brengen is. Een winkeleigenaar die na 30 jaar zijn schaapjes op het droge heeft, is pessimistisch. ‘Over een paar jaar maken we het eind mee van het huidige Chatuchak. ‘t Is een schande!’
Forse huurverhoging
De problemen begonnen toen in 2012 het beheer van de markt, na een conflict met grondeigenaar SRT (State Railway of Thailand), overging van de gemeente Bangkok (BMA) naar de SRT. Met de BMA als huisbaas, die er sinds 1982 de scepter had gezwaaid, betaalden de kooplui 600 à 800 baht per maand, de nieuwe huisbaas schroefde de huur op naar 3.552 baht en in 2014 naar 3.608 baht. Alleen restaurants betalen minder: 1.500 baht per maand. De SRT vaart er wel bij, want die vangt nu 36 miljoen baht per maand tegen een kostenpost van 12 miljoen baht.
De huur is voor alle winkeltjes hetzelfde en dat ergert de kooplui, want de winkels langs de hoofdstraat zijn veel winstgevender dan de winkels in het hart van de markt. Dat hebben ze dan aan zichzelf te wijten want bij de overname had de SRT beloofd de huur per zone te gaan berekenen, maar de kooplui verwierpen dat idee.
Sirima Hiruncharoenwej, hoofd vastgoed van de SRT, wuift alle kritiek weg. Ze noemt de hogere huur ‘een betere benadering’ dan de huur van voorganger BMA, omdat die inclusief bewaking, vuilnisafvoer en bewaking is.
Onderverhuur en achterkamertjesdeals
Gezien het aantal bezoekers dat de markt trekt, lijkt de huur van 3.608 baht niet extreem hoog, maar in werkelijkheid betalen veel kooplui meer, soms het 20-voudige, omdat ruimtes worden onderverhuurd en vanwege achterkamertjes deals [?]. En daarom sluiten veel winkels of proberen de kooplui hun ruimte onder te verhuren.
Maar dat geldt niet voor de winkels aan de walking street, een brede boulevard waar de winkels volop in het zicht liggen en gemakkelijk toegankelijk zijn. Dat geldt ook niet voor de winkels bij het MRT-station en aan de kant van Phahon Yothin. Die betere locaties vertalen zich gelijk in de huurprijs van bedragen tot 30.000 baht per maand. [Klik hier voor de plattegrond van de markt om een idee te krijgen waar die locaties zich bevinden.]
Ekachai Arunyapongpaisal, vice-voorzitter van de Chatuchak Vendors Association, die aan de buitenkant hoeden verkoopt, kan zich nog redden met een wekelijkse winst van 10.000 baht, maar als die terugloopt, overweegt hij zijn winkel ook onder te verhuren.
Geen greep op de brancheverdeling
En dat bemoeilijkt weer het beheer van de markt. De marktbeheerder heeft geen greep op de brancheverdeling en kan de markt niet in branchegebonden zones verdelen. Overigens zijn onderverhuur en seng (waarbij het huurcontract tegen betaling van een lump sum naar de onderverhuurder gaat) verboden. De SRT zegt er niets tegen te kunnen doen omdat de deals vrijwillig en buiten het zicht van de SRT worden afgesloten.
De rest van het artikel laat ik onbesproken, want dat gaat voornamelijk over juridische problemen, de verhouding met de gemeente, mooie renovatieplannen waar nog niets terecht van is gekomen en achtergrondinformatie. Wie geïnteresseerd is, raadplege het artikel op de website van de krant (klik hier).
(Bron: Spectrum, Bangkok Post, 22 februari 2015)
Orakan Noonpanichpong (student): ‘Toen we voor het eerst het museum verkenden, zagen we zijn verborgen schoonheid die na enkele kleine aanpassingen zou kunnen schitteren. Ik was verbaasd over de wijze waarop alle poppen nu hun eigen ruimte hebben.’
Facelift voor poppenmuseum
Zo eenvoudig kan een renovatie dus zijn en die kreeg het legendarische, 58 jaar oude Bangkok Dolls House and Museum. Vier derdejaars studenten interieurarchitectuur van het King Mongkut’s Institute of Technology Ladkrabang zetten er hun tanden in als case study, waarbij ze hulp kregen van Museum Siam en de museumstaf.
De renovatie in mei nam een maand in beslag en kostte slechts 200.000 baht. Voor dat bedrag werden de museumzaal en showroom opgeknapt en twee belangrijke sets poppen kregen een andere plaats.
Voor het eerst is nu de complete set van The Battle Between Phra Ram And Thotsakan te zien met als decor een beeld van het slagveld. Eerder waren alleen enkele poppen van deze set te zien. De andere set, klassieke dansers in 30 van de 68 typische dansposities, kregen een opgeknapte uitstalling.
Kleinere veranderingen bestonden onder andere uit een nieuw verfje voor de Floating Market en een nieuwe vitrine met zes ruiten, waarachter de geboorte van Jezus is te zien en beroemde Thaise literatuur.
Museum en werkplaats zijn een initiatief van wijlen Tongkorn Chandavimol. Zij raakte in 1945 in Japan geboeid door de prachtige poppen en schreef zich later in voor een vijfdaagse cursus aan de Ozawa Doll school in Tokyo om haar kennis op het gebied van poppenmaken bij te spijkeren.
Volgens Tongkorn’s zoon Arbhas zijn de Bangkok Dolls uniek door de waarheidsgetrouwe posities en hun detaillering. Lijf en gezicht van elke pop worden met de uiterste aandacht gemaakt, waardoor ze elegant en wonderschoon zijn. (8 juli 2015, bron: Bangkok Post, 6 juli 2015)
Bangkok Dolls House and Museum, Ratchataphn (Mor Leng) Alley aan de Ratchaprarop Road, Ratchathewi, Bangkok. Geopend van dinsdag tot zaterdag van 8 tot 17 uur. De toegang is vrij.
Bangkok verdwijnt onder water
Over 15 jaar staat Bangkok onder anderhalve meter water. Thailand’s hoofdstad begint dan te lijken op het mythische eilandenrijk Atlantis* dat opgeslokt is door de zee. De vergelijking Bangkok-Atlantis dringt zich op omdat de hoofdstad in een angstaanjagend snel tempo zakt.
Rampenexperts waarschuwen er al jaren voor. De stad zakt elk jaar meer dan drie inches en volgens de laatste berichten zelfs vier inches. Gevolg? In 2100 staat de stad geheel onder water.
Maar ondanks dit sombere toekomstperspectief blijft de heimachine oppermachtig in de Stad der Engelen. Overal in de stad verrijzen kantoren en condominiums. Eenmaal klaar en verhuurd of verkocht moeten ze de winstcijfers van projectontwikkelaars opstuwen.
Zoveel is zeker: de 10 miljoen inwoners wacht een onleefbare toekomst. En ze worden al geconfronteerd met de voortekenen. Een gemene storm verandert de straten van Bangkok in kolkende rivieren. Het riool stroomt over, auto’s wurmen zich door smerig water en een enkele keer zien kinderen kans een visje te verschalken dat de weg is kwijt geraakt.
Overdreven? Zie de situatie vier jaar geleden toen een combinatie van factoren grote delen van het land en de buitenwijken van Bangkok onder water zette. Bewoners moesten hun toevlucht nemen tot het balkon op de eerste verdieping of pakten hun spulletjes om de zondvloed te ontvluchten en onderdak te zoeken bij familie elders in het land, die op hoger gelegen gronden woonde.
Zijn er oplossingen? Experts noemen er twee: de bouw van een zeedijk en de hoofdstad verplaatsen. In beide gevallen zullen de kosten gigantisch zijn. Maar de experts lijken vooralsnog tegen dovemansoren te praten. Met horrorverhalen vallen geen stemmen te winnen. (9 juli 2015)
(Bron: Global Post)
* Atlantis werd voor het eerst vermeld in Plato’s Dialogen, maar de historiciteit van deze ramp wordt ernstig betwijfeld.
Dankzij het project Yoga in Prison is Chanya Wongsawad (35), die in de Ratchaburi Central vrouwengevangenis een straf van 25 jaar uitzit wegens drugshandel, de wanhoop voorbij. ‘Ik heb mezelf nog nooit zo goed gevoeld. Ik heb vrede met mezelf gesloten.’
Yoga veranderde haar leven
‘Vroeger was ik ziekelijk en had allerlei medische problemen. Maar dat is ten goede veranderd. Ondanks mijn omstandigheden ben ik positiever geworden en meer ontspannen. Ik heb vrede met mezelf gesloten.’
Chanya Wongsawad (35), die in de Ratchaburi Central vrouwengevangenis een straf van 25 jaar uitzit wegens drugshandel, dankt die metamorfose aan het beoefenen van yoga. Vier jaar geleden begon ze ermee, toen de gevangenisstaf en yogalerares Teerawan Wathanotai het project Yoga in Prison introduceerden, een programma met als beschermvrouw prinses Bajrakitiyabha.
Aanvankelijk dacht Chanya dat het niet meer dan bezigheidstherapie was, maar allengs merkte ze dat yoga een positieve invloed had op haar gevoel van eigenwaarde en moreel. Yoga was de reddingsboei die ze nodig had om de wanhoop achter zich te laten. ‘Ik heb mezelf nog nooit zo goed gevoeld.’
En dat moreel kreeg nog eens een extra oppepper toen ze vorige maand drie zilveren medailles in de wacht sleepte op de vijfde Asian Yoga Sports Championship, bijgewoond door moeder en jongere zus. Na de uitreiking van de medailles sprong Chanya op haar moeders schoot en omhelsde haar. ‘Mijn moeder fluisterde in mijn oor dat ze heel trots op me was.’
Inmiddels traint ze zelf andere gedetineerden en wanneer ze vrij komt, hoopt ze yoga lerares te worden. En dat geldt ook voor de andere vrouwen die aan het programma deelnemen.
Kanya Siripom (25), die ook een prijs won, hoopt dat het succes helpt om de houding van mensen tegenover gevangenen te veranderen. ‘Ik wil dat de samenleving ons accepteert en weet dat we talent hebben.’ (Bron: Bangkok Post, 7 juli 2015)
Foto: Het Yoga in Prison-team in training.
Bangkok: Het trottoir is van de voetganger
De gemeente Bangkok laat er geen gras over groeien. Het trottoir is het domein van voetgangers en niet van straatverkopers die een smal kruip-door-sluip-door gangetje open laten. Daarom moeten duizenden straatverkopers hun biezen pakken of verhuizen. Zesduizend zijn al werkeloos sinds de gemeente een jaar geleden met haar campagne begon, die gesteund wordt door de NCPO( junta).
De veertien verkopers bij MRT station Chatuchak, allen in het bezit van een vergunning, kregen vorige maand te horen dat ze weg moeten. Ze staan er al ruim twintig jaar, maar de gemeente kent geen genade. Met moeite was het districtshoofd bereid hen uitstel te verlenen tot 17 augustus.
Een van hen is noodle verkoper Banyat Sanguansittikul. Toen hij begon, waren de wegen nog van gravel. Voor hem en zijn zeven werknemers is het volgende maand einde verhaal. ‘We weten niet wat we nu moeten gaan doen. Terug naar de boerderij, waar geen water is?’
Zijn moeder zegt: ‘ Zelfs de overstromingen [van 2010] en de protesten [tegen de regering Yingluck] vallen in het niet bij wat nu er gebeurt. Ik kreeg bijna een hartaanval. Ik heb het aan de tessakit [city inspectors] gevraagd. Die zeiden dat het een bevel was van de NCPO dat opgevolgd moet worden.’
Weinig sympathie van de bevolking
Op veel sympathie van de bevolking, die toch graag op straat eet, hoeven de verkopers niet te rekenen. De vorig jaar geopende Facebook pagina ‘Thai people aginst street vendors’ telt inmiddels negenduizend likes. Op de pagina wordt opgeroepen niets te kopen bij straatverkopers.
Alleen op de daarvoor aangewezen zeshonderd plaatsen is straatverkoop toegestaan, mits de verkopers een vergunning hebben. Ze mogen niet meer dan 2 vierkante meter in beslag nemen en moeten 1 meter vrijhouden voor voetgangers. Er mogen geen artikelen op het plaveisel worden uitgestald, de kramen moeten een overkapping hebben en de verkoopruimte moet schoon, hygiënisch en ordelijk zijn.
De schoonmaakoperatie verloopt niet overal hetzelfde. De 700 verkopers op de Sukhumvit Road bijvoorbeeld mogen alleen ’s avonds hun handeltje opzetten; 6.814 andere verkopers elders in de stad zijn gedwongen om te verhuizen. In totaal krijgen 30.000 legale en illegale straatverkopers met de gemeentecampagne te maken.
De grote man achter de operatie is Vichai Sangparpai, voormalig hoofd van de gemeentepolitie divisie 1. In 2010 bemiddelde hij tussen het rode en gele politieke kamp.
‘De straatverkopers veroorzaken problemen voor bewoners, variërend van afval en drukte tot verkeersopstoppingen omdat de voetgangers gedwongen worden op de rijweg te lopen. Het doel van dit beleid is de stad te organiseren en om geluk terug te geven aan de mensen.’
Zijn voorbeelden zijn Singapore en Hong Kong. ‘Daar zijn geen straatverkopers omdat de wet er strikt wordt gehandhaafd. De reden waarom wij dat niet kunnen, is omdat we de andere kant opkijken.’ Maar dankzij het leger gebeurt dat niet meer. ‘De NCPO werkt samen samen met de gouverneur [van Bangkok]. Als de wet wordt overtreden, hebben we het leger achter de hand.’
Voor werknemers die avonddienst hebben, is een maal op straat de enige manier om de maag te vullen. Suchat Lertkusolkul, die in MRT-station Phahon Yothin werkt, eet ’s avonds om 11 uur twee kommen noodles. Hij vindt de vergelijking met Singapore niet opgaan. ‘De mensen in Singapore zijn anders. Straatverkopers zijn sinds de dag van onze geboorte deel van ons leven. We kunnen ze niet missen zoals in Singapore.’
Het zijn mensen, het is geen vuilnis
Kasian Tejapira, docent aan de faculteit politicologie van de Thammasat universiteit, zegt dat de operatie niet mogelijk was geweest onder een democratisch regime. ‘Onderschat niet de veerkracht van de verkopers. Ze vertrekken nu, maar wanneer de situatie verandert, komen ze misschien weer terug. Het punt is: het zijn mensen, het is geen vuilnis. Hoe kun je ze zo gemakkelijk laten verdwijnen?’
Foto boven: De noodle shop van Banyat Sanguansittikul. Foto rechtsonder: Lat Phrao Soi 1 op maandagavond, na 17 augustus elke avond.
(Bron: Spectrum, Bangkok Post, 12 juli 2015)
Lofzang in brons op zeven Thaise koningen
Het moet een toeristische trekker van formaat worden en een in brons gegoten geschiedenisles ‘over het belang van de Thaise monarchie die zich gewijd heeft aan het smeden van nationale eenheid’, aldus legercommandant en staatssecretaris van Defensie Udomdej Sitabutr.
Op een terrein van 222 rai in het Suriyothai Army Camp in Prachuap Khiri Khan wordt gewerkt aan de totstandkoming van Lan Maharaj oftewel het Great Kings Monument. Het gaat bestaan uit drie zones. De eerste met bronzen standbeelden, elk 13,9 meter hoog, van zeven ‘grote’ koningen, die regeerden tussen 1279 en 1910. De tweede zone is bestemd voor koninklijke ceremonies, militaire parades en een ontvangstgedeelte voor buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders en in de derde zone komt een museum met biografieën van elke koning.
De lofzang in brons (uit Duitsland geïmporteerd) en gegoten in Thailand, is naar verwachting in augustus klaar. Het monument is een initiatief van de NCPO (junta) en het leger. In de begroting is voor het project een bedrag van 500 miljoen baht gereserveerd, aan te vullen met donaties van particulieren en bedrijven.
En laat daarna maar de leerlingen en studenten komen om geïndroctineerd te worden met de grootste daden van de zeven monarchen. En mocht u zich afvragen waar nummer 8 en 9 zijn: koning Rama IX is nog aan het bewind en zijn oom Rama VIII stierf onder verdachte omstandigheden of misschien worden ze niet groot genoeg geacht. (Bron: Bangkok Post, 2 mei 2015)
Foto’s: Een model van koning Narai in styrofoam en kalk dat in Lop Buri een bronzen jasje krijgt. En een artist’s impression van de zone met de standbeelden.
BIOGRAPHY AND WORK OF THE SEVEN GREAT KINGS
- KING RAMKHAMHAENG
Ruled the Sukhothai Kingdom, a forerunner of the modern kingdom of Thailand, from 1279 to 1298, which was one of the most prosperous eras. He had contributed toward the creation of the Thai alphabet and the firm establishment of Theravada Buddhism as the state religion of the kingdom.
- KING NARESUAN
Governed Ayutthaya, the old capital of the country, from 1590 to 1605. In 1592, rival Myanmar mobilised troops and overran Ayutthaya. The army was led by Phra Maha Uparat, the son of the Myanmar King. King Naresuan and Phra Maha Uparat led their armies on elephant’s back into battle and Phra Maha Uparat was finally defeated and died during the fighting.
- KING NARAI
Reigned from 1656 to1688, regarded as the “Golden Era of Thai Literature” as the king himself had a passionate interest in literary works, which were produced by such outstanding poets as Pra Maharajkru, Pra Horatibodi, and Sriprachya. A number of old Thai literature styles were revived at the time.
As for foreign relations, Ayutthaya was the centre of international trade as it engaged in extensive dealings with merchants from different parts of the world including the Dutch, the British, the French, the Portuguese and the Arabs.
- KING TAKSIN
Era started from 1767 and lasted until 1782. After the second defeat of the Ayutthaya kingdom at the hands of Myanmar, King Taksin set up Krung Thonburi as the new capital on the west bank of the Chao Phraya River in 1767.
During his reign, he suppressed several groups of rioters and built national unity.
- KING PHRA BUDDHA YODFA CHULALOKE (RAMA I)
The first king of the Chakri Dynasty who reigned from 1782 to 1809.
After his coronation, he established Bangkok as the new capital city on the east bank of the Chao Phraya River, where he had envisioned the potential for a vast expansion of the city and excellent strategic location for security.
- KING MONGKUT (RAMA IV)
Reign spanned from 1851 to 1868, was dubbed “The Father of Thailand’s Science and Technology” as he embraced Western innovations resulting in the initial wave of modernisation of Siam, both in technology and culture.
In 1868, King Mongkut was also able to accurately predict solar eclipses.
- KING CHULALONGKORN (RAMA V)
Ruled Thailand from 1868 to 1910. He ordered and saw to a peaceful abolition of slavery. In his reign, Siam was threatened by Western imperialism.
However, the king managed to keep Siam from being colonised through his finesse in foreign
policy.
Art Box: Bangkok’s laatste markt sensatie
Brunch, het zondagmagazine van Bangkok Post, noemt de markt een sensatie. Da’s geen overdreven benaming voor een markt die niet bestaat uit houten marktkramen of wrakkige optrekjes van golfplaat, maar uit stevige zeecontainers. Veertig in totaal, die elk onderdak bieden aan vier tot zes winkeltjes.
De markt, Art Box geheten, is te vinden op een voormalig parkeerterrein naast ARL-station Makassan. In juni ging de markt voor het eerst open en het weekend van 11 en 12 juli stroomde het marktterrein weer vol met kooplustig publiek op zoek naar handgemaakte producten en nieuwe kledingtrends, genietend van ambachtelijk bereid voedsel of luisterend naar live muziek.
Kooplustig inderdaad. Een verkoopster van oesters vertelt voor de vrijdagavond 200 oesters klaargemaakt te hebben. Zondag toen de markt eindigde had ze er 1.400 verkocht.
Ze is enthousiast over de verkoopruimte en locatie.‘Deze plaats kan gemakkelijk met andere plaatsen concurreren. De locatie is goed bereikbaar. In tegenstelling tot andere markten voor winkelcentra waar mensen langskomen op weg naar het winkelcentrum, komen ze hier speciaal naar toe.’
Initiatiefnemer Nantapob (28) kreeg het idee voor de containermarkt van internationale markten zoals Boxpark Shoreditch in Londen en Re:Start in Christchurch. Het grote voordeel van de markt is dat hij snel opgebouwd en afgebroken kan worden. Nantapob kocht de containers voor dertig- tot veertigduizend baht per stuk van de Port Authority of Thailand. Hij liet ze renoveren en aan één kant open maken. Totale kosten 70.000 baht per stuk.
De feedback van de verkopers is positief, de vraag naar een verkoopruimte was gigantisch. Voor de 350 verkooppunten hadden 1.500 gegadigden belangstelling. Het verkoopteam van zes personen heeft er de handen vol aan. Nantapob heeft een contract tot september met de State Railway of Thailand, eigenaar van de grond. Over verlenging wordt onderhandeld. De volgende Art Box wordt op de eerste twee weekends van augustus gehouden.
(Bron: Brunch, Bangkok Post, 12 juli 2015)
Agiteren, vetmesten en aanvallen: zo maak je kunstmatig regen. 31 vliegtuigen van het Bureau of the Royal Rainmaking and Agricultural Aviation doen het van maart tot medio oktober. Maar de dramatische droogte is nog lang niet voorbij.
Kunstmatig regen opwekken: Agiteren, vetmesten, aanvallen
‘Soms vragen mensen of het effectief is wat we doen. Kunnen we echt de droogte oplossen? Het resultaat mag misschien niet direct zichtbaar zijn. Als het giet, wordt al het water snel geabsorbeerd. Maar wanneer de grond verzadigd is, wordt water toegevoegd aan rivieren.’
Wing Commander Maneepan Robchanachai met een 21-jarige ervaring als piloot bij het Bureau of the Royal Rainmaking and Agricultural Aviation kiest met zijn eenmotorige turboprop Caravan tussen maart en medio oktober dagelijks het luchtruim om regen op te wekken. Aan boord 700 kilo chemicaliën. Dat wil zeggen als de weersomstandigheden gunstig zijn: luchtvochtigheid, zonlicht, windsnelheid, wolken.
Om het telaten regenen moeten drie vluchten worden gemaakt. De eerste is ‘agiteren’ met sodiumchloride om de luchtvochtigheid en dampvorming te stimuleren, de tweede ‘vetmesten’ om de densiteit van de wolken te vergroten en de derde ‘aanvallen’ met droog ijs en ureum om de condensatie om zetten in regendruppels.
Thailand telt vijf Royal Rainmaking Centres met 31 vliegtuigen, waaraan bij grote droogtes tijdelijke centra worden toegevoegd. Hoeveel vluchten ze maken, vermeldt het artikel niet. Wel dat in juni 92 procent van de dagen waarop gevlogen werd, succesvol was. [Een percentage dat ik nauwelijks kan geloven na alle klaagzangen over de huidige droogteperiode.] Tijdens het koude seizoen wordt er niet gevlogen, want dan is de luchtvochtigheid te laag voor condensatie; die tijd wordt besteed aan onderhoud en oefenvluchten.
Maneepan heeft plezier in zijn werk.’Ik vind het heerlijk wat ik doe. Iedere keer als ik aan de stuurknuppel zit, heb ik een gevoel van vrijheid. Bovendien komt het resultaat van mijn werk ten goede van de mensen. Het beste moment is wanneer het begint te regenen als ik nog in de lucht ben.’ (Bron: Bangkok Post, 17 juli 2015)
Prinses Sirindhorn vertaalde Tea House, A Play in Three Acts van de Chinese schrijver Lao She (1899-1966). In Siam Paragon is een traditioneel theehuis op ware grootte nagebouwd. Twee tentoonstellingen belichten de geschiedenis van theehuizen en Sirindhorn’s studiën van China.
Tea House: 50 jaar Chinese geschiedenis in drie bedrijven
Het theehuis is een microkosmos van de samenleving, antwoordde de Chinese schrijver Lao She (1899-1966) op de vraag waarom hij over het theehuis had geschreven. Het theehuis was bij uitstek de plek voor gezelligheid en om te kletsen. De eerste dateren van de achtste eeuw, tijdens de Qing dynastie (1644-1911) bereikten ze een hoogtepunt en aan het eind van de negentiende eeuw raakten ze door politieke onrust en verwestelijking in verval.
Dit ter introductie van een dubbeltentoonstelling* in Siam Paragon en de presentatie van het boek Tea House: A Play in Three Acts, vertaald door prinses Sirindhorn. Dat is haar wel toevertrouwd want ze bestudeert de Chinese taal al ruim dertig jaar, bezocht het land achtendertig maal, schreef een boek en dertien travelogues over China, vertaalde Chinese poëzie, enkele romans en artikelen.
In Siam Paragon is een traditioneel theehuis op ware grootte nagebouwd. Bij de boekpresentatie werd het eerste bedrijf gespeeld met het publiek aan tafeltjes in het Yu Thai theehuis. Het eerste bedrijf bestrijkt de periode aan het eind van de Qing dynastie.
Het theehuis wordt dan bevolkt door allerlei ongure types. Er werd opium verkocht, verarmde boeren verkochten hun dochters, tussenpersonen kochten hen voor eunuchs en westerse producten zoals horloges en tabak werden er te koop aangeboden. De keizerlijke geheime politie spioneerde er en gangsters raakten er slaags.
In het tweede en derde bedrijf (niet opgevoerd) wordt een tijdsprong gemaakt van respectievelijk 20 jaar (het land is dan een republiek) en dertig jaar daarna, wanneer de oorlog met Japan voorbij is en er een burgeroorlog woedt met de Kuomintang. Corruptie en onderdrukking zijn nog erger dan eerder. Het toneelstuk eindigt met de zelfmoord van de eigenaar van het theehuis.
In het voorwoord van het boek schrijft de prinses dat het toneelstuk de transitie laat zien van een traditionele naar een moderne samenleving. ‘Deze veranderingen hebben grote invloed op de mensen en het hele land. De toneelschrijver heeft kans gezien deze gebeurtenissen te condenseren en een historische kroniek te creëren in de vorm van literatuur. De lezer krijgt begrip van het lijden, geluk en de wanhoop van mensen uit verschillende sociale lagen, wat niet te vinden is in andere historische bronnen.’ (Bron: Bangkok Post, 23 juli 2015)
* HRH Princess Maha Chakri Sirindhorn’s Studie of China, en The Teahouse and the Chinese Way of Life.